Rijn verandert snel in regenrivier

De Rijn, van oudsher een gletsjerrivier gevoed door smelt- en regenwater, verandert nog deze eeuw in hoog tempo in een regenrivier. De gletsjers in de Alpen smelten, de temperatuur stijgt er sneller dan in de rest van Europa. De sneeuw verandert in regen. Als de temperatuur in Europa deze eeuw twee graden stijgt neemt ook de sneeuwval in het Duitse middelgebergte aanzienlijk af. En ook dat gebergte levert een belangrijke bijdrage aan de waterstand in diverse Duitse rivieren. Als, zoals deze winter, al in het begin van het jaar een dooiperiode plaatsheeft, dan komt de scheepvaart in de winter tot stilstand door hoog water en ontbreekt zomers het smeltwater dat al lang en breed in de Noordzee is gestroomd.

Volgens onderzoekers heeft de 159 dagen durende laagwaterperiode in de zomer van 2018 de samenleving zo'n 2,7 miljard euro gekost. (Archieffoto Rijkswaterstaat)
Volgens onderzoekers heeft de 159 dagen durende laagwaterperiode in de zomer van 2018 de samenleving zo'n 2,7 miljard euro gekost. (Archieffoto Rijkswaterstaat)

Een man die veel heeft bijgedragen aan onderzoeken en publicaties over (Alpen)water is de Zwitser dr. Klaus Lanz van het onderzoeksinstituut International Water Affairs. Lanz stelt: ‘In 2100 is de bijdrage van smeltwater uit de gletsjers van de Rijn minder dan 1%. Tegen die tijd zijn er een paar kleine gletsjers over. En is de sneeuwgrens een heel stuk omhoog opgeschoven, zodat wat nu nog als sneeuw valt, dan regen is en direct afvloeit naar zee. In het voorjaar en begin van de zomer komt er dan veel minder smeltwater vrij. Wat ook meespeelt, is dat de temperatuur in de Alpen sneller stijgt dan in de rest van Europa. Als die in Europa in deze eeuw met twee graden stijgt, is dat in de Alpen vier graden, met alle gevolgen van dien.’
Een eenmaal gesmolten gletsjer komt, ook als de opwarming van de aarde kan worden gestopt, niet meer terug. Lanz: ‘De aarde koelt niet meer af, ook als we er in slagen rond 2050 klimaatneutraal te zijn.’

Scheepvaart

Lanz denkt overigens dat de behoefte aan scheepvaart naar Zwitserland de komende decennia ingrijpend kan veranderen. ‘Olieproducten worden met tankers aangevoerd. Er wordt nog veel op olie gestookt en auto’s rijden op diesel of benzine. Maar dat gaat de komende jaren natuurlijk veranderen.’
Er wordt in perioden van extreem laag water, zoals in 2018, steeds weer gesproken over stuwen en sluizen in de Rijn. In 2018 was het de bestuursvoorzitter van chemiereus BASF, Martin Brudermüller, die een dringende oproep in die richting deed. ‘Als er weinig water in stroomt, moeten we ervoor zorgen dat er ook weinig uit stroomt, of dat dat gecontroleerd gebeurt’, zei hij toen. Tot nu toe krijgt hij nul op rekest.
Intussen laat BASF de eerste ‘laagwatertanker’ bouwen die bij een waterdiepte van 1,60 meter nog 650 ton voor de deur brengt. Bij voldoende water kan het schip 2500 ton laden. Ook bij HGK in Keulen staat een aan laagwater aangepast schip op stapel.

Sluizenbouw is dus voorlopig niet aan de orde. Lanz denkt ook dat het niet snel zover zal komen. ‘Het heeft grote gevolgen voor waterbeheer en ecologie. Om over het geld nog maar niet te spreken. Er zal ook goed moeten worden gezocht naar geschikte locaties. Normaal gesproken wordt de waterloop omgeleid wanneer een sluis wordt aangelegd. Dat is aan de Rijn, met bergen, wegen en spoorlijnen langs de oevers niet zo simpel te realiseren. Voorlopig zal het moeten komen van het plan van verkeersminister Andreas Scheuer dat vorig jaar werd gepresenteerd en waarbij door maatregelen op het ondiepste traject van de Rijn 20 centimeter meer diepgang ontstaat.’

Laagwater: het nieuwe normaal?

Laagwater is van alle tijden. Soms daalt het waterpeil echter zover dat een andere vervoersmodaliteit moet worden gezocht. Deze vorm van aanboduitval is funest voor de binnenvaart en een zeer zorgelijke ontwikkeling. Op 11 maart organiseren Schuttevaer & Nieuwsblad Transport daarom het Laagwater Event.

Lees ook:

Duitsland neemt maatregelen tegen gevolgen laagwater Rijn

Rijn verandert snel in regenrivier | Schuttevaer.nl

Rijn verandert snel in regenrivier

De Rijn, van oudsher een gletsjerrivier gevoed door smelt- en regenwater, verandert nog deze eeuw in hoog tempo in een regenrivier. De gletsjers in de Alpen smelten, de temperatuur stijgt er sneller dan in de rest van Europa. De sneeuw verandert in regen. Als de temperatuur in Europa deze eeuw twee graden stijgt neemt ook de sneeuwval in het Duitse middelgebergte aanzienlijk af. En ook dat gebergte levert een belangrijke bijdrage aan de waterstand in diverse Duitse rivieren. Als, zoals deze winter, al in het begin van het jaar een dooiperiode plaatsheeft, dan komt de scheepvaart in de winter tot stilstand door hoog water en ontbreekt zomers het smeltwater dat al lang en breed in de Noordzee is gestroomd.

Volgens onderzoekers heeft de 159 dagen durende laagwaterperiode in de zomer van 2018 de samenleving zo'n 2,7 miljard euro gekost. (Archieffoto Rijkswaterstaat)
Volgens onderzoekers heeft de 159 dagen durende laagwaterperiode in de zomer van 2018 de samenleving zo'n 2,7 miljard euro gekost. (Archieffoto Rijkswaterstaat)

Een man die veel heeft bijgedragen aan onderzoeken en publicaties over (Alpen)water is de Zwitser dr. Klaus Lanz van het onderzoeksinstituut International Water Affairs. Lanz stelt: ‘In 2100 is de bijdrage van smeltwater uit de gletsjers van de Rijn minder dan 1%. Tegen die tijd zijn er een paar kleine gletsjers over. En is de sneeuwgrens een heel stuk omhoog opgeschoven, zodat wat nu nog als sneeuw valt, dan regen is en direct afvloeit naar zee. In het voorjaar en begin van de zomer komt er dan veel minder smeltwater vrij. Wat ook meespeelt, is dat de temperatuur in de Alpen sneller stijgt dan in de rest van Europa. Als die in Europa in deze eeuw met twee graden stijgt, is dat in de Alpen vier graden, met alle gevolgen van dien.’
Een eenmaal gesmolten gletsjer komt, ook als de opwarming van de aarde kan worden gestopt, niet meer terug. Lanz: ‘De aarde koelt niet meer af, ook als we er in slagen rond 2050 klimaatneutraal te zijn.’

Scheepvaart

Lanz denkt overigens dat de behoefte aan scheepvaart naar Zwitserland de komende decennia ingrijpend kan veranderen. ‘Olieproducten worden met tankers aangevoerd. Er wordt nog veel op olie gestookt en auto’s rijden op diesel of benzine. Maar dat gaat de komende jaren natuurlijk veranderen.’
Er wordt in perioden van extreem laag water, zoals in 2018, steeds weer gesproken over stuwen en sluizen in de Rijn. In 2018 was het de bestuursvoorzitter van chemiereus BASF, Martin Brudermüller, die een dringende oproep in die richting deed. ‘Als er weinig water in stroomt, moeten we ervoor zorgen dat er ook weinig uit stroomt, of dat dat gecontroleerd gebeurt’, zei hij toen. Tot nu toe krijgt hij nul op rekest.
Intussen laat BASF de eerste ‘laagwatertanker’ bouwen die bij een waterdiepte van 1,60 meter nog 650 ton voor de deur brengt. Bij voldoende water kan het schip 2500 ton laden. Ook bij HGK in Keulen staat een aan laagwater aangepast schip op stapel.

Sluizenbouw is dus voorlopig niet aan de orde. Lanz denkt ook dat het niet snel zover zal komen. ‘Het heeft grote gevolgen voor waterbeheer en ecologie. Om over het geld nog maar niet te spreken. Er zal ook goed moeten worden gezocht naar geschikte locaties. Normaal gesproken wordt de waterloop omgeleid wanneer een sluis wordt aangelegd. Dat is aan de Rijn, met bergen, wegen en spoorlijnen langs de oevers niet zo simpel te realiseren. Voorlopig zal het moeten komen van het plan van verkeersminister Andreas Scheuer dat vorig jaar werd gepresenteerd en waarbij door maatregelen op het ondiepste traject van de Rijn 20 centimeter meer diepgang ontstaat.’

Laagwater: het nieuwe normaal?

Laagwater is van alle tijden. Soms daalt het waterpeil echter zover dat een andere vervoersmodaliteit moet worden gezocht. Deze vorm van aanboduitval is funest voor de binnenvaart en een zeer zorgelijke ontwikkeling. Op 11 maart organiseren Schuttevaer & Nieuwsblad Transport daarom het Laagwater Event.

Lees ook:

Duitsland neemt maatregelen tegen gevolgen laagwater Rijn