Van Rosi mag best in de krant dat haar zoon een leuke vrouw zoekt. Gerard is er niet zo van overtuigd, maar zijn collega Buitendijk van de Mergus meldt desgevraagd door de telefoon dat Gerard erg leuk en romantisch is en vindt het een geweldig plan.

Het is voor de ouders Verweij geen probleem nog even aan boord te blijven. ‘We vinden het nog leuk om te varen. Alleen ’s nachts laden en lossen is wat minder. Het varen is geen probleem. Bovendien moet er twee man extra personeel aan boord komen als wij stoppen en onze zoon nog vrijgezel is.’

Buffer nodig

Gerard is mede-eigenaar van de Maria. Hij wilde altijd al varen en deed eerst de LTS en daarna de Middelbare School voor Scheepswerktuigkunde in Breda. ‘Die opleiding bestaat niet meer, maar je kon er machinist mee worden. Ik weet daardoor wat van elektra, machines en bankwerken. Het is een handige opleiding, maar wel moeilijk.’

De eigenaren van de Maria houden zich niet alleen bezig met de bedrijfsopvolging. Ook de kredietcrisis is aan boord onderwerp van gesprek. Ze zien de recessie niet zozeer als probleem voor henzelf, maar wel voor degenen die net zijn gestart. Jan maakt zich zorgen over de economische situatie in de binnenvaart op de korte termijn, omdat de jonge generatie binnenvaartschippers alleen economisch opwaartse tijden kent. ‘Ik vaar inmiddels 46 jaar en ik heb de tijd meegemaakt dat je drie weken stillag om te wachten op een reis. Dat kent de jongere generatie niet, er was altijd werk in overvloed. Ik was toen zetschipper en had niet direct last van de problemen, maar ik voorzie dat je een flinke buffer nodig hebt om die tijd te overbruggen. Als je net nieuw hebt gebouwd heb je die meestal niet. Ik herinner me verhalen uit mijn familie die in de jaren dertig een Kempenaar liet bouwen die, toen ze van de werf gleed 85 procent minder waard was. Als schepen op die schaal in waarde verminderen komen veel ondernemers in problemen. Het is moeilijk te voorspellen hoe het zal uitpakken.’

Gerard ziet zichzelf wel gewoon het schip overnemen. ‘Er moet natuurlijk wel wat te varen blijven, maar ik verwacht dat we te maken hebben met een dipje en dat het later weer aantrekt.’

Ook zijn vader gaat er vanuit dat de markt weer aantrekt. ‘Transport blijft altijd nodig, maar ik verwacht dat de binnenvaart door een dal gaat.’ In elk geval vinden ze het allemaal zorgwekkend, dat het ladingaanbod niet groeit, terwijl het scheepstonnage dat wel doet.

Maria

De vader van Jan had een sleepboot en was 25 jaar verhuurd aan de NPRC. Die boot heette ook Maria. Ze lag in de Ruhr. Hij ontmoette er zijn vrouw Rosie, die aan de Ruhr woonde. Jan: ‘Ik ben na mijn schooltijd niet gelijk gaan varen. Ik deed Mulo met middenstand en heb op kantoor gezeten. Het kantoorwerk beviel me niet. Dus kwam ik met achttien jaar bij mijn vader aan boord. Twee jaar later was ik schipper op de Maria. Bij ons in de familie heet alles Maria. Mijn moeder heette zo.’ (HDJ)

Scheepsgegevens
Scheepsnaam: Maria.
Lengte: 105 meter.
Breedte: 11 meter.
Diepgang: 3,46 meter.
Tonnage: 2842 ton.
Europanummer: 02319708.
Motor: 1630 pk Caterpillar.
Bouwjaar: 1991.
Thuishaven: Vlijmen.
Eigenaar: Internationaal scheepvaartbedrijf J.G.H. Verweij en zoon.