De Nederlandse schipper was al varend in slaap gevallen en ramde bij het invaren van een insteekhaven van de Rozenburgsesluis een op spudpalen gelegen duwboot en een werkschip. Een ponton van het havenbedrijf en de kade liepen daarbij aanzienlijke schade op. Ook het binnenvaartschip werd zwaar beschadigd.
In opdracht van het Havenbedrijf werd de beschadigde spudpaal, waar het werkschip aan lag afgemeerd, onder water doorgezaagd. Anders was het aangevaren werkschip niet meer los te trekken.
De schipper blies uiteindelijk op het politiebureau 695 Ugl, de limiet voor het alcoholgehalte in adem is 220 Ugl. Het bleek ook niet de eerste keer dat de binnenvaartschipper werd bekeurd voor varen onder invloed. De politie onderzoekt de vaarbevoegdheid van de schipper. (EvH)