Falck: Hoe realistischer hoe beter

Veiligheidsbedrijf Falck laat dit jaar een nieuw trainingscentrum bouwen op de Maasvlakte in Rotterdam. De huidige vestiging moet wijken voor havenaanleg. Een mooie kans, vindt locatiemanager Martijn Wassenaar. In het nieuwe complex krijgt ‘virtual reality’ bijvoorbeeld meer ruimte. ‘Daarmee kunnen wij veel gevaarlijkere situaties nabootsen.’

Falck: Hoe realistischer hoe beter
  • Virtueel brandblussen in nieuw trainingscentrum Falck

  • ‘Hulp is er niet, zeeman moet zichzelf redden’

  • ‘Trainingsniveau is vaak te laag’

Maar liefst zes typen reddingsboten telt het drijvend platform in het haventje van Falck (op de grens Beerkanaal-Hartelkanaal). De feloranje sloepen hangen aan zogenoemde klapdavits die de bootjes zijwaarts naar beneden kunnen laten zakken. Behalve de vrijeval-reddingsboot: die hangt in een stalen lanceerconstructie. ‘Op dit platform trainen we mensen in het verlaten van een schip of boorplatform vanwege bijvoorbeeld brand’, legt locatiemanager Wassenaar uit. ‘Welke reddingsboot we hierbij gebruiken hangt af van de doelgroep.’

Het platform is een van de vele trainingsobjecten die het Falckterrein op de Maasvlakte (het voormalige Nutec) telt. En bij al deze oefenlocaties op het grote terrein vechten twee tegenstrijdige belangen met elkaar: dat van veiligheid en dat van een zo realistisch mogelijke oefensituatie. Wassenaar: ‘We willen cursisten voorbereiden op levensgevaarlijke situaties. Maar ze moeten zij onze trainingen wel veilig kunnen doorlopen.’

Om die reden duikelt bijvoorbeeld de vrijevalboot van Falck vanaf slechts 12 meter hoogte naar beneden. In lijn met de wettelijke trainingsstandaarden. Maar vanaf cruiseschepen, containerschepen en boorplatformen storten die dingen soms wel van 40 meter hoogte in de golven. Comfortabel is anders – en dus is de kans op letsel na zo’n lancering te groot om ermee te oefenen.

Ook een tewaterlating tijdens bijvoorbeeld storm zit er daarom niet in. Als dat al te plannen zou zijn. ‘Terwijl onstuimig weer in noodsituaties juist vaak een rol speelt’, zegt Wassenaar. Evenals het slagzij maken van een zinkend schip, of de aanwezigheid van giftige gassen.

Virtueel

Met virtual reality kan Falck deze factoren wél nabootsen. In het nieuw te bouwen veiligheidscentrum krijgen de cursisten het dan ook, desgewenst, veel zwaarder voor hun kiezen. Wassenaar: ‘In de lifeboatsimulator en virtual reality room kunnen wij het straks zo gek maken als we willen.’
Bovendien kan de trainer de beslissingen van een cursist in de nieuwe situatie veel beter observeren dan in een dansend reddingsbootje op het water. Het systeem registreert ook nog eens alle handelingen. ‘En met één druk op de knop kunnen we een oefening opnieuw starten.’

Ook nu werkt Falck al met virtual reality in trainingen, stelt zijn collega Paul Boumans, commercieel directeur van Falck Safety Services in Nederland. ‘Maar in het nieuwe centrum gaan we daar nog veel meer mee doen.’

Zo ziet hij voordelen in de bestrijding van virtuele vuurhaarden. ‘Oefenen met echte trainingsobjecten blijft natuurlijk belangrijk, maar virtuele trainingen schelen een heleboel roetuitstoot. Daarbij: je kunt ze heel specifiek op de werkomgeving van elke afzonderlijke doelgroep afstemmen. Inclusief allerlei complicaties die daar om de hoek kunnen komen kijken.’

Confronteren

Die toegevoegde complicaties zijn altijd uit het leven gegrepen. Boumans: ‘Wij gaan voor zo realistisch mogelijk.’ Denk aan het blussen van een brandende generator, bij een oefening in scheepsbrandbestrijding, vult Wassenaar aan. ‘Zeeschepen hebben vaak een automatisch blussysteem in de generatorruimte. Daarom denken cursisten vaak dat daar geen training voor nodig is. Maar wat als het blussysteem faalt? Dat gebeurt weleens in werkelijkheid. Op zo’n moment moet je weten wat je moet doen.’

Én op welke manier, want het kan zomaar gebeuren dat na het blussen van de generator de isolatie nog onzichtbaar blijft smeulen, waarna het vuur onverwacht weer oplaait. Wassenaar: ‘Mensen moeten op dit soort onverwachte complicaties voorbereid zijn. Daarom moeten wij ze er hier mee confronteren.’

De docenten geven hierbij geen precieze instructies om een probleem aan te pakken. Wassenaar: ‘Wij leren de mensen om zelf beslissingen te nemen in unieke situaties. De vertaling van trainingscentrum naar praktijk is verschrikkelijk belangrijk. Op een brandende olietanker, een zinkend passagierschip of boven in een op hol geslagen windmolen kan de brandweer je niet helpen. Je moet dan zelf weten hoe je zichzelf en anderen kunt redden.’

Kosten

Het verplichte karakter van de veiligheidstrainingen stuit reders en zeevarenden in de maritieme sector weleens tegen de borst. Vooral ook vanwege de kosten. Wassenaar denkt er anders over: ‘Op het gebied van brandveiligheid laat zelfs van ervaren maritieme mensen het niveau te wensen over. Vergelijk het met de vrijwillige brandweer. Die mensen hebben allemaal hun eigen beroep; toch oefenen ze zich elke week in brandbestrijding. In de offshore hoeft dit slechts eenmaal per twee jaar te gebeuren en in de scheepvaart eens per vijf jaar. Een groot verschil.’

Als iemand kort vóór een noodsituatie het trainingscentrum nog van binnen heeft gezien, weet hij nog wel wat hij moet doen, gelooft Boumans. ‘Maar na een jaar is die kennis behoorlijk weggezakt. Zolang alles goed gaat, is er niets aan de hand. Maar als het dan opeens wél misgaat en je niet weet hoe je moet reageren, kunnen de gevolgen ernstig zijn. Zo’n training is pure zelfbescherming.’
De cursisten die bij Falck langskomen zijn trouwens overwegend positief over de trainingen, zegt Wassenaar. ‘Hoe realistischer een oefening, hoe beter mensen er de meerwaarde van inzien.’

Windmolens

Het nieuwe oefencomplex – oplevering voorjaar 2018 – zal hier zeker aan bijdragen, meent de locatiemanager. ‘We kunnen ons daar nog beter op onder meer advanced firefighting voor de scheepvaart en offshore richten.’

De min of meer gedwongen verhuizing ziet hij dan ook wel zitten. ‘Het Havenbedrijf Rotterdam verlengt ons huidige huurcontract niet meer: hier moet een nieuwe haven met op- en overslagterminal komen. Dit is namelijk de enige locatie waar nog een diepe haven kan komen, vandaar.’

Het nieuwe oefenterrein komt slechts enkele honderden meters oostelijker te liggen. Het Havenbedrijf werkte volop mee. In de loop van dit jaar verrijst er een, volgens Falck, ‘internationaal toonaangevend veiligheidskenniscentrum’ voor publieke en industriële brandweren, de offshore, maritieme sector en windindustrie.

Die windindustrie is een prachtige groeimarkt, weet Boumans: ‘Rotterdam wil nummer één worden als toeleverancier voor de windindustrie. Denk aan de levering van grondstoffen, het bouwen van onderdelen en de aanleg van fundaties.’

Falcks dienstverlening past prima in het rijtje: ‘Op de Noordzee werken in 2030 naar verwachting 10 keer zoveel mensen als nu, vanwege bouw, onderhoud en reparatie van al die geplande windmolens. Die mensen moeten allemaal veilig kunnen werken op hun voor hulpdiensten onbereikbare locatie.’

Falck: Hoe realistischer hoe beter | Schuttevaer.nl

Falck: Hoe realistischer hoe beter

Veiligheidsbedrijf Falck laat dit jaar een nieuw trainingscentrum bouwen op de Maasvlakte in Rotterdam. De huidige vestiging moet wijken voor havenaanleg. Een mooie kans, vindt locatiemanager Martijn Wassenaar. In het nieuwe complex krijgt ‘virtual reality’ bijvoorbeeld meer ruimte. ‘Daarmee kunnen wij veel gevaarlijkere situaties nabootsen.’

Falck: Hoe realistischer hoe beter
  • Virtueel brandblussen in nieuw trainingscentrum Falck

  • ‘Hulp is er niet, zeeman moet zichzelf redden’

  • ‘Trainingsniveau is vaak te laag’

Maar liefst zes typen reddingsboten telt het drijvend platform in het haventje van Falck (op de grens Beerkanaal-Hartelkanaal). De feloranje sloepen hangen aan zogenoemde klapdavits die de bootjes zijwaarts naar beneden kunnen laten zakken. Behalve de vrijeval-reddingsboot: die hangt in een stalen lanceerconstructie. ‘Op dit platform trainen we mensen in het verlaten van een schip of boorplatform vanwege bijvoorbeeld brand’, legt locatiemanager Wassenaar uit. ‘Welke reddingsboot we hierbij gebruiken hangt af van de doelgroep.’

Het platform is een van de vele trainingsobjecten die het Falckterrein op de Maasvlakte (het voormalige Nutec) telt. En bij al deze oefenlocaties op het grote terrein vechten twee tegenstrijdige belangen met elkaar: dat van veiligheid en dat van een zo realistisch mogelijke oefensituatie. Wassenaar: ‘We willen cursisten voorbereiden op levensgevaarlijke situaties. Maar ze moeten zij onze trainingen wel veilig kunnen doorlopen.’

Om die reden duikelt bijvoorbeeld de vrijevalboot van Falck vanaf slechts 12 meter hoogte naar beneden. In lijn met de wettelijke trainingsstandaarden. Maar vanaf cruiseschepen, containerschepen en boorplatformen storten die dingen soms wel van 40 meter hoogte in de golven. Comfortabel is anders – en dus is de kans op letsel na zo’n lancering te groot om ermee te oefenen.

Ook een tewaterlating tijdens bijvoorbeeld storm zit er daarom niet in. Als dat al te plannen zou zijn. ‘Terwijl onstuimig weer in noodsituaties juist vaak een rol speelt’, zegt Wassenaar. Evenals het slagzij maken van een zinkend schip, of de aanwezigheid van giftige gassen.

Virtueel

Met virtual reality kan Falck deze factoren wél nabootsen. In het nieuw te bouwen veiligheidscentrum krijgen de cursisten het dan ook, desgewenst, veel zwaarder voor hun kiezen. Wassenaar: ‘In de lifeboatsimulator en virtual reality room kunnen wij het straks zo gek maken als we willen.’
Bovendien kan de trainer de beslissingen van een cursist in de nieuwe situatie veel beter observeren dan in een dansend reddingsbootje op het water. Het systeem registreert ook nog eens alle handelingen. ‘En met één druk op de knop kunnen we een oefening opnieuw starten.’

Ook nu werkt Falck al met virtual reality in trainingen, stelt zijn collega Paul Boumans, commercieel directeur van Falck Safety Services in Nederland. ‘Maar in het nieuwe centrum gaan we daar nog veel meer mee doen.’

Zo ziet hij voordelen in de bestrijding van virtuele vuurhaarden. ‘Oefenen met echte trainingsobjecten blijft natuurlijk belangrijk, maar virtuele trainingen schelen een heleboel roetuitstoot. Daarbij: je kunt ze heel specifiek op de werkomgeving van elke afzonderlijke doelgroep afstemmen. Inclusief allerlei complicaties die daar om de hoek kunnen komen kijken.’

Confronteren

Die toegevoegde complicaties zijn altijd uit het leven gegrepen. Boumans: ‘Wij gaan voor zo realistisch mogelijk.’ Denk aan het blussen van een brandende generator, bij een oefening in scheepsbrandbestrijding, vult Wassenaar aan. ‘Zeeschepen hebben vaak een automatisch blussysteem in de generatorruimte. Daarom denken cursisten vaak dat daar geen training voor nodig is. Maar wat als het blussysteem faalt? Dat gebeurt weleens in werkelijkheid. Op zo’n moment moet je weten wat je moet doen.’

Én op welke manier, want het kan zomaar gebeuren dat na het blussen van de generator de isolatie nog onzichtbaar blijft smeulen, waarna het vuur onverwacht weer oplaait. Wassenaar: ‘Mensen moeten op dit soort onverwachte complicaties voorbereid zijn. Daarom moeten wij ze er hier mee confronteren.’

De docenten geven hierbij geen precieze instructies om een probleem aan te pakken. Wassenaar: ‘Wij leren de mensen om zelf beslissingen te nemen in unieke situaties. De vertaling van trainingscentrum naar praktijk is verschrikkelijk belangrijk. Op een brandende olietanker, een zinkend passagierschip of boven in een op hol geslagen windmolen kan de brandweer je niet helpen. Je moet dan zelf weten hoe je zichzelf en anderen kunt redden.’

Kosten

Het verplichte karakter van de veiligheidstrainingen stuit reders en zeevarenden in de maritieme sector weleens tegen de borst. Vooral ook vanwege de kosten. Wassenaar denkt er anders over: ‘Op het gebied van brandveiligheid laat zelfs van ervaren maritieme mensen het niveau te wensen over. Vergelijk het met de vrijwillige brandweer. Die mensen hebben allemaal hun eigen beroep; toch oefenen ze zich elke week in brandbestrijding. In de offshore hoeft dit slechts eenmaal per twee jaar te gebeuren en in de scheepvaart eens per vijf jaar. Een groot verschil.’

Als iemand kort vóór een noodsituatie het trainingscentrum nog van binnen heeft gezien, weet hij nog wel wat hij moet doen, gelooft Boumans. ‘Maar na een jaar is die kennis behoorlijk weggezakt. Zolang alles goed gaat, is er niets aan de hand. Maar als het dan opeens wél misgaat en je niet weet hoe je moet reageren, kunnen de gevolgen ernstig zijn. Zo’n training is pure zelfbescherming.’
De cursisten die bij Falck langskomen zijn trouwens overwegend positief over de trainingen, zegt Wassenaar. ‘Hoe realistischer een oefening, hoe beter mensen er de meerwaarde van inzien.’

Windmolens

Het nieuwe oefencomplex – oplevering voorjaar 2018 – zal hier zeker aan bijdragen, meent de locatiemanager. ‘We kunnen ons daar nog beter op onder meer advanced firefighting voor de scheepvaart en offshore richten.’

De min of meer gedwongen verhuizing ziet hij dan ook wel zitten. ‘Het Havenbedrijf Rotterdam verlengt ons huidige huurcontract niet meer: hier moet een nieuwe haven met op- en overslagterminal komen. Dit is namelijk de enige locatie waar nog een diepe haven kan komen, vandaar.’

Het nieuwe oefenterrein komt slechts enkele honderden meters oostelijker te liggen. Het Havenbedrijf werkte volop mee. In de loop van dit jaar verrijst er een, volgens Falck, ‘internationaal toonaangevend veiligheidskenniscentrum’ voor publieke en industriële brandweren, de offshore, maritieme sector en windindustrie.

Die windindustrie is een prachtige groeimarkt, weet Boumans: ‘Rotterdam wil nummer één worden als toeleverancier voor de windindustrie. Denk aan de levering van grondstoffen, het bouwen van onderdelen en de aanleg van fundaties.’

Falcks dienstverlening past prima in het rijtje: ‘Op de Noordzee werken in 2030 naar verwachting 10 keer zoveel mensen als nu, vanwege bouw, onderhoud en reparatie van al die geplande windmolens. Die mensen moeten allemaal veilig kunnen werken op hun voor hulpdiensten onbereikbare locatie.’