Problemen hadden zich opgestapeld voor Ottosen. Er was al een slepend conflict over alimentatie en nu was ook zijn sleepboot in Harlingen aan de ketting gelegd door een leverancier in IJmuiden. De Deutz, die vele jaren geen ‘verkeerde klap’ gaf, had daar een koprevisie ondergaan, die veel duurder was uitgevallen dan Ottosen had ingeschat. En kort daarop bleek een totale revisie onontkoombaar. Toen die in Harlingen door een ander bedrijf was uitgevoerd, eiste de schuldeiser in IJmuiden zijn geld en liet beslag leggen. ‘In zijn wanhoop zag hij geen andere uitweg’, verklaart Gijs van Hesteren op de website. ‘In een afscheidsbrief schreef hij: "Dit betekent voor mij het einde. Ik kan met alle piraten vechten, maar dit niet. Ik ben sowieso doodmoe na jaren vechten.”’