Noem de Loosdrechtse Plassen gerust een buitenbeentje onder de Nederlandse waterrecreatiegebieden. Een betrekkelijk klein gebied waar je in het hoogseizoen over de hoofden kunt lopen en dat vaarrecreanten in de meeste gevallen voor hooguit een dag lokt. Niet dat dit laatste een bezwaar is. Sterker nog: het klinkt als een toverformule. ’s Ochtends vertrekken watersportliefhebbers van huis, in Loosdrecht stappen ze in hun (huur)boot, eenmaal terug van een vaarroute eten ze misschien een hapje in het restaurant in de haven en ’s avonds zitten ze weer thuis voor de buis. Kortom, Loosdrecht lijkt ideaal voor dagrecreatie.
Unieke kracht
‘Een dagje varen, meer hoef je ook niet te willen. Dit is de unieke kracht van Loosdrecht’, stelt jachthavenmeester Jeroen van der Wilt (52). Hij verhuurt voor De Loosdrechtse Haven boxen met een lengte vanaf vier meter. Zijn bezettingsgraad ligt om en nabij de 92%. Positieve uitzondering was de piek tijdens corona, toen meer mensen hun spaargeld in een bootje staken, omdat vliegen niet meer kon. De jachthaven moest toen af en toe nee verkopen.
Tekst gaat verder onder de foto
Nostalgisch gevoel
Ondanks de ellendige aanleiding, kijkt Van der Wilt daar met plezier op terug. ‘Er was veel saamhorigheid en men ging op het water bij elkaar op visite. Mensen kwamen niet twee keer maar vier keer per week varen. Ik heb af en toe ook m’n hart vastgehouden hoor. Er kwamen mensen die nog nooit hadden gevaren. Je denkt misschien: Loosdrechtse Plassen, dat is niet zo wild en ruig, maar hier gelden natuurlijk ook vaarregels. Zoals: rechts heeft voorrang. Gelukkig zijn er geen ongelukken gebeurd.’
‘Ja vroeger, toen was het nóg gezelliger. Je had nog jaarmarkten aan het water. En er waren gondelvaarten met versierde en verlichte boten. Vervolgens had je nog even de discopontons. Maar welke initiatieven er op de wal ook kwamen, ze kwijnden allemaal weer weg. Loosdrecht moet het vooral van het water hebben. Z’n eilandjes en trekgaten. Een speeltuin voor kinderen ontbreekt, simpelweg omdat water hier volstaat.’
De Loosdrechtse Haven beschikt over ongeveer 200 vaste ligplaatsen van diverse omvang: 4 meter is de kleinste ligplaats, de grootste box is bijna 14 meter. Een ligplaats kost 500 tot 3300 euro per jaar, exclusief de kosten van winterstalling.
Tekst gaat verder onder de foto
Kleine schaal
Waterrecreatie op kleine schaal, dát dus. Van der Wilt ontwikkelde zelf vier vaarroutes voor zijn verhuurboten: loungeboten voor zes personen en consoleboten voor acht personen. De in Loosdrecht opgegroeide havenmeester wil hiermee de pareltjes in het gebied laten zien: eerst vaar je naar Hilversum, daarna manoeuvreer je je boot door de sluizen, vervolgens draai je een stukje de Vecht op – ‘moet je gezien hebben’ – en aan de andere kant van de Nieuw-Loosdrechtse Dijk doemen de Loosdrechtse Plassen weer op. De vaarroutes nemen om en nabij een dagdeel in beslag. Een vaarbewijs is niet nodig.
In Loosdrecht is al decennia nauwelijks gebouwd en die impasse willen de havenmeesters doorbreken. Daarom hebben ze hun zinnen gezet op de bouw van negen appartementen in het zuidelijke deel van het Loosdrechtse plassengebied. Hun plannen liggen klaar, gemeente Wijdemeren is nu aan zet.
De Loosdrechtse Haven behoort tot de grotere jachthavens in Loosdrecht, dat in totaal zo’n 20 jachthavens telt. Pratend met de havenmeester zou hij de indruk kunnen wekken dat het allemaal prima is zo, en dat is ook grotendeels het geval. Net als elke havenmeester houdt hij zijn haven goed bij: een lik verf hier, een nieuwe plank daar. Maar De Loosdrechtse Haven wil zich graag verder ontwikkelen en vernieuwen om de recreatievaart nog beter te bedienen. Idee is het karakter van Loosdrecht als magneet voor dagjesmensen te veranderen in een watersportgebied dat mensen overhaalt om een midweek of zelfs langer te verblijven.