Supersterke vezel

Getouwtrek tussen ILT en bruine vloot over gebruik Dyneema

Dyneema is een supervezel. IJzersterk en toch licht. Op superjachten van de Volvo Ocean Race zijn deze kunststoftouwen verplicht en in december werd de gestrande garnalenkotter IJM-22 nog losgetrokken van het strand van Zandvoort met Dyneema. Duwbakken en koppelverbanden gebruiken deze touwen om enorme krachten te beheersen, maar in de zeilchartervaart mag Dyneema niet meer worden gebruikt van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). En dat leidt tot grote commotie op de bruine vloot.

In de bruine vloot wordt veel gebruik maakt van kunststoftouw zoals Dyneema. De ILT stelt dat volgens de wet deze touwen niet zijn toegestaan. Foto ter illustratie Foto ANP

Deze week waren zo’n 170 charterschippers bijeen in Lelystad. Daar vertelde de ILT hoe de aanvullende verplichte keuring van alle 240 schepen in z’n werk zou gaan. Voor 1 april dient een groot deel van de schepen die keuring te hebben afgerond. De ILT benadrukte daarbij dat er onder geen beding meer Dyneema-touwen mogen worden gebruikt.

Tekst gaat verder onder de foto.

Deze week waren er zo’n 170 schippers van de bruine vloot bij elkaar in Lelystad. Daar vertelde ILT hoe de aanvullende verplichte keuring van alle 240 schepen in z’n werk zou gaan. Foto X

De ILT gaf ook uitleg bij het verbod op HMPE-touwsoorten zoals Dyneema. Reden: het Estrin verbiedt het gebruik van polyethyleen en ook HMPE is een polyethyleen. Het Estrin schrijft voor wat wel en niet mag aan boord qua inrichting en uitrusting. De afgelopen decennia is het gebruik van HMPE-touwsoorten toegestaan door de keurende instanties, ondanks de Estrin-bepalingen.

Tekst gaat verder onder de foto.

Touw gemaakt van Dyneema is volgens schippers veel sterker en veiliger dan andere materialen. Foto Shutterstock

Duizenden euro’s kosten

Een grote groep schippers maakt veel gebruik van deze touwen vanwege de grote voordelen ervan. Deze kunststoftouwen zijn sterker en, volgens de schippers, vaak veiliger dan staaldraad of touw van andere materiaal. Vervanging van de HMPE’s en bijhorende aanpassingen in de tuigage zou ‘duizenden euro’s kunnen kosten. ‘Er waren schippers die bijna zaten te huilen’, zegt schipper Ruben Viergever. ‘Het is gewoon boekhouderij.’

Ook brancheorganisatie BBZ was niet tevreden met het ILT-standpunt. Directeur Paul van Ommen vindt de ILT-opstelling te formalistisch. ‘De bepaling is waarschijnlijk rond het jaar 2000 in het Binnenschepenbesluit (voorloper van Estrin) gekomen, vermoedelijk om tegen te gaan dat oranje plastic pakdraad werd gebruikt. Maar de HMPE’s zijn ver doorontwikkelde polyethylenen.’

Tekst gaat verder onder de foto.

BBZ-directeur Paul van Ommen wil dat ILT de uitkomsten van het TNO-onderzoek naar Dyneema-touw afwacht. Foto René Quist

Dyneema, of HMPE’s zijn van een geheel andere orde, schetst Van Ommen. ‘Het wordt gebruikt in de offshore, in de binnenvaart en laatst, toen de staalkabels braken bij het lostrekken van die garnalenkotter bij Zandvoort, lukte dat lostrekken wel met Dyneema heb ik begrepen.’

Het is heel vreemd dat dat verbod alleen voor de binnenzeilvaart geldt, of er nog steeds alleen bij ons in staat. Waarom mag het daar wel allemaal worden gebruikt en niet in zeilvaart? Wat de BBZ betreft moet de ILT hier kijken naar het veiligheidsargument.’

TNO-onderzoek naar Dyneema

De ILT heeft TNO opdracht gegeven Dyneema te onderzoeken. ‘Ik kan mij niet voorstellen dat TNO gaat zeggen dat er niet met HMPE mag worden gevaren.’

De uitkomst van het TNO-onderzoek wordt over een half jaar verwacht. Dat is later dan de deadline van 1 april die geldt voor de herkeuring van alle bruine vloot-schepen. ‘Dat levert de Kafkaiaanse situatie op dat schippers nu alle Dyneema moeten vervangen, terwijl het in de zomer misschien weer mag worden gebruikt’, zegt schipper Viergever.

De BBZ wil dat ILT schepen ten minste voorlopig toestaat om Dyneema te gebruiken als het op een verantwoorde manier is toegepast; fabrikanten en leveranciers geven daar goede instructies over. ‘Er kan dan een termijn worden gesteld die rekening houdt met het lopende onderzoek’, zegt Van Ommen. ‘Als Dyneema dan toch wordt toegestaan, hoeven scheepseigenaren niet onnodig op kosten te worden gejaagd.’

Toen in 2022 een man om het leven kwam door een vallende giek, ging al snel het verhaal dat een Dyneema-touw was geknapt. ‘Maar dat was niet zo, het was een foute eindverbinding in het touw.’ De discussie zou volgens de BBZ moeten gaan over het deugdelijke gebruik van dit materiaal, niet over het pertinente verbod ervan.

Tuigboek

Overigens is de BBZ voorstander van het aanvullende onderzoek en het tuigboek. ‘Dan weet iedereen hoe de schepen ervoor staan. Het mes snijdt aan twee kanten. De bemanning kan beter zicht houden op de tuigage en de onderdelen ervan, maar gebruikt het ook voor de eigen controles en de onderhoudsplanning. De keurende instanties weten vervolgens ook beter waar ze dan naar moeten kijken. Je hebt een gerichter en inhoudelijker uitwisseling tussen schipper en inspecteur op basis van dat document.’

Deel dit artikel

Reacties (6)

  • Gelukkig, dat ILenT dit probleem zo heeft opgelost. Hoe komt het toch dat wetgeving zover achter loopt, op nieuwe ontwikkelingen. Wat ik mij dan wel weer afvraag, terwijl de hele branche al jaren lang Dyneema en HMPE gebruikt zonder dat er ooit iemand praat over heeft gemaakt, bij certificaat vernieuwing. Volgens mij valt dit probleempje onder punt 39 Meerdraden in het CvO. Is ILenT er pas achter gekomen wat er in het ES-TRIM staat, of is men vergeten om met de klasse bureaus hierover te communiceren? Als je alles uitbesteed, zoals onze overheid heeft gedaan, loop je het risico dat niet iedereen de wet meer naleeft. Als het rapport van TNO klaar is, gelijk doorsturen naar Straatsburg, kunnen ze het ES-TRIM wijzigen. En wat tankers betreft, gewoon in het ADN kijken met welk materiaal je vast moet maken. Er moeten altijd 2 staaldraden of hercules vast staan, om afdrijven bij brand te voorkomen.

    Geplaatst door: Hens van Buren op
  • @Brugg Pethke, U hebt gelijk dat het staand want niet sterker moet zijn dan de mast aankan. Niet de diameter van het staaldraad of ander materiaal is het belangrijkste, maar vooral de breeksterkte is maatgevend tussen voor dat doel vastgestelde onder- en bovengrenzen.

    @Marnix Van der Wel, U hebt de rechtszaak over de bunkertanker niet goed gelezen, want het (onderbezette) personeel van het zeeschip doet helemaal niets, zelfs niet eens een touwladder uithangen. Zie: https://adoc.pub/bunkeraar-voor-rechter-door-tegenstrijdige-regelgeving.html.
    De tanker had een plateau met railing op de bunkergiek gemaakt, waarmee men een personeelslid naar het gangboord van het zeeschip 20 meter hoger omhoog kon brengen. Daar aan boord gestapt moest hij/zij met een werplijn de meertros handmatig omhoog halen. Het bevestigen van het staaldraad op een stevig onderdeel van het zeeschip was een knelpunt, wat bij soepel dyneema prima mogelijk was. Ook aan brandgevaar was gedacht, want de betreffende meertrossen hadden een certificaat van brandveiligheid. Het ging in die zaak puur om de letter van de BinnenVaartWet, BinnenVaartBesluit, en BinnenVaartRegeling (Nu aangevuld vanuit ES-TRIN) die tegenstrijdig was met de ArboWet van maximaal te tillen gewichten. Wetgeving mag nooit tegenstrijdig zijn, en dat is altijd een zeer grondige reden om het voor een rechter te brengen. Personeel mag dus weigeren bovenwettelijke gewichten te gaan tillen. In 2e instantie is de bunkerschipper in het gelijk gesteld. Let wel, dit speelde al in 2008/2009, zou heden dus al lang geen punt meer mogen zijn. Zoals ik aan iemand anders ook al eens aangaf, ik schrijf nooit zomaar wat. Feiten controleren is dus meestal noodzakelijk om iets te onderbouwen.
    Wat betreft uw opmerkingen over de eindverbindingen heeft u helemaal gelijk. Het voordeel van slechts een oog in een tros en in het andere einde een paalsteek, is dat je dan de mogelijkheid behoudt om de lijn door een kleine (katrol) opening te kunnen halen, wat met twee vast aangebrachte ogen niet altijd kan, vanwege de verdikking op de splits. Er zijn zelfs boeken die het maken van een goede splits in gevlochten touwwerk beschrijven. Tja, en bij geslagen touwwerk moet je dan inderdaad aanzienlijk veel meer dan 3 doorsteken aanbrengen. En voor de zekerheid dat vooraf door de leverancier of specialist laten aanbrengen met vermelding daarvan op de factuur. De allergoedkoopste aanschaffen uit een ver buitenland is vragen om problemen. Ik heb van zeer dichtbij een generator gezien waarop de merknamen Deutz en AtlasCopco (valselijk) waren vermeld, maar het ding kon nog geen simpele slijptol goed draaiend krijgen wat volgens het typeplaatje en vermogen wel zou moeten kunnen. Sorry, maar ik haat dat soort “rommel”. Liever weinig goede spullen, dan vele slechte. Het genot van de lage prijs is allang verdampt, als de irritatie van de slechte kwaliteit nog lang voortduurt. En per saldo moet je dan alsnog de betere materialen gaan aanschaffen, en is het vorige geld dom weggegooid.

    Geplaatst door: Henri.Derksen op
  • Over het verplicht afmeren met staaldraden:
    De verplichting om op staaldraad af te meren langszij van zeeschepen komt waarschijnlijk van het feit dat staaldraad veel beter tegen hitte kan dan synthetische trossen. Dit is van belang in geval van brand.

    Het is trouwens niet zo dat de bemanning van de bunkertanker de trossen of draden 20 meter omhoog moet trekken. Dit wordt gedaan door de bemanning van het zeeschip. Over het algemeen hebben zeeschepen wel genoeg lieren aan dek staan hiervoor.

    Over het gebruik van Dyneema in de chartervaart: Dyneema is per omtrek even sterk als staaldraad van dezelfde omtrek. Dit is algemeen bekend om dit opnieuw te bewijzen met het TNO onderoek lijkt onnodig.

    Bij levering van Dyneema trossen wordt een certificaat meegeleverd met daarin de breeksterkte van de tros, gemeten op de trekbank en geferifieerd door een class surveyor.
    Op dit moment zit er nog geen oog aan de tros, dit wordt gesplitst door de leverancier, niet door de manufacturer. Als DSM de manufacturer is, dan is Lankhorst de leverancier om een voorbeeld te geven.

    Ik heb recentelijk meegemaakt als kapitein op een zeesleper dat op dezelfde dag we van 4 splinternieuwe pennants de splits eruit hebben getrokken, met geeneens veel kracht erop. Duidelijk slechte splitsen van de leverancier uit Sjanghai.

    Wat in deze context van belang is, is dat de sterkte van het material niet ter discussie staat, maar wel de kwaliteit van de eindverbinding. Het onderzoek van TNO zou hierop gericht moeten worden.
    Er is een gebrek aan expertise in het splitsen van het gladde dyneema. Hoe te splitsen en in controle daarop. Dit van zowel schippers als surveyors. Even een oogje splitsen in een nieuwe dyneema kraanlijn kan vragen om problemen zijn. Het material is erg glad en vraagt om een speciale splits methodes. Drie keer doorsteken zoals gebruikelijk met 3 strengs manila eindje is er niet bij. Dat kan zijn wachten op het moment dat het oog van de kraanlijn het begeeft omdat de splits eruit getrokken is om maar wat te noemen….

    Gezien het bovenstaande valt het te overwegen een ander eindverbinding te gebruiken. De kraanlijn bijvoorbeeld kan prima met een werpankersteek op de sluiting gezet worden zonder veel verlies aan sterkte. Dit kan later alsnog gesplitst worden door een erkende tuiger, als het oog van de schipper ook wat wil.
    Voor een snel oog in de tros gebruik gewoon een paalsteek. Dyneema is sterk zat om te compenseren voor verlies aan sterkte.
    Op het internet is veel informatie te verschillende Dyneema trossen te splitsen.

    Geplaatst door: Marnix Van der wel op
  • Over het verpligt afmeren met staaldraden:
    De verplichting om op staaldraad af te meren bij zeeschepen langszij komt waarschijnlijk van het feit dat staaldraad hittebestendig is in tegenstelling tot synthetische trossen Dit is van belang in geval van brand.

    Het is trouwens niet zo dat de bemanning van de bunkertanker de trossen of draden 20 meter omhoog moet trekken. Dit wordt gedaan door de bemanning van het zeeschip. Over het algemeen hebben zeeschepen wel genoeg lieren aan dek staan hiervoor.

    Over het gebruik van Dyneema in de chartervaart: Dyneema is per omtrek even sterk als staaldraad van dezelfde omtrek. Dit is algemeen bekend om dit opnieuw te bewijzen met het TNO onderzoek lijkt onnodig.
    Bij levering van Dyneema trossen wordt een certificaat meegeleverd met daarin de breeksterkte van de tros, gemeten op de trekbank en geferifieerd door een class surveyor.
    Op dit moment zit er nog geen oog aan de tros, dit wordt gesplitst door de leverancier, niet door de manufacturer. Als DSM de manufacturer is, dan is Lankhorst de leverancier om een voorbeeld te geven.

    Ik heb recentelijk meegemaakt als kapitein op een zeesleper dat op dezelfde dag we van 4 splinternieuwe pennants de splits eruit hebben getrokken, met geeneens veel kracht erop. Duidelijk slechte splitsen van de leverancier uit Sjanghai.
    Wat in deze context van belang is, is dat de sterkte van het material niet ter discussie staat, maar wel de kwaliteit van de eindverbinding. Het onderzoek van TNO zou hierop gericht moeten worden.

    Er is een gebrek aan expertise in het splitsen van het gladde dyneema. Hoe te splitsen en in controle daarop. Dit van zowel schippers als surveyors. Even een oogje splitsen in een nieuwe dyneema kraanlijn kan vragen om problemen zijn. Het material is erg glad en vraagt om een speciale splits methodes. Drie keer doorsteken zoals gebruikelijk met 3 strengs manila eindje is er niet bij. Dat kan zijn wachten op het moment dat het oog van de kraanlijn het begeeft omdat de splits eruit getrokken is om maar wat te noemen….

    Gezien het bovenstaande valt het te overwegen een ander eindverbinding te gebruiken. De kraanlijn bijvoorbeeld kan prima met een werpankersteek op de sluiting gezet worden zonder veel verlies aan sterkte. Dit kan later alsnog gesplitst worden door een expert, als het oog van de schipper ook wat wil.
    Voor een snel oog in de tros gebruik gewoon een paalsteek. Dyneema is sterk zat om te compenseren voor het verlies aan sterkte.

    Op het internet is veel informatie te vinden hoe verschillende Dyneema trossen te splitsen.

    Geplaatst door: Marnix Van der wel op
  • Ik snap het wel, het gaat niet om de trossen maar om de tuigage, het tuig moet niet sterker worden want dan komt er teveel druk op de masten, het zwakste punt breekt, liever het tuig dan de masten.

    Geplaatst door: Brugg Pethke op
  • Beste heer Paul van Ommen, Ja hier krijg je inderdaad de kriebels van, maar toen herinnerde ik mij de boete met een strafzaak in 2009 met jurisprudentie tegen een bunkertankerschipper die stookolie aan de zeevaart levert in Rotterdam. Daar stelde de OvJ dat volgens het ADNR voor vervoer met tankschepen voor gevaarlijke stoffen staaldraden verplicht zijn. ADNR droge ladingschepen waren daar wel van vrijgesteld. Voor de meeste tankschepen geen probleem, maar bij het afmeren langszijde van hoge zeeschepen is dat wel een probleem, want het gewicht van staaldraad is te hoog volgens de arbo-wetgeving om door personeel 20 meter omhoog vast te gaan zetten. Uiteraard had zijn schip wel staaldraden aan boord, maar langszijde het zeeschip bewust de Dyneema lijnen gebruikt, waar hij dus een proces verbaal met boete voor kreeg. Het argument dat kleine bunkerscheepjes (tot 300 ton) wel dyneema mogen gebruiken, ging volgens de OvJ niet op voor deze grote bunkertanker “Jade” van 9000 ton. Ik herinnerde mij dat er eerst een tussenvonnis was gewezen, waarin de OvJ werd gevraagd om uit te zoeken hoe de schipper aan de ARBO-wet kon voldoen met staaldraad. Dat kon ze natuurlijk niet. Volgens mij is later Dyneema voor dit soort schepen ook toegestaan na een technische onderzoek. Op de website van Schuttevaer kon ik er niets over vinden, maar het stond wel op de voorpagina van de ScheepVaartKrant 26e jaargang editie 15 van van 2 september 2009. Deze is als *.pdf downloadbaar. Hopelijk kan jij of jullie advocaat de uitspraak van deze Dyneema bunkerschipper strafzaak ergens vinden, en dat gebruiken richting IL&T. Veel succes ermee, en ik/wij vernemen graag het vervolg, groet van Henri.

    Geplaatst door: Henri.Derksen op

Reageer

Getouwtrek tussen ILT en bruine vloot over gebruik Dyneema | Schuttevaer.nl
Supersterke vezel

Getouwtrek tussen ILT en bruine vloot over gebruik Dyneema

Dyneema is een supervezel. IJzersterk en toch licht. Op superjachten van de Volvo Ocean Race zijn deze kunststoftouwen verplicht en in december werd de gestrande garnalenkotter IJM-22 nog losgetrokken van het strand van Zandvoort met Dyneema. Duwbakken en koppelverbanden gebruiken deze touwen om enorme krachten te beheersen, maar in de zeilchartervaart mag Dyneema niet meer worden gebruikt van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). En dat leidt tot grote commotie op de bruine vloot.

In de bruine vloot wordt veel gebruik maakt van kunststoftouw zoals Dyneema. De ILT stelt dat volgens de wet deze touwen niet zijn toegestaan. Foto ter illustratie Foto ANP

Deze week waren zo’n 170 charterschippers bijeen in Lelystad. Daar vertelde de ILT hoe de aanvullende verplichte keuring van alle 240 schepen in z’n werk zou gaan. Voor 1 april dient een groot deel van de schepen die keuring te hebben afgerond. De ILT benadrukte daarbij dat er onder geen beding meer Dyneema-touwen mogen worden gebruikt.

Tekst gaat verder onder de foto.

Deze week waren er zo’n 170 schippers van de bruine vloot bij elkaar in Lelystad. Daar vertelde ILT hoe de aanvullende verplichte keuring van alle 240 schepen in z’n werk zou gaan. Foto X

De ILT gaf ook uitleg bij het verbod op HMPE-touwsoorten zoals Dyneema. Reden: het Estrin verbiedt het gebruik van polyethyleen en ook HMPE is een polyethyleen. Het Estrin schrijft voor wat wel en niet mag aan boord qua inrichting en uitrusting. De afgelopen decennia is het gebruik van HMPE-touwsoorten toegestaan door de keurende instanties, ondanks de Estrin-bepalingen.

Tekst gaat verder onder de foto.

Touw gemaakt van Dyneema is volgens schippers veel sterker en veiliger dan andere materialen. Foto Shutterstock

Duizenden euro’s kosten

Een grote groep schippers maakt veel gebruik van deze touwen vanwege de grote voordelen ervan. Deze kunststoftouwen zijn sterker en, volgens de schippers, vaak veiliger dan staaldraad of touw van andere materiaal. Vervanging van de HMPE’s en bijhorende aanpassingen in de tuigage zou ‘duizenden euro’s kunnen kosten. ‘Er waren schippers die bijna zaten te huilen’, zegt schipper Ruben Viergever. ‘Het is gewoon boekhouderij.’

Ook brancheorganisatie BBZ was niet tevreden met het ILT-standpunt. Directeur Paul van Ommen vindt de ILT-opstelling te formalistisch. ‘De bepaling is waarschijnlijk rond het jaar 2000 in het Binnenschepenbesluit (voorloper van Estrin) gekomen, vermoedelijk om tegen te gaan dat oranje plastic pakdraad werd gebruikt. Maar de HMPE’s zijn ver doorontwikkelde polyethylenen.’

Tekst gaat verder onder de foto.

BBZ-directeur Paul van Ommen wil dat ILT de uitkomsten van het TNO-onderzoek naar Dyneema-touw afwacht. Foto René Quist

Dyneema, of HMPE’s zijn van een geheel andere orde, schetst Van Ommen. ‘Het wordt gebruikt in de offshore, in de binnenvaart en laatst, toen de staalkabels braken bij het lostrekken van die garnalenkotter bij Zandvoort, lukte dat lostrekken wel met Dyneema heb ik begrepen.’

Het is heel vreemd dat dat verbod alleen voor de binnenzeilvaart geldt, of er nog steeds alleen bij ons in staat. Waarom mag het daar wel allemaal worden gebruikt en niet in zeilvaart? Wat de BBZ betreft moet de ILT hier kijken naar het veiligheidsargument.’

TNO-onderzoek naar Dyneema

De ILT heeft TNO opdracht gegeven Dyneema te onderzoeken. ‘Ik kan mij niet voorstellen dat TNO gaat zeggen dat er niet met HMPE mag worden gevaren.’

De uitkomst van het TNO-onderzoek wordt over een half jaar verwacht. Dat is later dan de deadline van 1 april die geldt voor de herkeuring van alle bruine vloot-schepen. ‘Dat levert de Kafkaiaanse situatie op dat schippers nu alle Dyneema moeten vervangen, terwijl het in de zomer misschien weer mag worden gebruikt’, zegt schipper Viergever.

De BBZ wil dat ILT schepen ten minste voorlopig toestaat om Dyneema te gebruiken als het op een verantwoorde manier is toegepast; fabrikanten en leveranciers geven daar goede instructies over. ‘Er kan dan een termijn worden gesteld die rekening houdt met het lopende onderzoek’, zegt Van Ommen. ‘Als Dyneema dan toch wordt toegestaan, hoeven scheepseigenaren niet onnodig op kosten te worden gejaagd.’

Toen in 2022 een man om het leven kwam door een vallende giek, ging al snel het verhaal dat een Dyneema-touw was geknapt. ‘Maar dat was niet zo, het was een foute eindverbinding in het touw.’ De discussie zou volgens de BBZ moeten gaan over het deugdelijke gebruik van dit materiaal, niet over het pertinente verbod ervan.

Tuigboek

Overigens is de BBZ voorstander van het aanvullende onderzoek en het tuigboek. ‘Dan weet iedereen hoe de schepen ervoor staan. Het mes snijdt aan twee kanten. De bemanning kan beter zicht houden op de tuigage en de onderdelen ervan, maar gebruikt het ook voor de eigen controles en de onderhoudsplanning. De keurende instanties weten vervolgens ook beter waar ze dan naar moeten kijken. Je hebt een gerichter en inhoudelijker uitwisseling tussen schipper en inspecteur op basis van dat document.’

Deel dit artikel

Reacties (6)

  • Gelukkig, dat ILenT dit probleem zo heeft opgelost. Hoe komt het toch dat wetgeving zover achter loopt, op nieuwe ontwikkelingen. Wat ik mij dan wel weer afvraag, terwijl de hele branche al jaren lang Dyneema en HMPE gebruikt zonder dat er ooit iemand praat over heeft gemaakt, bij certificaat vernieuwing. Volgens mij valt dit probleempje onder punt 39 Meerdraden in het CvO. Is ILenT er pas achter gekomen wat er in het ES-TRIM staat, of is men vergeten om met de klasse bureaus hierover te communiceren? Als je alles uitbesteed, zoals onze overheid heeft gedaan, loop je het risico dat niet iedereen de wet meer naleeft. Als het rapport van TNO klaar is, gelijk doorsturen naar Straatsburg, kunnen ze het ES-TRIM wijzigen. En wat tankers betreft, gewoon in het ADN kijken met welk materiaal je vast moet maken. Er moeten altijd 2 staaldraden of hercules vast staan, om afdrijven bij brand te voorkomen.

    Geplaatst door: Hens van Buren op
  • @Brugg Pethke, U hebt gelijk dat het staand want niet sterker moet zijn dan de mast aankan. Niet de diameter van het staaldraad of ander materiaal is het belangrijkste, maar vooral de breeksterkte is maatgevend tussen voor dat doel vastgestelde onder- en bovengrenzen.

    @Marnix Van der Wel, U hebt de rechtszaak over de bunkertanker niet goed gelezen, want het (onderbezette) personeel van het zeeschip doet helemaal niets, zelfs niet eens een touwladder uithangen. Zie: https://adoc.pub/bunkeraar-voor-rechter-door-tegenstrijdige-regelgeving.html.
    De tanker had een plateau met railing op de bunkergiek gemaakt, waarmee men een personeelslid naar het gangboord van het zeeschip 20 meter hoger omhoog kon brengen. Daar aan boord gestapt moest hij/zij met een werplijn de meertros handmatig omhoog halen. Het bevestigen van het staaldraad op een stevig onderdeel van het zeeschip was een knelpunt, wat bij soepel dyneema prima mogelijk was. Ook aan brandgevaar was gedacht, want de betreffende meertrossen hadden een certificaat van brandveiligheid. Het ging in die zaak puur om de letter van de BinnenVaartWet, BinnenVaartBesluit, en BinnenVaartRegeling (Nu aangevuld vanuit ES-TRIN) die tegenstrijdig was met de ArboWet van maximaal te tillen gewichten. Wetgeving mag nooit tegenstrijdig zijn, en dat is altijd een zeer grondige reden om het voor een rechter te brengen. Personeel mag dus weigeren bovenwettelijke gewichten te gaan tillen. In 2e instantie is de bunkerschipper in het gelijk gesteld. Let wel, dit speelde al in 2008/2009, zou heden dus al lang geen punt meer mogen zijn. Zoals ik aan iemand anders ook al eens aangaf, ik schrijf nooit zomaar wat. Feiten controleren is dus meestal noodzakelijk om iets te onderbouwen.
    Wat betreft uw opmerkingen over de eindverbindingen heeft u helemaal gelijk. Het voordeel van slechts een oog in een tros en in het andere einde een paalsteek, is dat je dan de mogelijkheid behoudt om de lijn door een kleine (katrol) opening te kunnen halen, wat met twee vast aangebrachte ogen niet altijd kan, vanwege de verdikking op de splits. Er zijn zelfs boeken die het maken van een goede splits in gevlochten touwwerk beschrijven. Tja, en bij geslagen touwwerk moet je dan inderdaad aanzienlijk veel meer dan 3 doorsteken aanbrengen. En voor de zekerheid dat vooraf door de leverancier of specialist laten aanbrengen met vermelding daarvan op de factuur. De allergoedkoopste aanschaffen uit een ver buitenland is vragen om problemen. Ik heb van zeer dichtbij een generator gezien waarop de merknamen Deutz en AtlasCopco (valselijk) waren vermeld, maar het ding kon nog geen simpele slijptol goed draaiend krijgen wat volgens het typeplaatje en vermogen wel zou moeten kunnen. Sorry, maar ik haat dat soort “rommel”. Liever weinig goede spullen, dan vele slechte. Het genot van de lage prijs is allang verdampt, als de irritatie van de slechte kwaliteit nog lang voortduurt. En per saldo moet je dan alsnog de betere materialen gaan aanschaffen, en is het vorige geld dom weggegooid.

    Geplaatst door: Henri.Derksen op
  • Over het verplicht afmeren met staaldraden:
    De verplichting om op staaldraad af te meren langszij van zeeschepen komt waarschijnlijk van het feit dat staaldraad veel beter tegen hitte kan dan synthetische trossen. Dit is van belang in geval van brand.

    Het is trouwens niet zo dat de bemanning van de bunkertanker de trossen of draden 20 meter omhoog moet trekken. Dit wordt gedaan door de bemanning van het zeeschip. Over het algemeen hebben zeeschepen wel genoeg lieren aan dek staan hiervoor.

    Over het gebruik van Dyneema in de chartervaart: Dyneema is per omtrek even sterk als staaldraad van dezelfde omtrek. Dit is algemeen bekend om dit opnieuw te bewijzen met het TNO onderoek lijkt onnodig.

    Bij levering van Dyneema trossen wordt een certificaat meegeleverd met daarin de breeksterkte van de tros, gemeten op de trekbank en geferifieerd door een class surveyor.
    Op dit moment zit er nog geen oog aan de tros, dit wordt gesplitst door de leverancier, niet door de manufacturer. Als DSM de manufacturer is, dan is Lankhorst de leverancier om een voorbeeld te geven.

    Ik heb recentelijk meegemaakt als kapitein op een zeesleper dat op dezelfde dag we van 4 splinternieuwe pennants de splits eruit hebben getrokken, met geeneens veel kracht erop. Duidelijk slechte splitsen van de leverancier uit Sjanghai.

    Wat in deze context van belang is, is dat de sterkte van het material niet ter discussie staat, maar wel de kwaliteit van de eindverbinding. Het onderzoek van TNO zou hierop gericht moeten worden.
    Er is een gebrek aan expertise in het splitsen van het gladde dyneema. Hoe te splitsen en in controle daarop. Dit van zowel schippers als surveyors. Even een oogje splitsen in een nieuwe dyneema kraanlijn kan vragen om problemen zijn. Het material is erg glad en vraagt om een speciale splits methodes. Drie keer doorsteken zoals gebruikelijk met 3 strengs manila eindje is er niet bij. Dat kan zijn wachten op het moment dat het oog van de kraanlijn het begeeft omdat de splits eruit getrokken is om maar wat te noemen….

    Gezien het bovenstaande valt het te overwegen een ander eindverbinding te gebruiken. De kraanlijn bijvoorbeeld kan prima met een werpankersteek op de sluiting gezet worden zonder veel verlies aan sterkte. Dit kan later alsnog gesplitst worden door een erkende tuiger, als het oog van de schipper ook wat wil.
    Voor een snel oog in de tros gebruik gewoon een paalsteek. Dyneema is sterk zat om te compenseren voor verlies aan sterkte.
    Op het internet is veel informatie te verschillende Dyneema trossen te splitsen.

    Geplaatst door: Marnix Van der wel op
  • Over het verpligt afmeren met staaldraden:
    De verplichting om op staaldraad af te meren bij zeeschepen langszij komt waarschijnlijk van het feit dat staaldraad hittebestendig is in tegenstelling tot synthetische trossen Dit is van belang in geval van brand.

    Het is trouwens niet zo dat de bemanning van de bunkertanker de trossen of draden 20 meter omhoog moet trekken. Dit wordt gedaan door de bemanning van het zeeschip. Over het algemeen hebben zeeschepen wel genoeg lieren aan dek staan hiervoor.

    Over het gebruik van Dyneema in de chartervaart: Dyneema is per omtrek even sterk als staaldraad van dezelfde omtrek. Dit is algemeen bekend om dit opnieuw te bewijzen met het TNO onderzoek lijkt onnodig.
    Bij levering van Dyneema trossen wordt een certificaat meegeleverd met daarin de breeksterkte van de tros, gemeten op de trekbank en geferifieerd door een class surveyor.
    Op dit moment zit er nog geen oog aan de tros, dit wordt gesplitst door de leverancier, niet door de manufacturer. Als DSM de manufacturer is, dan is Lankhorst de leverancier om een voorbeeld te geven.

    Ik heb recentelijk meegemaakt als kapitein op een zeesleper dat op dezelfde dag we van 4 splinternieuwe pennants de splits eruit hebben getrokken, met geeneens veel kracht erop. Duidelijk slechte splitsen van de leverancier uit Sjanghai.
    Wat in deze context van belang is, is dat de sterkte van het material niet ter discussie staat, maar wel de kwaliteit van de eindverbinding. Het onderzoek van TNO zou hierop gericht moeten worden.

    Er is een gebrek aan expertise in het splitsen van het gladde dyneema. Hoe te splitsen en in controle daarop. Dit van zowel schippers als surveyors. Even een oogje splitsen in een nieuwe dyneema kraanlijn kan vragen om problemen zijn. Het material is erg glad en vraagt om een speciale splits methodes. Drie keer doorsteken zoals gebruikelijk met 3 strengs manila eindje is er niet bij. Dat kan zijn wachten op het moment dat het oog van de kraanlijn het begeeft omdat de splits eruit getrokken is om maar wat te noemen….

    Gezien het bovenstaande valt het te overwegen een ander eindverbinding te gebruiken. De kraanlijn bijvoorbeeld kan prima met een werpankersteek op de sluiting gezet worden zonder veel verlies aan sterkte. Dit kan later alsnog gesplitst worden door een expert, als het oog van de schipper ook wat wil.
    Voor een snel oog in de tros gebruik gewoon een paalsteek. Dyneema is sterk zat om te compenseren voor het verlies aan sterkte.

    Op het internet is veel informatie te vinden hoe verschillende Dyneema trossen te splitsen.

    Geplaatst door: Marnix Van der wel op
  • Ik snap het wel, het gaat niet om de trossen maar om de tuigage, het tuig moet niet sterker worden want dan komt er teveel druk op de masten, het zwakste punt breekt, liever het tuig dan de masten.

    Geplaatst door: Brugg Pethke op
  • Beste heer Paul van Ommen, Ja hier krijg je inderdaad de kriebels van, maar toen herinnerde ik mij de boete met een strafzaak in 2009 met jurisprudentie tegen een bunkertankerschipper die stookolie aan de zeevaart levert in Rotterdam. Daar stelde de OvJ dat volgens het ADNR voor vervoer met tankschepen voor gevaarlijke stoffen staaldraden verplicht zijn. ADNR droge ladingschepen waren daar wel van vrijgesteld. Voor de meeste tankschepen geen probleem, maar bij het afmeren langszijde van hoge zeeschepen is dat wel een probleem, want het gewicht van staaldraad is te hoog volgens de arbo-wetgeving om door personeel 20 meter omhoog vast te gaan zetten. Uiteraard had zijn schip wel staaldraden aan boord, maar langszijde het zeeschip bewust de Dyneema lijnen gebruikt, waar hij dus een proces verbaal met boete voor kreeg. Het argument dat kleine bunkerscheepjes (tot 300 ton) wel dyneema mogen gebruiken, ging volgens de OvJ niet op voor deze grote bunkertanker “Jade” van 9000 ton. Ik herinnerde mij dat er eerst een tussenvonnis was gewezen, waarin de OvJ werd gevraagd om uit te zoeken hoe de schipper aan de ARBO-wet kon voldoen met staaldraad. Dat kon ze natuurlijk niet. Volgens mij is later Dyneema voor dit soort schepen ook toegestaan na een technische onderzoek. Op de website van Schuttevaer kon ik er niets over vinden, maar het stond wel op de voorpagina van de ScheepVaartKrant 26e jaargang editie 15 van van 2 september 2009. Deze is als *.pdf downloadbaar. Hopelijk kan jij of jullie advocaat de uitspraak van deze Dyneema bunkerschipper strafzaak ergens vinden, en dat gebruiken richting IL&T. Veel succes ermee, en ik/wij vernemen graag het vervolg, groet van Henri.

    Geplaatst door: Henri.Derksen op

Reageer