Carrol was voordat ze trouwde busbegeleidster op een schoolbus voor kinderen met een beperking. Ze zorgde ervoor dat de kinderen rustig op school aankwamen en niet aan elkaars haren trokken. Daarvoor werkte ze in de horeca en op een administratiekantoor. Het varen was een grote overgang voor haar.
-
Carrol doet haar best om aan het schippersleven te wennen
-
‘Ik ken praktisch geen vrouwen op de vaart’
‘Ik heb een administratieve opleiding gedaan en na mijn opleiding runde ik na twee maanden een administratieve afdeling, omdat mijn collega met zwangerschapsverlof ging. Ik doe nu in het weekend de administratie van mijn moeder. Dat vind ik leuk. Het komt erop neer, dat ik me momenteel nogal verveel aan boord. Als ik me een dag kwaad maak, dan is de woning helemaal gepoetst en dan heb ik nog vier dagen, waarop we varen. Samenwonen om het varen uit te proberen was voor ons geen optie, omdat je dan als man en vrouw leeft. Ik trouwde en kreeg het schip erbij, zeg maar. Ik zit volop in de fase dat ik eraan moet wennen om niet overal heen te kunnen. Aan de wal loop je naar de bakker en heb je je sociale contacten. Dat zijn de dingen die ik mis door de week aan boord. Wij komen bijna nooit jongeren van onze leeftijd tegen als we varen. Buiten mijn varende schoonfamilie ken ik geen vrouwen op de vaart’, vertelt ze.
Dik tevreden
Anton is een schipperszoom. Hij zat niet op het internaat, want zijn vader kocht een huis toen zijn zus zes was en zijn moeder ging aan de wal. Het was voor hem een duidelijke keuze om te gaan varen. ‘Ik vond het als kind altijd leuk om te varen en als je de kans krijgt om voor jezelf te beginnen, dan moet je dat gewoon doen. Tenminste, zo denk ik erover.’
Hij heeft altijd als ondernemer willen werken. ‘Voor mij was het een wens. In deze tijd is het natuurlijk wat minder als je de lasten van een onderneming moet dragen, maar over het algemeen ben ik dik tevreden. Als eigen baas heb je meer vrijheid.’
De Confianza vaart momenteel veel op de Maas, af en toe in België en soms op Zeeland. Het valt Anton op dat er de laatste tijd veel is verbeterd in hun vaargebied. Als voorbeelden noemt hij de vluchthaven van IJzendoorn waar er steigers zijn bij gemaakt en Gorinchem waar een nieuwe autosteiger is geplaatst.
Hij verwacht dat er een goede toekomst is voor zijn scheepstype. ‘Ik denk dat het voor dit scheepstype redelijk goed blijft. Wij varen naar plaatsen waar de grote schepen niet kunnen komen.’
De toekomst voor de hele binnenvaart ziet hij evenmin somber in. ‘Ik denk dat, als de economie aantrekt, het voor de hele binnenvaart verbetert. Maar ik ben wel bang dat het heel lang gaat duren.’
Of Anton en Carrol ooit vrije tijd gaan varen weten ze nog niet. Anton heeft er momenteel geen behoefte aan en Carrol volgt Anton in die beslissing.
Zwanger
De zwangerschap van Carrol verloopt voorspoedig. Het valt haar op dat de verloskundigenpraktijk waar zij komt, rekening houdt met schippers. ‘In Sliedrecht, waar ik zit, houden ze echt rekening met varenden. Ik mag op zaterdag op controle komen. Dat komt bijna altijd uit, want wij varen van maandag tot vrijdag en slechts sporadisch op zaterdag.’
De verwachting is dat hun kind in de toekomst naar het internaat gaat. Carrol ziet daar niet tegenop. ‘De peetouders van ons toekomstige kind varen ook. Als er wat met ons gebeurt gaat ons kind sowieso naar het internaat. Ons kind moet pas over zes jaar naar het internaat. Tegen die tijd zal ik wel aan dit leven zijn gewend, verwacht ik.’ (HDJ)
Scheepsgegevens
Scheepsnaam: Confianza. Lengte: 64 meter. Breedte: 7,32 meter. Diepgang: 2,76 meter.
Tonnage: 826. Europanummer: 02104034. Motor: Mitsubishi, 600 pk. Bouwjaar: 1966. Thuishaven: Sliedrecht. Eigenaar: A. Hovestadt.