Normaal gesproken zijn de ligplaatsen in Weurt bestemd om er hooguit drie keer 24 uur te liggen. ‘Die regeling stamt uit de tijd dat er nog sloopschepen waren’, zegt Robben. ‘Zij bezetten destijds veel ligplaatsen. Tegenwoordig zijn er geen sleepschepen meer en zou die regeling wel kunnen worden aangepast. In Weurt kun je een vergunning aanvragen om er langer te liggen. Mijn ervaring is dat die eigenlijk altijd wordt verleend, maar er moet natuurlijk wel plaats zijn.’

Voldoende ligplaatsen zijn belangrijker als schepen langer moeten wachten op een reis. Overnachtings- en ligplaatsen langs de Rijn zijn dan nog noodzakelijker, constateert Robben. Er kan op dat punt veel worden verbeterd. Als voorbeeld noemt hij de Haven van Emmelsum. ‘Langs dat schuine talud kun je volgens mij vrij eenvoudig palen slaan om overnachtingsplaatsen te creëren. De hele lengte is nu onbenut. Je hebt daar trouwens ook de oude oliehaven met steigers, maar daar mag je niet meer liggen.’

Robben twijfelt, net als zijn collega’s, weleens aan het praktisch inzicht van de mensen die de inrichting van autoafzetplaatsen of ligplaatsen bepalen. Zo is de autosteiger in Keulen onbruikbaar voor schepen van 135 meter of kleinere schepen met de autokraan voorop. ‘Met een extra paal en trap aan de benedenkant zou het al veel beter zijn. Ook in Mannheim valt nog wat te verbeteren. Daar is een autosteiger op km 426 pal onder de brug gemaakt.’

Stroom en water

De Amodo vaart voor een vaste bevrachter en heeft regelmatig werk naar Kehl. In die stad wordt volgens Robben wel goed rekening gehouden met de binnenvaart. ‘Je kunt er stroom en water krijgen. Toen daar een paar jaar terug de Landesgartenschau werd gehouden, kregen de schippers een code, zodat ze door het hek konden. Het is een grote tegenstelling met Bingen, waar niemand weet of de ligplaatsen terugkomen. Als je geen werk hebt kun je in die regio nergens rustig liggen.’

Robben vindt het moeilijk de toekomst voor zijn scheepstype te voorspellen. ‘Als de banken meewerken zie ik een goede toekomst voor mijn scheepstype. Je kunt er een leuke boterham mee verdienen. Aan de andere kant vind ik het zorgwekkend als je hoort dat er nog 200 schepen bij komen. Waar gaan ze de lading voor die schepen vandaan halen?’

Hoofdprijs

In de drie weken dat de Amodo op lading lag te wachten werd zij helemaal geverfd. Zo is het schip alvast in orde als de markt aantrekt en het is goed tegen de verveling aan boord. In die periode kreeg Robben drie reizen aangeboden, maar dat werk was alweer weg voordat hij er goed en wel over had kunnen nadenken. ‘Tegenwoordig moet je gelijk ja zeggen en dan pas vragen wat het betaalt. Naar mijn mening is die volgorde verkeerd. Toen ik ja zei, waren die drie reizen alweer weg.’

Robben vindt de economische situatie vervelend, maar hij heeft geleerd te relativeren. ‘De hoofdprijs heb ik in mijn leven al gewonnen, want mijn vrouw overleefde kanker. Voor hetzelfde geld was ik weduwnaar geweest. Sindsdien hebben we een tuin achterop. Mijn vrouw wilde dat altijd graag.’

Robben heeft geen oplossing voor de wereldcrisis. ‘Het is allemaal even onbegrijpelijk. Kijk naar de Tweede Maasvlakte in Rotterdam. Vorig jaar bood die als die was afgebouwd te weinig ruimte en in een paar maanden is er ineens ruimte teveel in Rotterdam. Er is in Nederland geen geld om bijvoorbeeld bejaarden te verzorgen, maar wel van de ene op de andere dag geld genoeg om de banken te helpen.’ (HDJ)

Scheepsgegevens:
Scheepsnaam: Amodo.
Lengte: 67 meter.
Breedte: 8,20 meter.
Diepgang: 2,40 meter.
Tonnage: 871.
Europanummer: 2104333.
Motor: 2 x 450 pk Volvo.
Bouwjaar: 1947.
Thuishaven: Beuningen.
Eigenaar: VOF Amodo.