‘Het bestuur van de BBZ is de minister erkentelijk voor haar betrokkenheid en inzet’, reageert voorzitter Sicco Heldoorn van de Vereniging voor Beroepschartervaart. Aanleiding voor de procedure was de aanhouding in 2008 van een Nederlands zeilschip in Denemarken. Dit schip was, net als alle andere zeilschepen, voorzien van Nederlandse certificaten, maar die werden door Denemarken niet erkend.
De Kamerleden Farshad Basir (SP), Betty de Boer (VVD), Sander de Rouwe (CDA) en Albert de Vries (PvdA) riepen de minister op de BBZ ook financieel te blijven ondersteunen in de rechtszaak.
Eerdere toezegging
De toezegging van de minister vloeit volgens de BBZ voort uit de eerdere toezegging van voormalig staatssecretaris Huizinga naar aanleiding van de motie Aptroot/Van Hijum uit 2009. Die motie vroeg de toenmalige bewindspersoon juridische actie te ondernemen tegen Denemarken. Om bestuurlijk juridische redenen is er toen voor gekozen de Vereniging voor Beroepschartervaart in het proces tegen Denemarken te steunen. Het ministerie heeft hier toen € 65.000,– en later nog € 12.000,- aan bijgedragen. De BBZ heeft zelf ook een forse bijdrage aan menskracht en middelen geleverd.
Inmiddels zijn Nederland en Denemarken hoopvolle gesprekken gestart in een poging om aan bovengenoemde situatie een eind te maken. Een goede overeenkomst zal er toe leiden dat de BBZ de lopende rechtszaak kan stoppen. Voor de betrokken ondernemers, de eigenaren van traditionele zeilschepen, zou dit het einde betekenen van jarenlang aanhoudende onzekerheid. (DvdM)