Het schip, de Iris S., werd maandagavond 31 mei op 108 mijl ten zuiden van de havenplaats Cotonou in Benin benaderd door twee speedboten met gewapende mannen.
Een aantal van hen ging aan boord, roofde een hoeveelheid persoonlijke bezittingen en gereedschap en namen de kapitein, eerst en tweede officier, de hoofdwerktuigkundige en de werktuigkundige mee.
Atlantic Princess
Op 19 mei werden ook al vijf bemanningsleden ontvoerd van het Ghanese tonijnenvissersschip Atlantic Princess. Dat gebeurde ten zuiden van Tema voor de kust van Ghana. ’s Avonds om half zeven werd het schip op 65 mijl uit de kust benaderd door een speedboot met acht piraten. Die openden het vuur op het schip waarop de bemanning zich verschanste. Vijf piraten gingen vervolgens aan boord waarop het schip naar een positie op zo’n 100 mijl ten zuiden van Tema voer. Daar namen de piraten vijf bemanningsleden mee. Intussen hadden de piraten het schip geplunderd en namen persoonlijke bezittingen, een hoeveelheid elektronica en gereedschap mee. De piraten ontvoerden zijn de Koreaanse kapitein, de 1e en 2e officier en de machinist, alle drie Chinezen en een Russische bootsman.
Het was de meest westelijke actie van piraten in de Golf van Guinee tot dusver en de eerste sinds 15 maart. Op grond van informatie die de bemanning nog kon doorgeven zou het zijn gegaan om Nigeriaanse piraten. Een paar uur voor de overval was vanaf de Atlantic Princess een kleine roestige tanker gespot waarvan de AIS was uitgeschakeld. Het vissersschip verlegde de koers van de tanker vandaan. Vermoed wordt dat dat schip dienst deed als moederschip voor de piraten. Na het incident voer de Atlantic Princess naar Accra.
Vermoed wordt dat de piraten in beide gevallen Nigerianen zijn die opereren vanaf een moederschip, een oude tanker die net buiten de exclusieve economische zone ligt.
Lees ook: