Collectief falen
Wie de situatie analyseert, kan alleen concluderen dat er collectief is gefaald door alle betrokken partijen. Door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), de RvA, de directeur en het bestuur van het NBKB én de expertisebureaus. Allemaal zijn zij stuk voor stuk debet aan deze voor schippers zeer onwenselijke situatie. Allereerst is het directeur Johan Schot ernstig kwalijk te nemen, dat hij de dreigende brieven van de RvA beschouwde als bureaucratisch wapengekletter en dacht dat een schorsing zo’n vaart niet zou lopen.
Lees alles over de schorsing van de NBKB en de gevolgen voor de binnenvaart in ons dossier.
Dat Schot solistisch opereerde en het bestuur niet op de hoogte was van de dreigende schorsing, is kwalijk. Het bestuur draagt verantwoordelijkheid en had moeten weten van de situatie. De keuringen en certificaten zijn van levensbelang voor de binnenvaart. Daar past geen erebaantjes-bestuur bij, maar een bestuur dat zich gedegen kwijt van zijn taak. ‘We wisten het niet’, is niet goed genoeg.
Statement
Ook de RvA speelt een kwalijke rol. Formeel heeft de Raad precies gedaan wat van zo’n instituut wordt verwacht. Namelijk controleren of de processen wel in de haak zijn. Maar voordat de Raad overging tot schorsing, hadden het bestuur en/of de brancheverenigingen ASV en KBN moeten worden gewaarschuwd. De binnenvaart is te belangrijk om louter via formele weg dit soort zaken kenbaar te maken. Maar ook de ILT draagt een zware verantwoordelijkheid in dit debacle.
Ruim een jaar geleden gaf de Inspectie in Nieuwsuur aan, dat het de grip op veel certificerende instanties zoals het NBKB is kwijtgeraakt en dat er twijfels zijn over scheepscertificaten van onder meer de bruine vloot. Het is begrijpelijk dat ILT, na de reeks dodelijke ongelukken bij de oude zeilschepen, orde op zaken wilde zetten. Het lijkt ook logisch dat ILT via de RvA de touwtjes aantrok bij partijen als het NBKB. Maar 300 historische zeilschepen zijn iets heel anders dan naar schatting 7000 veelal goed onderhouden vrachtschepen. Was de veiligheid echt in het geding bij de NBKB-schepen? Of wilde ILT vooral een statement maken?
Verdacht
De ILT had zich moeten beseffen dat een schorsing van het grootste keuringsbureau van Nederland desastreuze gevolgen kan hebben voor de binnenvaart. En had er alles aan moeten doen om samen met de RvA en het NBKB de problemen op te lossen, zonder dat een schorsing nodig was waar schippers de dupe van zijn. De ILT zet die extra stap wel bij de extra keuringen voor de bruine vloot.
Tenslotte, de vijf expertisebureaus hadden nooit daags voor de audit van de RvA bij het NBKB publiekelijk afscheid moeten nemen van de hand die hen jaren heeft gevoed. Ook al zeggen deze partijen als Bestevaer en JP hardop dat zij vooral slachtoffer zijn, is de timing verdacht en lijkt het vooral een drukmiddel richting het NBKB. Chiquer was het geweest de uitkomst van de audit af te wachten en als de overname door Transafe doorgaat, dan op te zeggen. De binnenvaart en de honderden schippers verkeren nu al maanden in onzekerheid. Het is de absolute plicht van alle partijen de keuringen zo snel mogelijk weer te hervatten. De binnenvaart heeft al genoeg uitdagingen en kan deze NBKB-tragedie missen als kiespijn.