Historische vissersvloot naar Zuiderzeemuseum

De Vereniging Botterbehoud viert van 10 tot en met 12 augustus haar 50-jarig bestaan in het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen. Zeker 80 van de 137 leden hebben aangekondigd met hun schip naar het evenement te komen. Sinds de Visserijtentoonstelling in 1930 in Enkhuizen, waarbij koningin Wilhelmina en prinses Juliana aanwezig waren, zijn er nooit meer zoveel historische visserijschepen bijeen geweest.

pers Botterbehoud
  • Vereniging Botterbehoud viert 50-jarig bestaan

Rond 1900 was de Zuiderzeevisserij op haar hoogtepunt. Er werd met zo’n 3000 platbodems, veelal Botters, maar ook Lemster- en Wieringeraken, schouwen, Staverse Jollen, blazers, Volendammer kwakken, pluten, bonzen en Vollenhovense bollen gevist op haring, ansjovis, paling, bot en garnalen. Na 1900 zakte de zeilvisserij echter enorm in door de opkomst van geïndustrialiseerde visserij met stalen stoomloggers, de dreigende komst van de Afsluitdijk en de gedeeltelijke drooglegging van de Zuiderzee. De haring, bot en ansjovis verdwenen in snel tempo en duizenden vissers, vishandelaren, zeilmakers, touwslagers, scheepsbouwers en andere ambachtslieden raakten werkloos. In 1966 brachten de laatste vissers hun vis aan land en daarmee verdween de zeilvisserij definitief.

Scheepskerkhof

Honderden houten vissersschepen lagen werkloos in de nu voormalige Zuiderzeehavens. De beste exemplaren werden aan Duitse opkopers verkocht. De rest kwijnde weg tot drijvende wrakken. Soms werden er 30 tegelijk naar hun zeemansgraf gevaren, wat inhield dat zij op een bepaalde locatie tot zinken werden gebracht. Oude vissers uit die tijd herinneren zich nog het trieste schouwspel van de zwarte masten, die nog lange tijd als laatste aandenken aan betere tijden boven het water uitstaken. Sommige werden als brandhout in kachels opgestookt. Een aantal werd voor een appel en ei opgekocht door studenten die ze gebruikten als woon- en/of feestboot.
Van de ooit trotse Zuiderzeevloot van bijna 3000 schepen resteerde in de jaren ’70 van de vorige eeuw nog een veertigtal in slechte staat verkerende botters en andere voormalige Zuiderzeeschepen. Een aantal van de genoemde studenten en andere jongelui zag het historisch belang van deze voormalige Zuiderzeeschepen. In 1968 zag daarom de ‘Vereniging Botterbehoud‘ het licht. In totaal waren er 15 leden. Nu, 50 jaar later telt de Vereniging 137 leden en aspirant-leden.

Liefhebbers

De groei van de historische vloot is zeker te danken aan de grote inspanning van vrijwilligers die niet alleen helpen bij de restauraties, maar ook rondvaren met betalende gasten en deelnemen aan bedrijvenwedstrijden. Het onderhoud aan de houten vissersschepen vergt volgens de vereniging jaarlijks al snel 5000 tot 10.000 euro per schip. Dat maakt wel duidelijk hoe groot de inzet van de liefhebbers de afgelopen halve eeuw is geweest.
Op vrijdag 10 augustus beginnen de festiviteiten met een vlootschouw vanaf het admiraalschip met de nog in levende zijnde oprichters van Vereniging Botterbehoud. In 1993 was het Zuiderzeemuseum ook al de ideale locatie voor de viering van het 25-jarig bestaan van de Vereniging Botterbehoud. Het openluchtmuseum telt 140 historische gebouwen en vissershuisjes uit de periode tussen 1880 en 1930, waarin museummedewerkers het leven van toen naspelen. Zo is een deel van de Zuiderzeehistorie bewaard gebleven.
Op YouTube is iets over de historie en de vlootschouw van 25 jaar geleden te zien. Ook zijn er onder meer documentaires over de botters BU-2 en de vissende MK-63 te vinden. (PN)

Historische vissersvloot naar Zuiderzeemuseum | Schuttevaer.nl

Historische vissersvloot naar Zuiderzeemuseum

De Vereniging Botterbehoud viert van 10 tot en met 12 augustus haar 50-jarig bestaan in het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen. Zeker 80 van de 137 leden hebben aangekondigd met hun schip naar het evenement te komen. Sinds de Visserijtentoonstelling in 1930 in Enkhuizen, waarbij koningin Wilhelmina en prinses Juliana aanwezig waren, zijn er nooit meer zoveel historische visserijschepen bijeen geweest.

pers Botterbehoud
  • Vereniging Botterbehoud viert 50-jarig bestaan

Rond 1900 was de Zuiderzeevisserij op haar hoogtepunt. Er werd met zo’n 3000 platbodems, veelal Botters, maar ook Lemster- en Wieringeraken, schouwen, Staverse Jollen, blazers, Volendammer kwakken, pluten, bonzen en Vollenhovense bollen gevist op haring, ansjovis, paling, bot en garnalen. Na 1900 zakte de zeilvisserij echter enorm in door de opkomst van geïndustrialiseerde visserij met stalen stoomloggers, de dreigende komst van de Afsluitdijk en de gedeeltelijke drooglegging van de Zuiderzee. De haring, bot en ansjovis verdwenen in snel tempo en duizenden vissers, vishandelaren, zeilmakers, touwslagers, scheepsbouwers en andere ambachtslieden raakten werkloos. In 1966 brachten de laatste vissers hun vis aan land en daarmee verdween de zeilvisserij definitief.

Scheepskerkhof

Honderden houten vissersschepen lagen werkloos in de nu voormalige Zuiderzeehavens. De beste exemplaren werden aan Duitse opkopers verkocht. De rest kwijnde weg tot drijvende wrakken. Soms werden er 30 tegelijk naar hun zeemansgraf gevaren, wat inhield dat zij op een bepaalde locatie tot zinken werden gebracht. Oude vissers uit die tijd herinneren zich nog het trieste schouwspel van de zwarte masten, die nog lange tijd als laatste aandenken aan betere tijden boven het water uitstaken. Sommige werden als brandhout in kachels opgestookt. Een aantal werd voor een appel en ei opgekocht door studenten die ze gebruikten als woon- en/of feestboot.
Van de ooit trotse Zuiderzeevloot van bijna 3000 schepen resteerde in de jaren ’70 van de vorige eeuw nog een veertigtal in slechte staat verkerende botters en andere voormalige Zuiderzeeschepen. Een aantal van de genoemde studenten en andere jongelui zag het historisch belang van deze voormalige Zuiderzeeschepen. In 1968 zag daarom de ‘Vereniging Botterbehoud‘ het licht. In totaal waren er 15 leden. Nu, 50 jaar later telt de Vereniging 137 leden en aspirant-leden.

Liefhebbers

De groei van de historische vloot is zeker te danken aan de grote inspanning van vrijwilligers die niet alleen helpen bij de restauraties, maar ook rondvaren met betalende gasten en deelnemen aan bedrijvenwedstrijden. Het onderhoud aan de houten vissersschepen vergt volgens de vereniging jaarlijks al snel 5000 tot 10.000 euro per schip. Dat maakt wel duidelijk hoe groot de inzet van de liefhebbers de afgelopen halve eeuw is geweest.
Op vrijdag 10 augustus beginnen de festiviteiten met een vlootschouw vanaf het admiraalschip met de nog in levende zijnde oprichters van Vereniging Botterbehoud. In 1993 was het Zuiderzeemuseum ook al de ideale locatie voor de viering van het 25-jarig bestaan van de Vereniging Botterbehoud. Het openluchtmuseum telt 140 historische gebouwen en vissershuisjes uit de periode tussen 1880 en 1930, waarin museummedewerkers het leven van toen naspelen. Zo is een deel van de Zuiderzeehistorie bewaard gebleven.
Op YouTube is iets over de historie en de vlootschouw van 25 jaar geleden te zien. Ook zijn er onder meer documentaires over de botters BU-2 en de vissende MK-63 te vinden. (PN)