Wat eten we vandaag? Hollandse kost op Arie-Leendert

‘We hebben twee vriezers aan boord, een voor vlees en een voor brood’, zegt Arja Huisman, die met haar gezin veel op de Donau vaart. ‘En een hele grote koelkast. We nemen vanuit Nederland minstens 10 broden mee en als het op is, gaan we verder met de broodbakmachine. Ik heb altijd broodmix aan boord. Duits brood vinden we niet lekker, zuur en droog. In Hongarije hebben ze wel redelijk brood, met paprika en kruiden erin. Dat eten we soms wel.’

Familie Huisman

RECEPT
Rauwe andijvieschotel van Arja

Ingrediënten:
aardappelen
1 zak fijngesneden andijvie
250 gram cherrytomaatjes
1 dubbelpak magere spekreepjes
1 rookworst

Bereiding:

Kook de aardappelen, eventueel in een groentebouillontablet. Bak de spekjes uit en snijd de tomaatjes in vieren. De rookworst in dikke plakken snijden en die vervolgens in vieren snijden. Pureer de aardappels en schep de spekjes met het vet erdoor. De andijvie erdoor mengen. Dan de in vieren gesneden tomaatjes en de rookworstblokjes erdoor. ‘Het is een gemakkelijk recept en we vinden het allemaal lekker. De kinderen eten het ook graag.’

Arja (24) en Kees Huisman (36) varen met hun kinderen Marijke (4) en Adriaan (2) op de Arie-Leendert, een 86-meterschip. Ze houden van gewoon eten zonder fratsen. Zoals de andijviestamppot uit het recept. Arja is namelijk al druk genoeg met varen, de kinderen en de huishouding.
Er wordt er veel ingeslagen voor de reizen naar de Donau. ‘We nemen minstens 10 kilo gehakt mee, in porties van een pond. We eten heel vaak gehaktballen. Mijn man eet het liefst Hollandse kost. Hij zegt altijd: kook maar gewoon. Een keer macaroni of spaghetti vindt hij nog wel lekker. De kinderen houden daarvan. Maar we eten het niet te vaak.’
Loods Milan, hun vaste loods op de Donau, is inmiddels vriend van de familie. ‘We liggen elkaar goed, hij is heel graag bij ons aan boord. De kinderen zijn ook dol op hem. Hij is er soms wel twee weken aan een stuk en neemt altijd broodjes, koek en gebak van de wal mee. Hij weet natuurlijk goed de weg. Vers en lekker.’

Dozen melk

‘Verder nemen we melk mee uit Nederland. Tien pakken van anderhalve liter verse melk en dan nog twee grote dozen houdbare melk. Mijn man en ik drinken de verse melk. Onderweg kopen we ook nog nieuwe voorraad. De kinderen krijgen de houdbare melk, die proeven het verschil nog niet. We drinken zoveel melk omdat we geen koffie en thee drinken. Daar houden we niet van. Ik drink alleen water en melk en mijn man drinkt melk en vruchtensappen. Ook daar nemen we heel veel van mee.

‘De kinderen eten alles, ze zijn heel gemakkelijk. Vanaf acht maanden heb ik ze gewoon met de pot mee laten eten. En verder drinken ze veel diksap, Yokidrink en melk. Ik let erop dat onze oudste zo min mogelijk suiker krijgt. Het is een druk kind en we hebben het idee dat ze van suiker nog drukker wordt.
‘We eten meestal met z’n allen in de stuurhut. ’s Morgen rond half 8 ontbijten we. Alleen als de loods aan boord is eten wij beneden en zit hij boven. Dat vindt hij niet erg.

‘Kees, mijn man, komt niet uit de vaart, maar vond varen al van jongs af aan leuk. Hij voer vaak met zijn oom mee. Maar toen hij 14 was, verdronk zijn broer. Die was matroos en gleed van de luiken af. De schipper zag het niet, maar de achterburen wel. Die hebben hem nog een touw toegegooid en dat viel op zijn handen, maar hij had geen kracht meer en zakte weg. Toen mocht mijn man niet meer varen van zijn ouders. Maar aan de wal aardde hij niet en uiteindelijk is hij toch gaan varen. Ik heb hem leren kennen omdat mijn broer matroos was bij hem. Hij had toen nog een Kempenaar. Ik was 14. Toen ik 15 was ben ik begonnen met leren en met 17 ben ik aan boord gekomen met een matrozendiploma. Toen ik 21 was heb ik mijn schippersdiploma gehaald.’

Bochtige Main

‘In het begin vond ik het heel erg wennen aan boord. Ik wil alles wel leren, maar vind sommige dingen erg moeilijk en dat valt me tegen. Het gaat nu wel beter, maar ik blijf varen moeilijk vinden. Op de Main heb ik liever dat mijn man stuurt. Ik stuur wel op de Rijn en ook op het Main-Donaukanaal, maar die smalle en bochtige Main, dat moet mijn man maar doen. Ik vind het ook moeilijk om sommige havens in te varen. Zoals Regensburg in de afvaart, dat doe ik liever niet. En vastmaken op de palen op stroom, daar zag ik ook altijd zo tegenop en nu nog wel een beetje. Maar nou is het ook wel zo dat wij heel zuinig zijn op ons schip. Als ik alles zou mogen raken, zoals we veel op de Donau zien, zou het wel gemakkelijker zijn.

‘We hebben inmiddels veel kennissen op de Donau. Zondag liggen we altijd stil en dan eten we ook wel eens met de buren. We hebben geen tv vanwege ons geloof. In Duitsland luisteren we naar de radio, maar in Hongarije horen we geen nieuws en dat missen we dan wel een beetje. We hebben wel een computer, maar geen internet. Maar daar zitten we toch weleens over te denken. Het is leuk om foto’s te mailen. Maar ja, dat kost ook allemaal tijd en we hebben al zo weinig tijd. Ik vaar veel en werk ook wel buiten, ik geef de oudste les en doe de boekhouding. Er blijft niet veel tijd over.’

Hun droom is ooit nog eens een reis naar de Zwarte Zee te maken. ‘We willen dat een keer zien’, zegt Arja. ‘Maar met al die Roemenen is er niet veel werk die kant op. Althans werk dat een beetje betaalt. Maar toch willen we het gaan doen en dat moet dan voordat onze oudste 6 is.’ Loods Milan heeft al toegezegd mee te willen.

Wat eten we vandaag? Hollandse kost op Arie-Leendert | Schuttevaer.nl

Wat eten we vandaag? Hollandse kost op Arie-Leendert

‘We hebben twee vriezers aan boord, een voor vlees en een voor brood’, zegt Arja Huisman, die met haar gezin veel op de Donau vaart. ‘En een hele grote koelkast. We nemen vanuit Nederland minstens 10 broden mee en als het op is, gaan we verder met de broodbakmachine. Ik heb altijd broodmix aan boord. Duits brood vinden we niet lekker, zuur en droog. In Hongarije hebben ze wel redelijk brood, met paprika en kruiden erin. Dat eten we soms wel.’

Familie Huisman

RECEPT
Rauwe andijvieschotel van Arja

Ingrediënten:
aardappelen
1 zak fijngesneden andijvie
250 gram cherrytomaatjes
1 dubbelpak magere spekreepjes
1 rookworst

Bereiding:

Kook de aardappelen, eventueel in een groentebouillontablet. Bak de spekjes uit en snijd de tomaatjes in vieren. De rookworst in dikke plakken snijden en die vervolgens in vieren snijden. Pureer de aardappels en schep de spekjes met het vet erdoor. De andijvie erdoor mengen. Dan de in vieren gesneden tomaatjes en de rookworstblokjes erdoor. ‘Het is een gemakkelijk recept en we vinden het allemaal lekker. De kinderen eten het ook graag.’

Arja (24) en Kees Huisman (36) varen met hun kinderen Marijke (4) en Adriaan (2) op de Arie-Leendert, een 86-meterschip. Ze houden van gewoon eten zonder fratsen. Zoals de andijviestamppot uit het recept. Arja is namelijk al druk genoeg met varen, de kinderen en de huishouding.
Er wordt er veel ingeslagen voor de reizen naar de Donau. ‘We nemen minstens 10 kilo gehakt mee, in porties van een pond. We eten heel vaak gehaktballen. Mijn man eet het liefst Hollandse kost. Hij zegt altijd: kook maar gewoon. Een keer macaroni of spaghetti vindt hij nog wel lekker. De kinderen houden daarvan. Maar we eten het niet te vaak.’
Loods Milan, hun vaste loods op de Donau, is inmiddels vriend van de familie. ‘We liggen elkaar goed, hij is heel graag bij ons aan boord. De kinderen zijn ook dol op hem. Hij is er soms wel twee weken aan een stuk en neemt altijd broodjes, koek en gebak van de wal mee. Hij weet natuurlijk goed de weg. Vers en lekker.’

Dozen melk

‘Verder nemen we melk mee uit Nederland. Tien pakken van anderhalve liter verse melk en dan nog twee grote dozen houdbare melk. Mijn man en ik drinken de verse melk. Onderweg kopen we ook nog nieuwe voorraad. De kinderen krijgen de houdbare melk, die proeven het verschil nog niet. We drinken zoveel melk omdat we geen koffie en thee drinken. Daar houden we niet van. Ik drink alleen water en melk en mijn man drinkt melk en vruchtensappen. Ook daar nemen we heel veel van mee.

‘De kinderen eten alles, ze zijn heel gemakkelijk. Vanaf acht maanden heb ik ze gewoon met de pot mee laten eten. En verder drinken ze veel diksap, Yokidrink en melk. Ik let erop dat onze oudste zo min mogelijk suiker krijgt. Het is een druk kind en we hebben het idee dat ze van suiker nog drukker wordt.
‘We eten meestal met z’n allen in de stuurhut. ’s Morgen rond half 8 ontbijten we. Alleen als de loods aan boord is eten wij beneden en zit hij boven. Dat vindt hij niet erg.

‘Kees, mijn man, komt niet uit de vaart, maar vond varen al van jongs af aan leuk. Hij voer vaak met zijn oom mee. Maar toen hij 14 was, verdronk zijn broer. Die was matroos en gleed van de luiken af. De schipper zag het niet, maar de achterburen wel. Die hebben hem nog een touw toegegooid en dat viel op zijn handen, maar hij had geen kracht meer en zakte weg. Toen mocht mijn man niet meer varen van zijn ouders. Maar aan de wal aardde hij niet en uiteindelijk is hij toch gaan varen. Ik heb hem leren kennen omdat mijn broer matroos was bij hem. Hij had toen nog een Kempenaar. Ik was 14. Toen ik 15 was ben ik begonnen met leren en met 17 ben ik aan boord gekomen met een matrozendiploma. Toen ik 21 was heb ik mijn schippersdiploma gehaald.’

Bochtige Main

‘In het begin vond ik het heel erg wennen aan boord. Ik wil alles wel leren, maar vind sommige dingen erg moeilijk en dat valt me tegen. Het gaat nu wel beter, maar ik blijf varen moeilijk vinden. Op de Main heb ik liever dat mijn man stuurt. Ik stuur wel op de Rijn en ook op het Main-Donaukanaal, maar die smalle en bochtige Main, dat moet mijn man maar doen. Ik vind het ook moeilijk om sommige havens in te varen. Zoals Regensburg in de afvaart, dat doe ik liever niet. En vastmaken op de palen op stroom, daar zag ik ook altijd zo tegenop en nu nog wel een beetje. Maar nou is het ook wel zo dat wij heel zuinig zijn op ons schip. Als ik alles zou mogen raken, zoals we veel op de Donau zien, zou het wel gemakkelijker zijn.

‘We hebben inmiddels veel kennissen op de Donau. Zondag liggen we altijd stil en dan eten we ook wel eens met de buren. We hebben geen tv vanwege ons geloof. In Duitsland luisteren we naar de radio, maar in Hongarije horen we geen nieuws en dat missen we dan wel een beetje. We hebben wel een computer, maar geen internet. Maar daar zitten we toch weleens over te denken. Het is leuk om foto’s te mailen. Maar ja, dat kost ook allemaal tijd en we hebben al zo weinig tijd. Ik vaar veel en werk ook wel buiten, ik geef de oudste les en doe de boekhouding. Er blijft niet veel tijd over.’

Hun droom is ooit nog eens een reis naar de Zwarte Zee te maken. ‘We willen dat een keer zien’, zegt Arja. ‘Maar met al die Roemenen is er niet veel werk die kant op. Althans werk dat een beetje betaalt. Maar toch willen we het gaan doen en dat moet dan voordat onze oudste 6 is.’ Loods Milan heeft al toegezegd mee te willen.