Het medische team aan boord begeleidde de bevalling. Het meisje werd Gelila gedoopt, wat volgens haar Eritrese moeder ‘van de zee’ betekent. De migranten werden vrijdagochtend afgezet in Trapani op Sicilië.

Op 15 juni werden tussen Egypte en Sicilië 197 migranten van een zinkend schip gehaald. Het schip, dat al zeven dagen onderweg was, zond een noodoproep uit. De oude boot had volgens de marine bijna geen voorstuwing meer en lag zeer instabiel in het water. De migranten werden met een rubberboot van boord gehaald. Onder de opvarenden bevonden zich 141 mannen, 40 vrouwen en 16 kinderen. Ze kregen aan boord medische verzorging, eten en drinken. De kinderen kregen knuffeldieren, die door het thuisfront van de Van Amstel waren ingezameld.

Inspectie-drone

Woensdagavond was de Van Amstel met deze mensen onderweg naar Italië toen het opnieuw raak was. Een Italiaans marinevliegtuig spotte een bootje in nood op 80 mijl ten zuidwesten van Griekenland. De Van Amstel kreeg opdracht naar de locatie op te stomen en de opvarenden te redden. Ter plaatse aangekomen voerde de Van Amstel eerst een verkenning uit met de speciaal daarvoor meegenomen drone om een goed overzicht van de situatie te krijgen. De drone wordt ingezet omdat er geen boordhelikopter mee kan, want het helikopterdek en de hangaar doen dienst voor de opvang van migranten. Daarna werden de 244 opvarenden (181 mannen, 23 vrouwen en 40 kinderen) met rubberboten overgebracht naar het fregat. Uit gesprekken met de migranten bleek dat het scheepje al 18 dagen onderweg was. Vier mensen werden opgenomen in de noodziekenboeg met uitputtings- en uitdrogingsverschijnselen. Het scheepje zonk na de reddingsactie.

De Van Amstel vaart voor een grensbewakingsoperatie van Frontex. Deze organisatie werd in 2004 opgericht voor versterking van de Europese grenscontroles. Daarvoor coördineert de organisatie gezamenlijke operaties op het land, op zee en in de lucht. Deze operaties bestaan naast de grenscontroles die de afzonderlijke landen uitvoeren.