Zware Kees: Gênant

Door Kees Wiersum

Zware Kees: Gênant

Telkens als ik door de accommodatie van mijn nieuwe schip wandel valt het me op; het is ruim. De gangen zijn breder dan ik gewend ben, het onderdeks is véél hoger, de brugvleugels lenen zich prima voor een paar tuinstoelen en met de recreatieruimten en sportfaciliteiten is niet gelet op een paar stuivers.

Maar voordat de argeloze lezer nu denkt dat álles hier perfect is, moet mij iets van het hart. Het verhaal gaat een beetje gênant worden, maar omdat, zover ik weet, niemand in de Nederlandse maritieme literatuur ook maar iets over dit onderwerp heeft geschreven moet ik wel. Zelfs Jan den Hartog heeft nooit gerept over deze delicate kwestie. Ik voel me daarom verplicht.

Het gaat hierom: er zal best eens een oplettende lezer zijn die zich heeft afgevraagd: hoe doen die stuurlui en kapiteins dat toch, vier uur achter elkaar op de brug rondhangen. Mogen ze dan nooit eens tussendoor de brug verlaten? Voor een sanitaire stop bijvoorbeeld?
Het antwoord is even logisch als eenvoudig: nee, want dat hoeft niet. Sinds tijden hebben scheepsbouwers erkend dat ook zeelui mensen zijn, met alle menselijke noden van dien. Er is daarom op de brug een toilet, jawel.

Maar als je dan een ruim bemeten schip bouwt, waarom wordt er dan bespaard op het brugtoilet? Er past amper een wc-pot in. Wanneer je hier plaats neemt, zit je met je knieën ongeveer ter hoogte van je oren. Alleen dán kan de deur dicht. Als je geen gymnastisch lijf hebt is de enige andere optie de deur open te laten. Ik vind het op zijn minst ietwat gezagsondermijnend wanneer een nietsvermoedende stuurman de kapitein aantreft op het toilet met zijn broek rond de enkels en de deur open…

Gek genoeg waren de brugtoiletten op oudere schepen veel ruimer. Daar kon comfortabel worden plaatsgenomen, zelfs met krant. De deur bleef alleen open wanneer een zenuwachtige navigator met hoge nood het scheepvaartverkeer in de gaten wilde blijven houden.

Wel was een veelvoorkomend, vervelend euvel de waterdruk. Die was vaak niet toereikend, zodat dikwijls een puts strategisch in het toilet werd geplaatst.

Eens, op de Mississippi, had een loods hoge nood. Ik wees hem het toilet en na een minuut of vijf klonken er verontrustende geluiden uit het toilet; herhaalde malen werd getracht door te spoelen. De puts zag de loods kennelijk over het hoofd. Tenslotte verscheen hij weer op de brug, waarop een ongemakkelijke stilte volgde, die de loods zelf verbrak. ‘Your toilet is not flushing well, I left a sample behind…’, zei hij droog.

Zware Kees: Gênant | Schuttevaer.nl

Zware Kees: Gênant

Door Kees Wiersum

Zware Kees: Gênant

Telkens als ik door de accommodatie van mijn nieuwe schip wandel valt het me op; het is ruim. De gangen zijn breder dan ik gewend ben, het onderdeks is véél hoger, de brugvleugels lenen zich prima voor een paar tuinstoelen en met de recreatieruimten en sportfaciliteiten is niet gelet op een paar stuivers.

Maar voordat de argeloze lezer nu denkt dat álles hier perfect is, moet mij iets van het hart. Het verhaal gaat een beetje gênant worden, maar omdat, zover ik weet, niemand in de Nederlandse maritieme literatuur ook maar iets over dit onderwerp heeft geschreven moet ik wel. Zelfs Jan den Hartog heeft nooit gerept over deze delicate kwestie. Ik voel me daarom verplicht.

Het gaat hierom: er zal best eens een oplettende lezer zijn die zich heeft afgevraagd: hoe doen die stuurlui en kapiteins dat toch, vier uur achter elkaar op de brug rondhangen. Mogen ze dan nooit eens tussendoor de brug verlaten? Voor een sanitaire stop bijvoorbeeld?
Het antwoord is even logisch als eenvoudig: nee, want dat hoeft niet. Sinds tijden hebben scheepsbouwers erkend dat ook zeelui mensen zijn, met alle menselijke noden van dien. Er is daarom op de brug een toilet, jawel.

Maar als je dan een ruim bemeten schip bouwt, waarom wordt er dan bespaard op het brugtoilet? Er past amper een wc-pot in. Wanneer je hier plaats neemt, zit je met je knieën ongeveer ter hoogte van je oren. Alleen dán kan de deur dicht. Als je geen gymnastisch lijf hebt is de enige andere optie de deur open te laten. Ik vind het op zijn minst ietwat gezagsondermijnend wanneer een nietsvermoedende stuurman de kapitein aantreft op het toilet met zijn broek rond de enkels en de deur open…

Gek genoeg waren de brugtoiletten op oudere schepen veel ruimer. Daar kon comfortabel worden plaatsgenomen, zelfs met krant. De deur bleef alleen open wanneer een zenuwachtige navigator met hoge nood het scheepvaartverkeer in de gaten wilde blijven houden.

Wel was een veelvoorkomend, vervelend euvel de waterdruk. Die was vaak niet toereikend, zodat dikwijls een puts strategisch in het toilet werd geplaatst.

Eens, op de Mississippi, had een loods hoge nood. Ik wees hem het toilet en na een minuut of vijf klonken er verontrustende geluiden uit het toilet; herhaalde malen werd getracht door te spoelen. De puts zag de loods kennelijk over het hoofd. Tenslotte verscheen hij weer op de brug, waarop een ongemakkelijke stilte volgde, die de loods zelf verbrak. ‘Your toilet is not flushing well, I left a sample behind…’, zei hij droog.