OPINIE: Weten wij wel, wat wij vervoeren?

‘Intussen lijkt het haast een traditie te worden in de laatste week van het jaar een beladen artikel te schrijven. Helaas is daar wederom een serieuze reden voor’, schrijft tankschipper Ton Quist (mts Primera). Vorig jaar was de ramp met MT Sanchi in relatie tot Ebis de directe aanleiding, nu de fosfine-tragedie van de familie De Waardt aan boord van het ms Fox. Quist ziet een structureel probleem: dat transporteurs vaak niet precies weten, wat zij in werkelijkheid vervoeren. Hij mailde zijn contacten in onder meer de binnentankvaart en brengt in een gedetailleerde ‘open brief’ dit probleem breder onder de aandacht.

Zonnebloemschrootpellets laden in Amsterdam (Archieffoto uit 2018 van ander schip dan de Fox). (Bron debinnenvaart.com)

Door Ton Quist

Er wordt opdracht gegeven ‘Sunpellets  voor X’, ‘Gasolie voor Y’ , ‘Containers voor Z’ te laden, of ‘Baggerspecie van A naar B’ te brengen. Vervolgens staat er op de vrachtbrief / BL / cognossement  een prachtige omschrijving, vaak uit het boekje. Maar klopt deze productomschrijving wel? Voldoet de werkelijke lading wel aan de productomschrijving op papier? Is alle relevante informatie aangaande de lading wel verstrekt? Ik heb zelf al meer dan eens meegemaakt dat nader onderzoek van mijn lading uitwees dat de productomschrijving inclusief classificatie op de BL niet correspondeerde met de inhoud van mijn ladingtanks.

Op papier wel…

Onlangs verscheen de KLPD aan boord, drie man sterk. Men vroeg mij, wat ik had geladen. Ik antwoordde: ‘Ik weet het niet. Op papier staat “naphta”.’ Men reageerde verbaasd: ‘Maar dan weet u toch, wat u hebt geladen?’ ‘Ja… op papier wel…’ Mijn ervaring is dat het benoemen dan wel classificeren van een product steeds meer op natte-vinger-werk begint te lijken. Bovendien lijkt er een sfeer te ontstaan van ‘wat niet weet, wat niet deert’. De voorbeelden uit alle vormen van transport in mijn artikel zeggen genoeg, denk ik.

Zowel in het geval Sanchi als bij de Fox stonden er mensenlevens op het spel. Reden genoeg voor mij om aan de fosfinevergiftiging aan boord van het ms Fox eveneens aandacht te besteden, want dit mag niet nog eens  gebeuren. Aansluitend plaats ik de problemen met de Fox in een grotere context. Een kader, waarin iedereen betrokken bij overslag / vervoer mee te maken heeft, inclusief het ontbreken van noodzakelijke informatie. Het resultaat van deze aandacht treft u als bijlage aan. (Download op Schuttevaer.nl de open brief ‘Weten wij wel, wat wij vervoeren‘)

IJdele hoop

Als schrijver van dit soort artikelen hoop je altijd dat iedereen zich gewaar wordt van de problematiek en er iets zal veranderen. Tegelijkertijd realiseer je je ook dat dit dikwijls ijdele hoop is; men neemt het vaak slechts ter kennisname aan en gaat over tot de orde van de dag. Wat meestal neerkomt op het eerst veiligstellen van de eigen positie en aansluitend het verdienen van geld.  Echter, wie niet waagt, wie niet wint en daarom deze open brief.

Mocht u het met de inhoud van het artikel eens zijn, ziet u het probleem ook en bent u zich bewust van de eventuele ernstige gevolgen, welke u misschien ook zouden kunnen overkomen, aarzel niet anderen het artikel dan ook te laten lezen. Het gaat in het ergste geval om mensenlevens. Wie weet, verandert er dan toch nog iets in positieve zin en weten transporteurs te zijner tijd precies, wat zij  vervoeren!

Ik wens U een voorspoedig en leerzaam 2020.

Passages en duiding

Vanwege de beperkte ruimte in de krant, selecteerde de Schuttevaer-redactie enkele passages uit het artikel van Quist. Daarin duidt hij de concentratie fosfine aan boord van de Fox, wijst op de ruime waarden uit het Plan van Aanpak bij Haven Amsterdam, pleit voor een onderzoek ‘tot op de bodem’ door de Onderzoeksraad voor Veiligheid  en een voorstel doet voor een ‘nationale transportinformatierichtlijn’ (de ‘Fox-wet’).

 ‘Aan boord van het ms Fox werd een concentratie fosfine van 15 ppm gemeten, daar waar wettelijk maximaal 0,24 ppm (0,35 mg) gedurende 8 uren is toegestaan ( geen 2 ppm dus !). Deze (interventie)waarde is een door de overheid bepaalde alarmeringsgrenswaarde en betekent navolgende: “De luchtconcentratie waarboven onherstelbare of andere ernstige gezondheidseffecten kunnen optreden, of waarbij door blootstelling aan de stof personen minder goed in staat zijn zichzelf in veiligheid te brengen”. Blootstelling aan een hogere concentratie gedurende 8 uren dan wel een veel hogere concentratie gedurende een veel kortere periode, of een concentratie van 0,24 ppm gedurende een periode langer dan 8 uren kan tot onherstelbare gezondheidsschade leiden en zelfs het leven bedreigen. 0,24 ppm slechts!!!’

‘Experts vermoeden dat de bemanning van de Fox tijdens de overslag aan een nog hogere waarde dan 15 ppm werd blootgesteld. Dit zou zonder meer kunnen zijn gebeurd, daar het Plan van Aanpak “een ongewogen overslag met indicatieve concentraties tussen de 3 en 20 ppm” specifiek voor die ladingen, die met fosfine zijn behandeld, toestaat…! Het Plan van Aanpak creëert dus in het meest extreme geval de mogelijkheid agribulk over te slaan, die de wettelijke alarmeringsgrenswaarde 83 keer overschrijdt… (een waarde van 0,24 ppm berekend over 8 uren) en de publieke grenswaarde 204 keer te boven gaat (0,098 ppm)!’

‘Het creëren van mogelijkheden ladingen met dergelijke onacceptabele, (hoge) concentraties zeer giftige en levensbedreigende gassen toch over te kunnen slaan, zal vermoedelijk vooral een commerciële reden hebben, zoals ook het accepteren van ladingen behandeld met fosfine, een stof, waarvan het gebruik in Europa verboden is, een commerciële reden zal hebben. Een ander motief kan ik niet bedenken. Een deskundige merkt hierover op dat ‘de economie niet mag worden geschaad en dat geld voor mensenlevens gaat’. Een bizarre constatering, maar één met een naar ik vrees hoog waarheidsgehalte; in het bijzonder wanneer betrokkenen niet voor de gevaren worden gewaarschuwd. Het draait veelal ordinair om geld.’

‘U zult zonder enige twijfel uw eigen vragen hebben, die U gaarne beantwoord wilt zien. Om deze reden ben ik van mening dat de “affaire Fox” echt tot op de bodem moet worden uitgezocht. Er zijn nu eenmaal te veel vragen inzake de veiligheid, waarop een antwoord moet komen, waarom het zo faliekant is misgegaan. Het beste instrument daarvoor lijkt mij de heer Dijsselbloem met zijn Onderzoeksraad voor Veiligheid.’

‘Laat het drama aan boord van het ms Fox tenminste één positief gevolg hebben: dat U en ik in de toekomst altijd precies weten, wat wij vervoeren! Dat transporteurs wereldwijd weten, wat zij vervoeren. Daarom bij dezen mijn oproep: zorg voor een wereldwijde richtlijn, waarin niet alleen de vaak ‘onzichtbare en daardoor onbereikbare’ afzender voor onvolledige of foutieve informatie m.b.t de te vervoeren lading aansprakelijk kan worden gesteld, maar eventueel ook degenen, die het product voor de echte afzender in opslag hebben en/of verladen dan wel de ontvanger; degenen die in staat zijn de werkelijke aard van een product / lading te toetsen (en dat zijn niet de vervoerders, de bevrachters of de transporteurs!)’

‘Begin hier te lande ( nog beter in heel Europa ) en als blijk van medeleven richting de familie De Waardt noemt U deze nationale transportinformatierichtlijn de ‘Fox-wet’. In een land, waar wij heel veel toezichthouders hebben, maar blijkbaar weinig houders van echt toezicht, ligt hier voor de laatstgenoemde groep in 2020 een enorme uitdaging! Transporteurs hebben in het kader van de veiligheid het recht alle noodzakelijke informatie te ontvangen en precies te weten, wat zij vervoeren!!’

OPINIE: Weten wij wel, wat wij vervoeren? | Schuttevaer.nl

OPINIE: Weten wij wel, wat wij vervoeren?

‘Intussen lijkt het haast een traditie te worden in de laatste week van het jaar een beladen artikel te schrijven. Helaas is daar wederom een serieuze reden voor’, schrijft tankschipper Ton Quist (mts Primera). Vorig jaar was de ramp met MT Sanchi in relatie tot Ebis de directe aanleiding, nu de fosfine-tragedie van de familie De Waardt aan boord van het ms Fox. Quist ziet een structureel probleem: dat transporteurs vaak niet precies weten, wat zij in werkelijkheid vervoeren. Hij mailde zijn contacten in onder meer de binnentankvaart en brengt in een gedetailleerde ‘open brief’ dit probleem breder onder de aandacht.

Zonnebloemschrootpellets laden in Amsterdam (Archieffoto uit 2018 van ander schip dan de Fox). (Bron debinnenvaart.com)

Door Ton Quist

Er wordt opdracht gegeven ‘Sunpellets  voor X’, ‘Gasolie voor Y’ , ‘Containers voor Z’ te laden, of ‘Baggerspecie van A naar B’ te brengen. Vervolgens staat er op de vrachtbrief / BL / cognossement  een prachtige omschrijving, vaak uit het boekje. Maar klopt deze productomschrijving wel? Voldoet de werkelijke lading wel aan de productomschrijving op papier? Is alle relevante informatie aangaande de lading wel verstrekt? Ik heb zelf al meer dan eens meegemaakt dat nader onderzoek van mijn lading uitwees dat de productomschrijving inclusief classificatie op de BL niet correspondeerde met de inhoud van mijn ladingtanks.

Op papier wel…

Onlangs verscheen de KLPD aan boord, drie man sterk. Men vroeg mij, wat ik had geladen. Ik antwoordde: ‘Ik weet het niet. Op papier staat “naphta”.’ Men reageerde verbaasd: ‘Maar dan weet u toch, wat u hebt geladen?’ ‘Ja… op papier wel…’ Mijn ervaring is dat het benoemen dan wel classificeren van een product steeds meer op natte-vinger-werk begint te lijken. Bovendien lijkt er een sfeer te ontstaan van ‘wat niet weet, wat niet deert’. De voorbeelden uit alle vormen van transport in mijn artikel zeggen genoeg, denk ik.

Zowel in het geval Sanchi als bij de Fox stonden er mensenlevens op het spel. Reden genoeg voor mij om aan de fosfinevergiftiging aan boord van het ms Fox eveneens aandacht te besteden, want dit mag niet nog eens  gebeuren. Aansluitend plaats ik de problemen met de Fox in een grotere context. Een kader, waarin iedereen betrokken bij overslag / vervoer mee te maken heeft, inclusief het ontbreken van noodzakelijke informatie. Het resultaat van deze aandacht treft u als bijlage aan. (Download op Schuttevaer.nl de open brief ‘Weten wij wel, wat wij vervoeren‘)

IJdele hoop

Als schrijver van dit soort artikelen hoop je altijd dat iedereen zich gewaar wordt van de problematiek en er iets zal veranderen. Tegelijkertijd realiseer je je ook dat dit dikwijls ijdele hoop is; men neemt het vaak slechts ter kennisname aan en gaat over tot de orde van de dag. Wat meestal neerkomt op het eerst veiligstellen van de eigen positie en aansluitend het verdienen van geld.  Echter, wie niet waagt, wie niet wint en daarom deze open brief.

Mocht u het met de inhoud van het artikel eens zijn, ziet u het probleem ook en bent u zich bewust van de eventuele ernstige gevolgen, welke u misschien ook zouden kunnen overkomen, aarzel niet anderen het artikel dan ook te laten lezen. Het gaat in het ergste geval om mensenlevens. Wie weet, verandert er dan toch nog iets in positieve zin en weten transporteurs te zijner tijd precies, wat zij  vervoeren!

Ik wens U een voorspoedig en leerzaam 2020.

Passages en duiding

Vanwege de beperkte ruimte in de krant, selecteerde de Schuttevaer-redactie enkele passages uit het artikel van Quist. Daarin duidt hij de concentratie fosfine aan boord van de Fox, wijst op de ruime waarden uit het Plan van Aanpak bij Haven Amsterdam, pleit voor een onderzoek ‘tot op de bodem’ door de Onderzoeksraad voor Veiligheid  en een voorstel doet voor een ‘nationale transportinformatierichtlijn’ (de ‘Fox-wet’).

 ‘Aan boord van het ms Fox werd een concentratie fosfine van 15 ppm gemeten, daar waar wettelijk maximaal 0,24 ppm (0,35 mg) gedurende 8 uren is toegestaan ( geen 2 ppm dus !). Deze (interventie)waarde is een door de overheid bepaalde alarmeringsgrenswaarde en betekent navolgende: “De luchtconcentratie waarboven onherstelbare of andere ernstige gezondheidseffecten kunnen optreden, of waarbij door blootstelling aan de stof personen minder goed in staat zijn zichzelf in veiligheid te brengen”. Blootstelling aan een hogere concentratie gedurende 8 uren dan wel een veel hogere concentratie gedurende een veel kortere periode, of een concentratie van 0,24 ppm gedurende een periode langer dan 8 uren kan tot onherstelbare gezondheidsschade leiden en zelfs het leven bedreigen. 0,24 ppm slechts!!!’

‘Experts vermoeden dat de bemanning van de Fox tijdens de overslag aan een nog hogere waarde dan 15 ppm werd blootgesteld. Dit zou zonder meer kunnen zijn gebeurd, daar het Plan van Aanpak “een ongewogen overslag met indicatieve concentraties tussen de 3 en 20 ppm” specifiek voor die ladingen, die met fosfine zijn behandeld, toestaat…! Het Plan van Aanpak creëert dus in het meest extreme geval de mogelijkheid agribulk over te slaan, die de wettelijke alarmeringsgrenswaarde 83 keer overschrijdt… (een waarde van 0,24 ppm berekend over 8 uren) en de publieke grenswaarde 204 keer te boven gaat (0,098 ppm)!’

‘Het creëren van mogelijkheden ladingen met dergelijke onacceptabele, (hoge) concentraties zeer giftige en levensbedreigende gassen toch over te kunnen slaan, zal vermoedelijk vooral een commerciële reden hebben, zoals ook het accepteren van ladingen behandeld met fosfine, een stof, waarvan het gebruik in Europa verboden is, een commerciële reden zal hebben. Een ander motief kan ik niet bedenken. Een deskundige merkt hierover op dat ‘de economie niet mag worden geschaad en dat geld voor mensenlevens gaat’. Een bizarre constatering, maar één met een naar ik vrees hoog waarheidsgehalte; in het bijzonder wanneer betrokkenen niet voor de gevaren worden gewaarschuwd. Het draait veelal ordinair om geld.’

‘U zult zonder enige twijfel uw eigen vragen hebben, die U gaarne beantwoord wilt zien. Om deze reden ben ik van mening dat de “affaire Fox” echt tot op de bodem moet worden uitgezocht. Er zijn nu eenmaal te veel vragen inzake de veiligheid, waarop een antwoord moet komen, waarom het zo faliekant is misgegaan. Het beste instrument daarvoor lijkt mij de heer Dijsselbloem met zijn Onderzoeksraad voor Veiligheid.’

‘Laat het drama aan boord van het ms Fox tenminste één positief gevolg hebben: dat U en ik in de toekomst altijd precies weten, wat wij vervoeren! Dat transporteurs wereldwijd weten, wat zij vervoeren. Daarom bij dezen mijn oproep: zorg voor een wereldwijde richtlijn, waarin niet alleen de vaak ‘onzichtbare en daardoor onbereikbare’ afzender voor onvolledige of foutieve informatie m.b.t de te vervoeren lading aansprakelijk kan worden gesteld, maar eventueel ook degenen, die het product voor de echte afzender in opslag hebben en/of verladen dan wel de ontvanger; degenen die in staat zijn de werkelijke aard van een product / lading te toetsen (en dat zijn niet de vervoerders, de bevrachters of de transporteurs!)’

‘Begin hier te lande ( nog beter in heel Europa ) en als blijk van medeleven richting de familie De Waardt noemt U deze nationale transportinformatierichtlijn de ‘Fox-wet’. In een land, waar wij heel veel toezichthouders hebben, maar blijkbaar weinig houders van echt toezicht, ligt hier voor de laatstgenoemde groep in 2020 een enorme uitdaging! Transporteurs hebben in het kader van de veiligheid het recht alle noodzakelijke informatie te ontvangen en precies te weten, wat zij vervoeren!!’