Pieter van Oord: ‘Scheepsbouwers moeten zich veel meer specialiseren’

De maritieme maakindustrie in Nederland moet zich specialiseren en zich richten op technologie, om competitief te blijven op de wereldmarkt. Dat is de boodschap van CEO Pieter van Oord van waterbouwconcern Van Oord tijdens het lunchdebat van Maritime Platform, georganiseerd door Schuttevaer en Netherlands Maritime Technology (NMT).

Pieter van Oord en Thecla Bodewes bij het maritieme lunchdebat tijdens Maritime Platform. (Beeld uit video)
Pieter van Oord en Thecla Bodewes bij het maritieme lunchdebat tijdens Maritime Platform. (Beeld uit video)

Volgens Van Oord is het tijd voor herijking van de industrie. ‘Wat gaan we doen in de toekomst als maakindustrie in Nederland? Ik vind: je moet vooral doen waar je competitief in bent. Concurreren in de scheepsbouw met lagelonenlanden is een verloren wedstrijd.’

‘We hebben in Nederland een maritiem cluster, bestaande uit scheepsbouw, innovatieve technologie en opleiding. Een van die pilaren heeft vorig jaar een gigantische dreun gekregen: de grootste scheepsbouwers van ons land, Damen en Royal IHC, hebben miljoenen verlies geleden.’

Volgens de bekende waterbouwer is het in Nederland gewoon niet te doen om casco’s te bouwen, omdat die veel goedkoper uit China komen. ‘Wat willen we wel en niet doen? Het cluster moet het veel meer zoeken in technologie, zoals kranen en automatisering.’

Een vertaalslag van werken met je handen naar werken met je hersenen, aldus Van Oord.

Volgens scheepsbouwer Thecla Bodewes is het echter onmogelijk te innoveren zonder een compleet productieproces in Nederland te hebben. ‘Geen kennis, zonder de kunde en de kassa. Innovaties komen voort uit een productieproces.’

Kwaliteit

Bodewes stelde dat schepen die van stapel lopen bij TB Shipyards, veel efficiënter zijn ontworpen en gebouwd en na de bouw ook minder onderhoud nodig hebben, dan schepen uit lagelonenlanden. Bodewes roept iedereen in de sector op om efficiënter te denken. ‘We zijn afhankelijk van elkaar. We moeten efficiënter werken om de scheepsbouw tot 12.000 ton in Nederland te behouden. Zo kunnen we de innovaties meegeven aan de groten. Als we in Nederland helemaal niet meer produceren, raken we de innovaties kwijt.’

Goede voorbeeld

Van Oord zegt zelf het goede voorbeeld te geven en liet zijn laatste kabellegger bouwen bij Europese werven. Het casco werd gebouwd in Roemenië en afgebouwd bij Vard in Noorwegen. Mét een kraan van Huisman in Schiedam. en de jongste waterinjectie-schepen werden besteld bij de Nederlandse Kooiman Marine Group. Van Oord: ‘We kijken nadrukkelijk waar welke werf sterk in is.’

Van Oord adviseerde Bodewes dan ook zich niet tot ‘jack of all trades’ om te vormen. ‘Dat is namelijk de fout die Damen en IHC maakten. Ze probeerden te vaak projecten te doen waar ze niets van begrepen. Je moet de niches vinden waar je goed in bent.

Industriepolitiek

Bodewes pleitte voor een nieuwe industriepolitiek, waarbij de overheid zich sterk maakt voor het bedrijfsleven. ‘Ga die opdrachten binnenhalen. Neem een voorbeeld aan China en Noorwegen, die hun eigen industrie beschermen. We moeten met de vier ministeries die hiervoor verantwoordelijk zijn aan tafel.’

Verduurzaming ziet zij als een van de zaken waarin Nederland zichzelf sterk kan positioneren. ‘Duurzaamheid speelt natuurlijk al een rol bij veel aanbestedingen. We moeten voorlopen in duurzame productie. Dan hebben we een rol op de wereldmarkt.’

Lees ook:

Dag 1 Maritime Platform 2021: een korte terugblik

Corona hakte er fors in bij Nederlandse maakindustrie