Internaat enige nadeel van varen

Geert Logjes vaart met zijn vrouw Martha Logjes-Schot op de 1100-tonner Madalena. Hij vaart als schipper sinds 1964 en begon op zijn zestiende bij zijn vader aan boord. Hij begon als pasgetrouwde schipper op een schip van 293 ton. Als hij terugkijkt constateert hij dat het internaat eigenlijk het grootste nadeel van het bestaan is.

Internaat enige nadeel van varen

‘In 1968 kochten we een spits. In 1977 werkte ik een jaar aan de wal. Ik werkte op een havensleepboot en bij de Graanelevatormaatschappij. Dat lag me niet. Ik kon niet tegen de nachtdiensten, want ik kon overdag niet goed slapen. Dat jaar aan de wal viel in veel opzichten tegen en mijn vrouw en kinderen wilden weer gaan varen. Dat de kinderen dan naar het internaat moesten namen ze voor lief. Ik vond dat ontzettend moeilijk. Ik keek terug op mijn eigen internaatstijd en vond het in die tijd moeilijk dat ik mijn ouders niet vaak zag. Ik vind het internaat het grootste nadeel van varen. Als ik eerlijk ben pakte de internaatstijd ook niet voor al onze vier kinderen even goed uit.’

Geen hobby’s

Het gezin zag hoe het aantal voorzieningen voor schippersjeugd in de loop der jaren afnam. Als voorbeeld noemt Logjes het aanspraak maken op een huurwoning na de internaatstijd. ‘Toen de oudsten van het internaat kwamen, konden ze aanspraak maken op een huurwoning, doordat ze een urgentieverklaring kregen. Bij onze jongste was die regeling verdwenen en was er een wachtlijst van vier jaar. Uiteindelijk hebben we tijdelijk een appartement gekocht.’

Het echtpaar heeft nu een huis gekocht voor zichzelf. Het is eind dit jaar klaar en ze hopen dan met de tijd te stoppen met varen en het schip te verkopen, want ze hebben geen opvolger. Wat hij straks aan de wal gaat doen weet Logjes niet. Hij heeft geen hobby’s, maar verwacht zijn dagen wel gevuld te krijgen. Eventueel kan hij aan de slag bij zijn schoonzoon in het bedrijf.

Pluim Gorinchem

Voor de binnenvaart verwacht hij een goede toekomst. ‘We zitten nu in een dip, maar dat verandert ook wel weer. Het is belangrijk niet te somber te zijn. In de jaren tachtig was het ook slecht. Toen zijn we lid geworden van de CBV, daar varen we nu ook voor.’

Van Logjes mag er op het gebied van ligplaatsen wel wat worden verbeterd. Als voorbeeld waar eenvoudig iets te verbeteren is noemt hij de oude haven van Lobith. ‘Die haven is gemaakt voor schepen van 67 meter. Als ze in die oude haven een paal erbij slaan kunnen schepen van onze maat er beter liggen. Wij moeten met onze 85 meter een touw vooruit vastmaken vanaf de middenbolder en liggen enorm te zwaaien. Ik geef trouwens iedereen die erbij betrokken was een pluim voor de autosteiger in Gorinchem. Wat een prachtsteiger is dat. Je zet de auto eraf en vaart de haven in. Het is ideaal.’

Opa

Logjes en zijn vrouw zijn beide schipperskinderen. Het schip van zijn vader heette Gedi-L en van zijn vrouw’s ouders Rapido. Het schip van zijn opa is de Hoop op Zegen. Ze kwamen het toevallig tegen op de Video Binnenvaart 1915-1955 met beelden uit het Polygoon Journaal. ‘Daarop vaart het schip van mijn opa boven Maastricht, op de plaats waar nu de Enci zit. Het is in de jaren twintig. Er waren daar toen nog geen stuwen. Mijn vader en een oom waren op die video twaalf of dertien jaar en trokken het schip. Het is ontzettend bijzonder als je toevallig een videoband koopt en je ziet je eigen familie voorbij komen. Mijn vader wist niet van het bestaan van die beelden af. Gelukkig leefde hij nog toen wij het ontdekten.’ (HDJ)

Scheepsgegevens

Lengte: 84,50 meter.
Breedte: 8,50 meter.
Diepgang: 2,41 meter.
Europanummer: 2314623.
Tonnage: 1150.
Motor: GM 825 pk.
Bouwjaar: 1966.
Thuishaven: Rotterdam.
Eigenaar: VOF Logjes-Schot.

Internaat enige nadeel van varen | Schuttevaer.nl

Internaat enige nadeel van varen

Geert Logjes vaart met zijn vrouw Martha Logjes-Schot op de 1100-tonner Madalena. Hij vaart als schipper sinds 1964 en begon op zijn zestiende bij zijn vader aan boord. Hij begon als pasgetrouwde schipper op een schip van 293 ton. Als hij terugkijkt constateert hij dat het internaat eigenlijk het grootste nadeel van het bestaan is.

Internaat enige nadeel van varen

‘In 1968 kochten we een spits. In 1977 werkte ik een jaar aan de wal. Ik werkte op een havensleepboot en bij de Graanelevatormaatschappij. Dat lag me niet. Ik kon niet tegen de nachtdiensten, want ik kon overdag niet goed slapen. Dat jaar aan de wal viel in veel opzichten tegen en mijn vrouw en kinderen wilden weer gaan varen. Dat de kinderen dan naar het internaat moesten namen ze voor lief. Ik vond dat ontzettend moeilijk. Ik keek terug op mijn eigen internaatstijd en vond het in die tijd moeilijk dat ik mijn ouders niet vaak zag. Ik vind het internaat het grootste nadeel van varen. Als ik eerlijk ben pakte de internaatstijd ook niet voor al onze vier kinderen even goed uit.’

Geen hobby’s

Het gezin zag hoe het aantal voorzieningen voor schippersjeugd in de loop der jaren afnam. Als voorbeeld noemt Logjes het aanspraak maken op een huurwoning na de internaatstijd. ‘Toen de oudsten van het internaat kwamen, konden ze aanspraak maken op een huurwoning, doordat ze een urgentieverklaring kregen. Bij onze jongste was die regeling verdwenen en was er een wachtlijst van vier jaar. Uiteindelijk hebben we tijdelijk een appartement gekocht.’

Het echtpaar heeft nu een huis gekocht voor zichzelf. Het is eind dit jaar klaar en ze hopen dan met de tijd te stoppen met varen en het schip te verkopen, want ze hebben geen opvolger. Wat hij straks aan de wal gaat doen weet Logjes niet. Hij heeft geen hobby’s, maar verwacht zijn dagen wel gevuld te krijgen. Eventueel kan hij aan de slag bij zijn schoonzoon in het bedrijf.

Pluim Gorinchem

Voor de binnenvaart verwacht hij een goede toekomst. ‘We zitten nu in een dip, maar dat verandert ook wel weer. Het is belangrijk niet te somber te zijn. In de jaren tachtig was het ook slecht. Toen zijn we lid geworden van de CBV, daar varen we nu ook voor.’

Van Logjes mag er op het gebied van ligplaatsen wel wat worden verbeterd. Als voorbeeld waar eenvoudig iets te verbeteren is noemt hij de oude haven van Lobith. ‘Die haven is gemaakt voor schepen van 67 meter. Als ze in die oude haven een paal erbij slaan kunnen schepen van onze maat er beter liggen. Wij moeten met onze 85 meter een touw vooruit vastmaken vanaf de middenbolder en liggen enorm te zwaaien. Ik geef trouwens iedereen die erbij betrokken was een pluim voor de autosteiger in Gorinchem. Wat een prachtsteiger is dat. Je zet de auto eraf en vaart de haven in. Het is ideaal.’

Opa

Logjes en zijn vrouw zijn beide schipperskinderen. Het schip van zijn vader heette Gedi-L en van zijn vrouw’s ouders Rapido. Het schip van zijn opa is de Hoop op Zegen. Ze kwamen het toevallig tegen op de Video Binnenvaart 1915-1955 met beelden uit het Polygoon Journaal. ‘Daarop vaart het schip van mijn opa boven Maastricht, op de plaats waar nu de Enci zit. Het is in de jaren twintig. Er waren daar toen nog geen stuwen. Mijn vader en een oom waren op die video twaalf of dertien jaar en trokken het schip. Het is ontzettend bijzonder als je toevallig een videoband koopt en je ziet je eigen familie voorbij komen. Mijn vader wist niet van het bestaan van die beelden af. Gelukkig leefde hij nog toen wij het ontdekten.’ (HDJ)

Scheepsgegevens

Lengte: 84,50 meter.
Breedte: 8,50 meter.
Diepgang: 2,41 meter.
Europanummer: 2314623.
Tonnage: 1150.
Motor: GM 825 pk.
Bouwjaar: 1966.
Thuishaven: Rotterdam.
Eigenaar: VOF Logjes-Schot.