De aanvaring gebeurde in maart 2019 in een scherpe bocht in de Waal, waarbij het RoRo-schip in de opvaart verkeerde wal voer met het voorgeschreven blauwe bord en wit knipperlicht. De partijen achter het cruiseschip trokken dat laatste echter in twijfel. Als er al een blauw bord zou zijn gevoerd, dan was dat niet zichtbaar geweest. De fout zou dus bij het vrachtschip hebben gelegen. Maar dat veegde de rechter van tafel, want uit onderzoek bleek dat getuigen het sein wel degelijk hebben waargenomen.
Plotselinge koerswijziging
De rechter oordeelde dat de aanvaring had kunnen worden voorkomen wanneer het cruiseschip de linkeroever had aangehouden bij het ontmoeten en voorbijvaren van het vrachtschip, dat op dat moment als tweede in een konvooi met een handvol andere schepen in de opvaart was. Het voorste schip was stuurboord-stuurboord gepasseerd, maar direct daarna verlegde het cruiseschip haar koers en stak over naar de rechteroever. De roerganger verkeerde in de veronderstelling dat het RoRo-schip een bakboord-bakboord-passage verkoos.
Marifooncontact
Zelfs al zou men op het ene schip het signaal van het andere schip niet hebben waargenomen, dan nog had volgens de rechter bij onduidelijkheid via de marifoon navraag moeten worden gedaan over de bedoelingen die het vrachtschip had. Vanaf dat schip is nog geprobeerd een aanvaring te voorkomen met een koerswijziging naar bakboord en daarna door vol achteruit te slaan. Tevergeefs. Ook andere mogelijkheden, zoals geluidsseinen of marifooncontact, konden het ongeluk niet meer voorkomen.
Volgens de rechter heeft het cruiseschip schuld aan de aanvaring. De schade-eis van ruim 1 miljoen euro werd niet ingewilligd. In plaats daarvan moet 102.000 euro worden betaald aan de eigenaren van het RoRo-schip.
Lees ook: