Er staat een matroos voor mijn deur. Ik nodig hem binnen en gebaar hem te gaan zitten. Hij neemt plaats op het puntje van de bank alsof hij verwacht er elk moment vandoor te moeten.
‘Wat kan ik voor je doen?’, stel ik hem gerust. Meestal als een matroos een persoonlijk onderhoud met de kapitein wil hebben, zijn er thuis toestanden. Het geld is op, of een kind is ziek en moet naar de dokter. Maar deze keer is het anders.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.
Bent u al abonnee?