Einde aan kostendaling binnenvaart

Aan de kostendaling in de binnenvaart komt na drie jaar een eind. De kosten zullen in 2016 gelijk blijven aan die in 2015, zo verwacht onderzoeksbureau Panteia, dat onderzoek deed naar het kostenniveau in opdracht van het Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart (CBRB).

De aanmerkelijke kostendaling, die per scheepstype varieerde van 3% tot ruim 10% in 2015, was hoofdzakelijk te danken aan de bijna 20% lagere brandstofprijzen. De grootste daling in de kosten is dan ook te zien bij nieuwbouwtankers en grote droge-ladingschepen in de continuvaart, waarbij het aandeel van de brandstofkosten in de totale exploitatiekosten groot is.

Maar ook de rentelasten daalden aanzienlijk (-8,9%), terwijl andere kostencomponenten slechts beperkt stegen. Zo zorgde de toenemende bedrijvigheid in de binnenvaart ervoor dat de reparatie- en onderhoudskosten met 1,5% toenamen. Ook werd personeel 0,8% duurder. De waarde van de schepen bleef gelijk, evenals de verzekeringspremies.

Stabilisatie

In 2016 wordt een stabilisatie verwacht van de exploitatiekosten: de kostenindex varieert, afhankelijk van het type schip en reis, tussen de -1% en +1%. Panteia verwacht op basis van prognoses van het Centraal Plan Bureau (CPB) op korte termijn geen scherpe stijging van de brandstofkosten. ‘Maar de component brandstofkosten is behoorlijk onvoorspelbaar en sterk afhankelijk van de omstandigheden die de wereldwijde oliemarkt bepalen. Zo ligt de actuele brandstofprijs momenteel 30% onder het gemiddelde niveau in 2015.’
Tegenover heel licht stijgende arbeids- en onderhoudskosten, staan naar verwachting verder dalende rentelasten (-7,9%).

Zand en grind

Panteia heeft op verzoek van het CBRB ook specifiek naar de ontwikkelingen in de zand- en grindvaart gekeken. Het bureau constateert dat ook in 2016 de nieuwbouwschepen in de zand- en grindvaart een hogere kostprijs laten zien dan bestaande schepen. In 2015 lag de kostprijs voor een nieuwbouwschip van 80 à 86 meter 6,3% hoger dan bestaande schepen, bij een continue exploitatie van het nieuwbouwschip. Bij schepen van circa 70 meter ligt de kostprijs circa 7,7% hoger. Bij Kempenaars (55-meterschepen) ligt de kostprijs van nieuwbouwschepen maar liefst 39,3% hoger dan bestaande schepen. ‘Nieuwbouw in deze klasse lijkt dan ook niet opportuun.’ Daar komt bij dat versobering van bedieningstijden door Rijkswaterstaat het nog moeilijker maken om een nieuwbouwschip voor zand- en grindvervoer in continuvaart te exploiteren.

Dat neemt volgens Panteia niet weg dat de perspectieven voor nieuwbouw de afgelopen jaren wel zijn verbeterd als gevolg van de zeer lage rentelasten.
Een nadeel van de lage olieprijs is echter dat het lastiger is innovaties, zoals zuiniger motoren, efficiëntere aandrijftechnieken en rompvormen, terug te verdienen. (PN)

Het volledige rapport is te koop in de webshop van Panteia, of te bestellen via e-mail: w.mars@panteia.nl, of per telefoon: 079 322 2389.

Einde aan kostendaling binnenvaart | Schuttevaer.nl

Einde aan kostendaling binnenvaart

Aan de kostendaling in de binnenvaart komt na drie jaar een eind. De kosten zullen in 2016 gelijk blijven aan die in 2015, zo verwacht onderzoeksbureau Panteia, dat onderzoek deed naar het kostenniveau in opdracht van het Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart (CBRB).

De aanmerkelijke kostendaling, die per scheepstype varieerde van 3% tot ruim 10% in 2015, was hoofdzakelijk te danken aan de bijna 20% lagere brandstofprijzen. De grootste daling in de kosten is dan ook te zien bij nieuwbouwtankers en grote droge-ladingschepen in de continuvaart, waarbij het aandeel van de brandstofkosten in de totale exploitatiekosten groot is.

Maar ook de rentelasten daalden aanzienlijk (-8,9%), terwijl andere kostencomponenten slechts beperkt stegen. Zo zorgde de toenemende bedrijvigheid in de binnenvaart ervoor dat de reparatie- en onderhoudskosten met 1,5% toenamen. Ook werd personeel 0,8% duurder. De waarde van de schepen bleef gelijk, evenals de verzekeringspremies.

Stabilisatie

In 2016 wordt een stabilisatie verwacht van de exploitatiekosten: de kostenindex varieert, afhankelijk van het type schip en reis, tussen de -1% en +1%. Panteia verwacht op basis van prognoses van het Centraal Plan Bureau (CPB) op korte termijn geen scherpe stijging van de brandstofkosten. ‘Maar de component brandstofkosten is behoorlijk onvoorspelbaar en sterk afhankelijk van de omstandigheden die de wereldwijde oliemarkt bepalen. Zo ligt de actuele brandstofprijs momenteel 30% onder het gemiddelde niveau in 2015.’
Tegenover heel licht stijgende arbeids- en onderhoudskosten, staan naar verwachting verder dalende rentelasten (-7,9%).

Zand en grind

Panteia heeft op verzoek van het CBRB ook specifiek naar de ontwikkelingen in de zand- en grindvaart gekeken. Het bureau constateert dat ook in 2016 de nieuwbouwschepen in de zand- en grindvaart een hogere kostprijs laten zien dan bestaande schepen. In 2015 lag de kostprijs voor een nieuwbouwschip van 80 à 86 meter 6,3% hoger dan bestaande schepen, bij een continue exploitatie van het nieuwbouwschip. Bij schepen van circa 70 meter ligt de kostprijs circa 7,7% hoger. Bij Kempenaars (55-meterschepen) ligt de kostprijs van nieuwbouwschepen maar liefst 39,3% hoger dan bestaande schepen. ‘Nieuwbouw in deze klasse lijkt dan ook niet opportuun.’ Daar komt bij dat versobering van bedieningstijden door Rijkswaterstaat het nog moeilijker maken om een nieuwbouwschip voor zand- en grindvervoer in continuvaart te exploiteren.

Dat neemt volgens Panteia niet weg dat de perspectieven voor nieuwbouw de afgelopen jaren wel zijn verbeterd als gevolg van de zeer lage rentelasten.
Een nadeel van de lage olieprijs is echter dat het lastiger is innovaties, zoals zuiniger motoren, efficiëntere aandrijftechnieken en rompvormen, terug te verdienen. (PN)

Het volledige rapport is te koop in de webshop van Panteia, of te bestellen via e-mail: w.mars@panteia.nl, of per telefoon: 079 322 2389.