Uit duikinspecties in het wrak blijkt dat de bovenkant meer beschadigd is dan van tevoren kon worden afgeleid aan de buitenkant. Door de landing op de zeebodem zijn in het wrak scheuren ontstaan. Wind, getijstroming en golfslag bevorderen de scheurvorming in het wrak. Het hijsen aan de sterke delen van de bovenkant is daardoor niet uitvoerbaar. De onderkant is vooralsnog een gesloten geheel met voldoende reststerkte om in delen van de zeebodem gehesen te worden.
Momenteel beoordelen Rijkswaterstaat en aannemerscombinatie Boskalis Nederland /Mammoet Salvage of preventieve maatregelen om het wrak verder intact te houden in de komende stormmaanden uitvoerbaar en haalbaar zijn. Daarnaast worden de noodzakelijke aanpassingen in de bergingsmethode onderzocht. In de loop van september wordt de keuze voor de alternatieve bergingsmethode gemaakt. Het wrak moet uiterlijk 31 december 2015 van de zeebodem verwijderd zijn.
De autocarrier Baltic Ace zonk 5 december 2012 op de Noordzee na een aanvaring met het containerschip Corvus J. Van de 24 bemanningsleden overleefden 13 het ongeluk. Het wrak ligt midden in een van de drukst bevaren internationale scheepvaartroutes van de Noordzee en hindert een vlotte en veilige doorvaart voor de 16.000 schepen die hier jaarlijks richting Rotterdam varen. Ook vormen de stookolie en de ruim 1400 auto’s aan boord van het scheepswrak een bedreiging voor het milieu.