Koninklijke Schuttevaer stuurde 2 februari een brief naar de minister, waarin er op werd aangedrongen voorlopig af te zien van het ‘onzalige plan’ om de Maas en Gelderse IJssel te voorzien van vrij eroderende oevers. Koninklijke Schuttevaer vreest nadelige gevolgen voor de scheepvaart en had de indruk dat het ministerie die bezwaren niet serieus nam. In haar antwoord stelt Schultz van Haegen dat ze verantwoordelijk is voor een goede bereikbaarheid over water, maar daarnaast ook voor de waterkwaliteit en bescherming tegen hoogwater. Ze wil voorlopig nog niet definitief afzien van ontstening van de IJssel, maar stelt wel een onderzoek in, wat een jaar gaat duren. Het verzoek van Koninklijke Schuttevaer, een rustpauze van een jaar, wordt hiermee dus ingewilligd. Als uit het onderzoek blijkt dat er geen nadelige gevolgen voor de scheepvaart zijn, zal alsnog worden begonnen met de aanleg van natuurvriendelijke oevers.