Aanscherping van de veiligheidsregels is het gevolg van de ramp met de Deepwater Horizon. Aan boord van dit booreiland ontstond na een blow-out een hevige brand, waardoor het eiland verloren ging en er een gigantische hoeveelheid olie uit de Macondo-put in zee stroomde. De Europese Commissie heeft na deze ramp de veiligheids- en milieuregels tegen het licht gehouden. Geconcludeerd is dat de EU-landen in de offshoresector strenge regels toepassen, maar dat deze toch hiaten vertonen. Dit komt vooral door onderlinge verschillen in regels die de lidstaten en de betrokken olie- en boormaatschappijen hanteren. Gezien deze verschillen, die als tekortkomingen worden bestempeld, moeten er volgens de Europese Commissie ten aanzien van het voorkomen van oliemorsingen in zee en de bescherming van mens en milieu uniforme regels worden geïntroduceerd. Een en ander betekent dat maatschappijen die een boorvergunning aanvragen hierbij moeten kunnen aantonen dat zij een beheersplan hebben in geval van een oliemorsing in zee. Hierbij moet ook worden aangetoond of de maatschappij beschikt over voldoende materieel om de morsingen te kunnen opruimen en over voldoende financiële middelen om de opruimkosten en schade aan het milieu te kunnen betalen. Verder zullen de veiligheidsinspecties geïntensiveerd en door onafhankelijke experts geëvalueerd worden. Daarnaast zullen de allerhoogste eisen worden gesteld aan mobiele booreilanden en boorinstallaties op vaste platformen en aan de te gebruiken blow-out preventers (BOP’s). Tot slot krijgen de olie- en boormaatschappijen voortaan de rekening gepresenteerd voor eventuele schades aan het zeemilieu tot een afstand van 200 mijl (322 km) uit de kust. Voorheen was dit 12 mijl (19 km).
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.
Bent u al abonnee?