Denemarken legt zeezeilschepen nieuwe beperkingen op

Minster Schulz van Haegen (Infrastructuur) moet zich persoonlijk bemoeien met de vastgelopen ambtelijke onderhandelingen met Denemarken over de certificering van traditionele zeilschepen. Die oproep doet voorzitter Sicko Heldoorn van BBZ, de Vereniging voor Beroepschartervaart, in een brief aan de minister, nu Denemarken Nederlandse charterschepen binnen 5 mijl van de kust wil houden.

- ENKHUIZEN,

‘Haar ministerie was dicht bij een overeenkomst met Denemarken, die een einde zou kunnen maken aan jarenlang slepende juridische procedures en een door de Europese Commissie gestarte inbreukprocedure tegen Denemarken. Nu de onderhandelingen vast zitten roepen we de minister op om zich persoonlijk met de kwestie te bemoeien’, zegt Heldoorn in een toelichting op de brief.

Certificering

De onderhandelingen, die Schultz’ ministerie voert met de Deense Maritieme Autoriteit (DMA) over de certificering van zeilschepen, zijn vastgelopen. In de brief schrijft BBZ: ‘Een convenant over de erkenning van de nationale certificaten van traditionele zeezeilschepen leek nabij. Ambtelijk was door uw ministerie samen met de DMA een concept voorbereid.

‘Met deze overeenstemming zou de Europese inbreukprocedure kunnen worden stopgezet en zou de rechtszaak over de aanhouding van de Catherina (in de zomer van 2008 , Red.) bij de rechtbank in Kopenhagen kunnen worden ingetrokken. Hiermee zou een einde komen aan jarenlange onrust voor de Nederlandse Oostzeevloot en het onnodig maken van kosten voor juridische bijstand.’

Spaak in het wiel

Maar als een donderslag bij heldere hemel is er nu van Deense zijde een spaak in het wiel gestoken. De DMA heeft laten weten dat de Nederlandse zeilschepen niet verder dan 5 mijl uit de kust mogen varen. Voor de scheepseigenaren, leden van de BBZ, is dat onacceptabel. Ten eerste omdat het gevaarlijk is om zeilschepen te dwingen zo dicht onder de kust te varen en vervolgens omdat deze inperking van het vaargebied hun economische schade zal opleveren.

De Europese Commissie heeft gezegd voor het einde van het jaar verder te willen met de inbreukprocedure tegen Denemarken en dat alleen een overeenkomst met Nederland haar af kan houden van de gang naar het Europese Hof van Justitie. ‘Er is dus nog maar weinig tijd’, stelt BBZ in de brief aan minister Schultz.

De rechtbank van Kopenhagen zet de rechtszaak tegen de aanhouding van de Catherina (na aanvankelijk schorsing vanwege de lopende Europese infractieprocedure) nu toch weer door.

In haar overleg met de Kamercommissie in juni heeft Schultz volgens BBZ terecht aangegeven geen juridische kosten voor deze zaak meer te willen maken. Een overeenkomst tussen Nederland en Denemarken zou ook aan deze kostbare zaak een einde kunnen maken, aldus BBZ. ‘Wij vragen u om dit grote onheil in bestuurlijk overleg met uw Deense ambtgenoot te keren. De haven was in zicht en nu dreigen we alsnog te stranden. Nu stranden veroorzaakt veel onrust en hoge onnodige juridische kosten voor uw ministerie, de BBZ en de betrokken ondernemers.’ (DvdM)

 

Denemarken legt zeezeilschepen nieuwe beperkingen op | Schuttevaer.nl

Denemarken legt zeezeilschepen nieuwe beperkingen op

Minster Schulz van Haegen (Infrastructuur) moet zich persoonlijk bemoeien met de vastgelopen ambtelijke onderhandelingen met Denemarken over de certificering van traditionele zeilschepen. Die oproep doet voorzitter Sicko Heldoorn van BBZ, de Vereniging voor Beroepschartervaart, in een brief aan de minister, nu Denemarken Nederlandse charterschepen binnen 5 mijl van de kust wil houden.

- ENKHUIZEN,

‘Haar ministerie was dicht bij een overeenkomst met Denemarken, die een einde zou kunnen maken aan jarenlang slepende juridische procedures en een door de Europese Commissie gestarte inbreukprocedure tegen Denemarken. Nu de onderhandelingen vast zitten roepen we de minister op om zich persoonlijk met de kwestie te bemoeien’, zegt Heldoorn in een toelichting op de brief.

Certificering

De onderhandelingen, die Schultz’ ministerie voert met de Deense Maritieme Autoriteit (DMA) over de certificering van zeilschepen, zijn vastgelopen. In de brief schrijft BBZ: ‘Een convenant over de erkenning van de nationale certificaten van traditionele zeezeilschepen leek nabij. Ambtelijk was door uw ministerie samen met de DMA een concept voorbereid.

‘Met deze overeenstemming zou de Europese inbreukprocedure kunnen worden stopgezet en zou de rechtszaak over de aanhouding van de Catherina (in de zomer van 2008 , Red.) bij de rechtbank in Kopenhagen kunnen worden ingetrokken. Hiermee zou een einde komen aan jarenlange onrust voor de Nederlandse Oostzeevloot en het onnodig maken van kosten voor juridische bijstand.’

Spaak in het wiel

Maar als een donderslag bij heldere hemel is er nu van Deense zijde een spaak in het wiel gestoken. De DMA heeft laten weten dat de Nederlandse zeilschepen niet verder dan 5 mijl uit de kust mogen varen. Voor de scheepseigenaren, leden van de BBZ, is dat onacceptabel. Ten eerste omdat het gevaarlijk is om zeilschepen te dwingen zo dicht onder de kust te varen en vervolgens omdat deze inperking van het vaargebied hun economische schade zal opleveren.

De Europese Commissie heeft gezegd voor het einde van het jaar verder te willen met de inbreukprocedure tegen Denemarken en dat alleen een overeenkomst met Nederland haar af kan houden van de gang naar het Europese Hof van Justitie. ‘Er is dus nog maar weinig tijd’, stelt BBZ in de brief aan minister Schultz.

De rechtbank van Kopenhagen zet de rechtszaak tegen de aanhouding van de Catherina (na aanvankelijk schorsing vanwege de lopende Europese infractieprocedure) nu toch weer door.

In haar overleg met de Kamercommissie in juni heeft Schultz volgens BBZ terecht aangegeven geen juridische kosten voor deze zaak meer te willen maken. Een overeenkomst tussen Nederland en Denemarken zou ook aan deze kostbare zaak een einde kunnen maken, aldus BBZ. ‘Wij vragen u om dit grote onheil in bestuurlijk overleg met uw Deense ambtgenoot te keren. De haven was in zicht en nu dreigen we alsnog te stranden. Nu stranden veroorzaakt veel onrust en hoge onnodige juridische kosten voor uw ministerie, de BBZ en de betrokken ondernemers.’ (DvdM)