Bijna nergens afgiftepunten voor slobs

Patrick Helweg en Jasper van Hooff wisselen elkaar af op de tanker Rubens. De Rubens is het eerste schip van Patrick. Hij koos na een oriëntatieperiode voor de tankvaart. De Rubens doet veel havenwerk en haar eigenaar stelt vast dat er beslist meer afgiftepunten voor slobs nodig zijn.’

Bijna nergens afgiftepunten voor slobs

Door Henriette Driesen-Joanknecht

‘Wij kunnen alleen bij ATM-Moerdijk terecht voor onze slobs. In Rotterdam is op dat gebied niets geregeld voor de binnenvaart. Het is vreemd dat zo’n grote haven dat soort voorzieningen niet heeft. Nu moet je vanaf Rotterdam naar Moerdijk varen om je slobs af te geven. Voor zover ik weet, is het zelfs de enige voorziening in Nederland en het Rijngebied. Dat is nauwelijks voor te stellen als je ziet hoeveel gevaarlijke producten de tankvaart vervoert en dat lang niet alle schepen dedicated zijn. Het is ook niet goed voor de uitstoot als schepen honderden kilometers moeten varen om hun slobs af te geven.’

Behalve extra punten voor de afgifte van slobs zou hij ook graag meer voorzieningen zien, waar de binnenvaart ander afval kwijt kan. ‘Ik zou graag meer voorzieningen zien, waar je 24 uur per dag huisvuil kwijt kunt en water kunt pakken. Een groot deel van de binnenvaart werkt in de 24-uurseconomie, maar dat soort voorzieningen gaat niet 24-uur per dag door.’

De Rubens vaart hoofdzakelijk in de ARA en heeft veel zeebootwerk. Volgens Patrick is de Rubens daar het geschiktst voor. ‘Het schip is gedeeltelijk van RVS. Ze heeft zes RVS tanks en vier gecoate. Ze is gemakkelijk schoon te maken, want ze heeft een eigen wasinstallatie. We kunnen acht partijen 100% separaat laden. Op de Rijn zijn het vaak bulkladingen. Dat werk doen we ook weleens. Maar dan gebruik je niet de uitrusting van het schip.’

Jasper vindt het geen enkel probleem dat zijn werkgever meestal in de ARA vaart. ‘Voor mij hoeft dat Rijnwerk niet. Van mij mogen ze bij wijze van spreken een dam aan Lobith bouwen’, grapt hij.

Gezin

Patrick is sinds twee jaar eigenaar van de Rubens. Het bevalt hem goed. Hij wilde de laatste tien jaar voor zichzelf beginnen. ‘Ik was het zat, dat telkens als je een schip had opgeknapt, het werd verkocht. Toen heb ik de beslissing genomen om voor mezelf te beginnen.’

Hij keek rond op meerdere scheepstypen. Het werd een tanker, omdat daar systeemvaart mogelijk was. ‘Ik heb een beunschip, de containervaart en een Neokemp bekeken. Daar kon ik niet het vrijetijdssysteem varen dat ik wilde. Mijn gezin woont thuis en op een tanker kon ik vrije tijd varen. Dat vonden we belangrijk.’

Zijn gezin speelde een belangrijke rol in de keuze. ‘Wij hebben er specifiek voor gekozen om onze kinderen niet naar het internaat te doen. Het idee stond ons tegen, ook al geloof ik niet dat het slecht is. Ik mis mijn kind nu al in de weken dat ik aan boord zit.’

Patrick heeft het LBO-KOF in Rotterdam gedaan, volgde daarna het leerlingwezen matroos en haalde daarna via zelfstudie zijn papieren. Alleen voor zijn radar en ADNR-chemie ging hij terug naar school.

Eerder kleiner

Jasper is de kapitein in de andere week. Hij vaart in loondienst en heeft geen ambities om voor zichzelf te beginnen. ‘Vroeger had ik die droom wel, maar ik heb zo vaak gezien dat het niet goed gaat, dat ik mijn droom heb bijgesteld. Ik ben zelfs nog met een eigen schip beziggeweest, maar dat is afgeketst.’

Zijn familie zit in de zeevaart. Een vriend maakte hem attent op de binnenvaart. ‘Toen ik klein was wilde ik altijd naar zee, maar het werd de binnenvaart. Een maatje van mij had een vader met een binnenvaartschip. Daar maakte ik kennis met de binnenvaart.’

Jasper moest van zijn ouders eerst zijn opleiding afmaken, voordat hij mocht gaan varen. ‘Ik heb het grafisch lyceum in Rotterdam gedaan. Dat moest ik van mijn ouders afmaken. Daarna heb ik een eenjarige opleiding op het STC gedaan. Ik zat in het laatste jaar op de Noorderhel, zoals wij de Noorderhelling destijds noemden.’

In de toekomst ziet Patrick zich eerder kleiner gaan dan groter. ‘Ik denk eerder aan een 86-meter, dan aan een 135-meter. Ik denk dat daarin meer toekomst ligt. Maar ik wil graag hetzelfde werk blijven doen en op een RVS-schip blijven varen. Dit ligt me goed. Mensen doen vaak neerbuigend over een kleiner schip. Ik denk toch dat we het met z’n allen moeten doen. Ik verwacht dat daar voor mij een markt ligt. Ik hoop dat ik dat binnen de vijf tot tien jaar kan realiseren, als het economisch tij gunstig is voor mij.’

Scheepsgegevens

Scheepsnaam: Rubens. Lengte: 110 meter. Breedte: 11,40 meter. Diepgang: 3,25 meter. Tonnage: 2631. Europanummer: 023267694. Motor: ABC, afgesteld op 1680 pk. Bouwjaar: 1995, verlengd in 1996. Thuishaven: Nieuw Weerdinge. Eigenaar: Patjo BV.

 

Bijna nergens afgiftepunten voor slobs | Schuttevaer.nl

Bijna nergens afgiftepunten voor slobs

Patrick Helweg en Jasper van Hooff wisselen elkaar af op de tanker Rubens. De Rubens is het eerste schip van Patrick. Hij koos na een oriëntatieperiode voor de tankvaart. De Rubens doet veel havenwerk en haar eigenaar stelt vast dat er beslist meer afgiftepunten voor slobs nodig zijn.’

Bijna nergens afgiftepunten voor slobs

Door Henriette Driesen-Joanknecht

‘Wij kunnen alleen bij ATM-Moerdijk terecht voor onze slobs. In Rotterdam is op dat gebied niets geregeld voor de binnenvaart. Het is vreemd dat zo’n grote haven dat soort voorzieningen niet heeft. Nu moet je vanaf Rotterdam naar Moerdijk varen om je slobs af te geven. Voor zover ik weet, is het zelfs de enige voorziening in Nederland en het Rijngebied. Dat is nauwelijks voor te stellen als je ziet hoeveel gevaarlijke producten de tankvaart vervoert en dat lang niet alle schepen dedicated zijn. Het is ook niet goed voor de uitstoot als schepen honderden kilometers moeten varen om hun slobs af te geven.’

Behalve extra punten voor de afgifte van slobs zou hij ook graag meer voorzieningen zien, waar de binnenvaart ander afval kwijt kan. ‘Ik zou graag meer voorzieningen zien, waar je 24 uur per dag huisvuil kwijt kunt en water kunt pakken. Een groot deel van de binnenvaart werkt in de 24-uurseconomie, maar dat soort voorzieningen gaat niet 24-uur per dag door.’

De Rubens vaart hoofdzakelijk in de ARA en heeft veel zeebootwerk. Volgens Patrick is de Rubens daar het geschiktst voor. ‘Het schip is gedeeltelijk van RVS. Ze heeft zes RVS tanks en vier gecoate. Ze is gemakkelijk schoon te maken, want ze heeft een eigen wasinstallatie. We kunnen acht partijen 100% separaat laden. Op de Rijn zijn het vaak bulkladingen. Dat werk doen we ook weleens. Maar dan gebruik je niet de uitrusting van het schip.’

Jasper vindt het geen enkel probleem dat zijn werkgever meestal in de ARA vaart. ‘Voor mij hoeft dat Rijnwerk niet. Van mij mogen ze bij wijze van spreken een dam aan Lobith bouwen’, grapt hij.

Gezin

Patrick is sinds twee jaar eigenaar van de Rubens. Het bevalt hem goed. Hij wilde de laatste tien jaar voor zichzelf beginnen. ‘Ik was het zat, dat telkens als je een schip had opgeknapt, het werd verkocht. Toen heb ik de beslissing genomen om voor mezelf te beginnen.’

Hij keek rond op meerdere scheepstypen. Het werd een tanker, omdat daar systeemvaart mogelijk was. ‘Ik heb een beunschip, de containervaart en een Neokemp bekeken. Daar kon ik niet het vrijetijdssysteem varen dat ik wilde. Mijn gezin woont thuis en op een tanker kon ik vrije tijd varen. Dat vonden we belangrijk.’

Zijn gezin speelde een belangrijke rol in de keuze. ‘Wij hebben er specifiek voor gekozen om onze kinderen niet naar het internaat te doen. Het idee stond ons tegen, ook al geloof ik niet dat het slecht is. Ik mis mijn kind nu al in de weken dat ik aan boord zit.’

Patrick heeft het LBO-KOF in Rotterdam gedaan, volgde daarna het leerlingwezen matroos en haalde daarna via zelfstudie zijn papieren. Alleen voor zijn radar en ADNR-chemie ging hij terug naar school.

Eerder kleiner

Jasper is de kapitein in de andere week. Hij vaart in loondienst en heeft geen ambities om voor zichzelf te beginnen. ‘Vroeger had ik die droom wel, maar ik heb zo vaak gezien dat het niet goed gaat, dat ik mijn droom heb bijgesteld. Ik ben zelfs nog met een eigen schip beziggeweest, maar dat is afgeketst.’

Zijn familie zit in de zeevaart. Een vriend maakte hem attent op de binnenvaart. ‘Toen ik klein was wilde ik altijd naar zee, maar het werd de binnenvaart. Een maatje van mij had een vader met een binnenvaartschip. Daar maakte ik kennis met de binnenvaart.’

Jasper moest van zijn ouders eerst zijn opleiding afmaken, voordat hij mocht gaan varen. ‘Ik heb het grafisch lyceum in Rotterdam gedaan. Dat moest ik van mijn ouders afmaken. Daarna heb ik een eenjarige opleiding op het STC gedaan. Ik zat in het laatste jaar op de Noorderhel, zoals wij de Noorderhelling destijds noemden.’

In de toekomst ziet Patrick zich eerder kleiner gaan dan groter. ‘Ik denk eerder aan een 86-meter, dan aan een 135-meter. Ik denk dat daarin meer toekomst ligt. Maar ik wil graag hetzelfde werk blijven doen en op een RVS-schip blijven varen. Dit ligt me goed. Mensen doen vaak neerbuigend over een kleiner schip. Ik denk toch dat we het met z’n allen moeten doen. Ik verwacht dat daar voor mij een markt ligt. Ik hoop dat ik dat binnen de vijf tot tien jaar kan realiseren, als het economisch tij gunstig is voor mij.’

Scheepsgegevens

Scheepsnaam: Rubens. Lengte: 110 meter. Breedte: 11,40 meter. Diepgang: 3,25 meter. Tonnage: 2631. Europanummer: 023267694. Motor: ABC, afgesteld op 1680 pk. Bouwjaar: 1995, verlengd in 1996. Thuishaven: Nieuw Weerdinge. Eigenaar: Patjo BV.