Bunkerbedrijf bovenop de oliebron

Het ene bunkerbedrijf is het andere niet. Het aanbod aan producten mag hetzelfde lijken, de organisaties achter de bedrijven zijn dat niet. Zo maakt bunkerbedrijf Reinplus Vanwoerden, kortweg Reinplus, deel uit van de North Sea Petroleum Holding, waardoor het ‘bovenop de oliebronnen zit’ en scherpe prijsafspraken met haar klanten kan maken.

Bunkerstation bovenop de oliebron

Door

Heere Heeresma jr.

Kadima betekent Voorwaarts in het Hebreeuws en is de naam van het 990 ton metende beunschip dat bij het Amsterdamse bunkerstation van Reinplus gasolie ligt te bunkeren. ‘Die naam heeft niets met onze christelijkheid te maken’, vertelt schipper Chris Hovestadt. ‘Het leek mijn vrouw Rianne en mij gewoon wat origineler dan Avanti of En Avant.’ Hovestadt is vaste klant bij bunkerbedrijf Delta in Dordrecht, dat gelieerd is aan Reinplus. ‘Daar gaat de rekening naartoe’, zegt Hovestadt, die zeer tevreden is over de prijzen en de service bij Reinplus.

  • Omzet Reinplus Vanwoerden Amsterdam blijft gelijk

Ten opzichte van de twee andere bunkerbedrijven in het Amsterdamse, Fiwado en Slurink, lijkt de vestiging van Reinplus iets minder gunstig gelegen. Liggen de twee collega’s aan de vaarroute Utrecht-IJsselmeer-Amsterdam, Reinplus ligt alleen aan de route Utrecht-Amsterdam danwel IJsselmeer-Amsterdam. Maar het effect blijkt mee te vallen. Filiaalmanager Justus Martens (1976), die met Ariejan Berkouwer, Stefan Broer en Piedro van der Gracht het bunkerstation bemant, vertelt dat zijn klanten op de route Utrecht-IJsselmeer die honderd meter wel even omvaren. ‘Bij ons liggen ze ook rustiger. Het water is hier breder, dus is er minder zuiging.’

Van de kredietcrisis merkt Martens vooral iets door de verhalen van schippers, zoals Hovestadt, die nog wel genoeg werk heeft, maar van de prijzen niet vrolijk wordt. ‘Maar we pompen net zoveel gasolie als vorig jaar. Om onduidelijke redenen, want we hadden verwacht dat het zou teruglopen. Maar het gaat eigenlijk prima.’ Hij zit dan ook met smart te wachten op de tanker voor de wekelijkse bevoorrading van de acht ‘tengen’ met hun gezamenlijke capaciteit van 650 kuub gasolie

Zwarte lijst

Mag de omzet van gasolie in Amsterdam dit jaar gelijk zijn gebleven, Reinplus als geheel – vijftien vestigingen in Nederland en Duitsland – deelt wel degelijk de pijn die de binnenschippers voelen nu het vervoer met zo’n twintig procent is teruggelopen, zo bevestigt directeur Ben van Kol (1963) vanuit het hoofdkantoor in Zwijndrecht. ‘We merken dat de omzetten teruglopen, maar omzet die er niet is, kunnen we ook niet scoren. Het is een zaak van de kosten beheersen. Wat service en openingstijden betreft, verandert er niets.’

Hoe zit het eigenlijk met die zwarte lijst van wanbetalers, die de branchevereniging van bunkerbedrijven NOVE bijhoudt? Voor de zomer stonden er nog nauwelijks namen op. Hoeveel zijn het er nu? ‘Bij mijn weten is dat aantal op de vingers van een hand te tellen’, zegt Van Kol. ‘Er wordt door ons alleen gebruik van gemaakt als wij het hele traject van herinneringen en aanmaningen hebben doorlopen. Pas als het ernaar uitziet dat het geen vruchten gaat afwerpen, geven we aan dat plaatsing op die lijst een mogelijk gevolg kan zijn.’

Kan de kredietcrisis aanleiding zijn voor een fusie tussen bunkerbedrijven? ‘Daar is bij ons ook weleens over gedacht, maar het is niet actueel. En groter is niet altijd beter, hè?’

Scherpe prijzen

De concurrentie tussen de bunkerbedrijven is een dagelijks gevecht. Kan een schipper scherpe prijsafspraken maken bij Reinplus? ‘Dat is de dagelijkse praktijk. Als een afnemer interesse heeft in een bepaalde gasolieprijs voor een langere periode, dan dekken wij ons daarvoor in op de International Commodity Exchange in Londen. Het kan zijn dat gasolie in de toekomst duurder of goedkoper wordt. Wij bieden de klant de gemiddelde prijs aan en hij dient zich te committen voor de afname van een bepaald volume per maand in die periode. Dat wordt contractueel vastgelegd.’

Kan Reinplus scherpere prijzen maken dan de concurrentie? ‘Wij zijn onderdeel van een wat groter concern waarin ook gasolietraders actief zijn, North Sea Petroleum Holding. Die traders zitten bovenop de bron. Dat betekent dat binnen onze groep diverse grote gasoliecontracten worden beheerd. Wij hebben die traders dus in huis en zitten meer op de beurs dan de anderen.’

De kwaliteit van gasolie staat ter discussie in de binnenvaart. Hoe zit het met de gasolie van Reinplus? ‘Wij leveren Esso en die staat bekend als een van de majors met een betere kwaliteit. Negen van de tien keer leveren wij een kwaliteit die vooruitloopt op de ontwikkeling. Zo krijgen onze klanten nu al gasolie met een vrij laag zwavelgehalte, waar andere maatschappijen pas over een halfjaar of een jaar aan toe zijn. Daar betaalt de klant niets extra voor.’

Houdt Van Kol rekening met alternatieve brandstoffen in de toekomst, zoals aardgas en waterstof? ‘Persoonlijk geloof ik niet in een omschakeling naar waterstof en aardgas is nog een Ver van ons bed-show.’

Afvalstoffen

De financiering van de afvalafgifte van de binnenvaart met een heffing van 7,50 euro per kuub gasolie geeft veel onvrede. Wat vindt Van Kol daarvan? ‘Dat verdrag dateert, meen ik, uit 1993. Een koppeling domweg aan het gasolieverbruik is zwaar achterhaald en niet correct. Met de huidige technologie produceert een schip dat meer gasolie verbruikt niet noodzakelijkerwijs ook meer afval. Een schipper zou korting moeten krijgen als hij kan aantonen dat hij een zuiniger motor heeft of minder brandstof verbruikt.’

Vroeger mocht je afgewerkte olie en bilgewater kostenloos ‘teruggeven’ aan het bunkerstation. Zou Van Kol deze service leveren als het weer mocht? ‘Ik denk het niet. Dat heeft te maken met de complexiteit van de vergunningen die je daarvoor nodig hebt. Ik denk dat het beter bij gespecialiseerde bedrijven kan.’

Bunkerbedrijf bovenop de oliebron | Schuttevaer.nl

Bunkerbedrijf bovenop de oliebron

Het ene bunkerbedrijf is het andere niet. Het aanbod aan producten mag hetzelfde lijken, de organisaties achter de bedrijven zijn dat niet. Zo maakt bunkerbedrijf Reinplus Vanwoerden, kortweg Reinplus, deel uit van de North Sea Petroleum Holding, waardoor het ‘bovenop de oliebronnen zit’ en scherpe prijsafspraken met haar klanten kan maken.

Bunkerstation bovenop de oliebron

Door

Heere Heeresma jr.

Kadima betekent Voorwaarts in het Hebreeuws en is de naam van het 990 ton metende beunschip dat bij het Amsterdamse bunkerstation van Reinplus gasolie ligt te bunkeren. ‘Die naam heeft niets met onze christelijkheid te maken’, vertelt schipper Chris Hovestadt. ‘Het leek mijn vrouw Rianne en mij gewoon wat origineler dan Avanti of En Avant.’ Hovestadt is vaste klant bij bunkerbedrijf Delta in Dordrecht, dat gelieerd is aan Reinplus. ‘Daar gaat de rekening naartoe’, zegt Hovestadt, die zeer tevreden is over de prijzen en de service bij Reinplus.

  • Omzet Reinplus Vanwoerden Amsterdam blijft gelijk

Ten opzichte van de twee andere bunkerbedrijven in het Amsterdamse, Fiwado en Slurink, lijkt de vestiging van Reinplus iets minder gunstig gelegen. Liggen de twee collega’s aan de vaarroute Utrecht-IJsselmeer-Amsterdam, Reinplus ligt alleen aan de route Utrecht-Amsterdam danwel IJsselmeer-Amsterdam. Maar het effect blijkt mee te vallen. Filiaalmanager Justus Martens (1976), die met Ariejan Berkouwer, Stefan Broer en Piedro van der Gracht het bunkerstation bemant, vertelt dat zijn klanten op de route Utrecht-IJsselmeer die honderd meter wel even omvaren. ‘Bij ons liggen ze ook rustiger. Het water is hier breder, dus is er minder zuiging.’

Van de kredietcrisis merkt Martens vooral iets door de verhalen van schippers, zoals Hovestadt, die nog wel genoeg werk heeft, maar van de prijzen niet vrolijk wordt. ‘Maar we pompen net zoveel gasolie als vorig jaar. Om onduidelijke redenen, want we hadden verwacht dat het zou teruglopen. Maar het gaat eigenlijk prima.’ Hij zit dan ook met smart te wachten op de tanker voor de wekelijkse bevoorrading van de acht ‘tengen’ met hun gezamenlijke capaciteit van 650 kuub gasolie

Zwarte lijst

Mag de omzet van gasolie in Amsterdam dit jaar gelijk zijn gebleven, Reinplus als geheel – vijftien vestigingen in Nederland en Duitsland – deelt wel degelijk de pijn die de binnenschippers voelen nu het vervoer met zo’n twintig procent is teruggelopen, zo bevestigt directeur Ben van Kol (1963) vanuit het hoofdkantoor in Zwijndrecht. ‘We merken dat de omzetten teruglopen, maar omzet die er niet is, kunnen we ook niet scoren. Het is een zaak van de kosten beheersen. Wat service en openingstijden betreft, verandert er niets.’

Hoe zit het eigenlijk met die zwarte lijst van wanbetalers, die de branchevereniging van bunkerbedrijven NOVE bijhoudt? Voor de zomer stonden er nog nauwelijks namen op. Hoeveel zijn het er nu? ‘Bij mijn weten is dat aantal op de vingers van een hand te tellen’, zegt Van Kol. ‘Er wordt door ons alleen gebruik van gemaakt als wij het hele traject van herinneringen en aanmaningen hebben doorlopen. Pas als het ernaar uitziet dat het geen vruchten gaat afwerpen, geven we aan dat plaatsing op die lijst een mogelijk gevolg kan zijn.’

Kan de kredietcrisis aanleiding zijn voor een fusie tussen bunkerbedrijven? ‘Daar is bij ons ook weleens over gedacht, maar het is niet actueel. En groter is niet altijd beter, hè?’

Scherpe prijzen

De concurrentie tussen de bunkerbedrijven is een dagelijks gevecht. Kan een schipper scherpe prijsafspraken maken bij Reinplus? ‘Dat is de dagelijkse praktijk. Als een afnemer interesse heeft in een bepaalde gasolieprijs voor een langere periode, dan dekken wij ons daarvoor in op de International Commodity Exchange in Londen. Het kan zijn dat gasolie in de toekomst duurder of goedkoper wordt. Wij bieden de klant de gemiddelde prijs aan en hij dient zich te committen voor de afname van een bepaald volume per maand in die periode. Dat wordt contractueel vastgelegd.’

Kan Reinplus scherpere prijzen maken dan de concurrentie? ‘Wij zijn onderdeel van een wat groter concern waarin ook gasolietraders actief zijn, North Sea Petroleum Holding. Die traders zitten bovenop de bron. Dat betekent dat binnen onze groep diverse grote gasoliecontracten worden beheerd. Wij hebben die traders dus in huis en zitten meer op de beurs dan de anderen.’

De kwaliteit van gasolie staat ter discussie in de binnenvaart. Hoe zit het met de gasolie van Reinplus? ‘Wij leveren Esso en die staat bekend als een van de majors met een betere kwaliteit. Negen van de tien keer leveren wij een kwaliteit die vooruitloopt op de ontwikkeling. Zo krijgen onze klanten nu al gasolie met een vrij laag zwavelgehalte, waar andere maatschappijen pas over een halfjaar of een jaar aan toe zijn. Daar betaalt de klant niets extra voor.’

Houdt Van Kol rekening met alternatieve brandstoffen in de toekomst, zoals aardgas en waterstof? ‘Persoonlijk geloof ik niet in een omschakeling naar waterstof en aardgas is nog een Ver van ons bed-show.’

Afvalstoffen

De financiering van de afvalafgifte van de binnenvaart met een heffing van 7,50 euro per kuub gasolie geeft veel onvrede. Wat vindt Van Kol daarvan? ‘Dat verdrag dateert, meen ik, uit 1993. Een koppeling domweg aan het gasolieverbruik is zwaar achterhaald en niet correct. Met de huidige technologie produceert een schip dat meer gasolie verbruikt niet noodzakelijkerwijs ook meer afval. Een schipper zou korting moeten krijgen als hij kan aantonen dat hij een zuiniger motor heeft of minder brandstof verbruikt.’

Vroeger mocht je afgewerkte olie en bilgewater kostenloos ‘teruggeven’ aan het bunkerstation. Zou Van Kol deze service leveren als het weer mocht? ‘Ik denk het niet. Dat heeft te maken met de complexiteit van de vergunningen die je daarvoor nodig hebt. Ik denk dat het beter bij gespecialiseerde bedrijven kan.’