Ineens valt me op hoe leeg de gang eigenlijk is; pas een seconde later realiseer ik me wat er mist. Er staan geen schoenen meer.
Een week geleden struikelde je nog over talloze rondslingerende schoenen. Alsof er een moskee was gehuisvest, altijd stonden er schoenen voor de deuren. Ik verbaasde me er telkens weer over hoeveel paar schoenen die jongens meenemen. Natuurlijk bewoonden twee leerlingen één hut, maar waarom er dan 10 paar (of meer) voor een deur slingerden ontging mij.
Terwijl ik een venijnig balletje met links effect over het netje mep, bedenk ik dat ik maar vier paar schoeisel bij me heb. Natuurlijk mijn rigboots (intussen ligt de meester over de vloer te dweilen: achter een balletje aan), mijn slippers, sandalen voor als het erg warm is en mijn ‘stapschoenen’. Nee, geen sportschoenen: pingpongen doe ik op blote voeten.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.
Bent u al abonnee?