Volgens secretaris-generaal Hans van der Werf gaat de CCR er niet over en is er binnen de organen van het CDNI (orgaan dat het internationaal afvalverdrag Rijn- en binnenvaart regelt) nog ‘lopend beraad’ over de huisvuilkwestie. De ASV hoort daar volgens Van der Werf binnenkort meer over van de secretaris van het CDNI.

Volgens artikel 45 van de Herziene Rijnvaartakte hebben burgers het recht een klacht in te stellen wanneer deze voortvloeit uit ‘de toepassing van dit Verdrag en uit de uitvoering van door de Regeringen van de Oeverstaten onderling vastgestelde reglementen en door hen in gemeen overleg genomen maatregelen’. Maar volgens Van der Werf heeft deze klacht geen betrekking op de Herziene Rijnvaartakte of de reglementen die op basis daarvan werden vastgesteld. ‘Uw klacht heeft betrekking op de niet-naleving van het CDNI, hetgeen een op zichzelf staand internationaal verdrag is, dat losstaat van de Herziene Rijnvaartakte. Daarom is de klachtenprocedure volgens artikel 45 niet van toepassing.’

De ASV diende de klacht 28 februari in en hoorde vervolgens lange tijd niets. Op 13 mei stuurde voorzitter Sunniva Fluitsma 13 mei de CCR een herinnering waarin ze haar ongenoegen uitte over het uitblijven van een reactie. ‘In het reglement van het klachtrecht van de CCR staat geschreven: "Het secretariaat bevestigt de ontvangst van de klacht en stelt zo snel mogelijk de delegatie van de in de klacht bedoelde lidstaat op de hoogte".’

De CCR reageerde kort na ontvangst van deze brief en een telefoontje dat VVD-Kamerlid Betty de Boer vorige week op verzoek van de ASV pleegde met Van der Werf.