Schippersz 9: De belofte

We hebben er een schip bij, een mooi klein scheepje, de Aleida Geertruida, en niemand is blij. We hebben onze vader verloren, mijn moeder haar man. Plotsklaps weg, uit haar leven verdwenen. Nou ja, daar ligt nog zijn stoffelijk overschot. Ik sta aan zijn doodsbed, weet niet veel beters te doen dan het Onze Vader mee te bidden.

Door Karel Kersten
Ik raak zijn koude voorhoofd aan, aai over zijn stoppelbaardige kin en huiver bij de wetenschap dat nagels en baarden ondergronds nog doorgroeien. Ik huil zoals de meesten, je ontkomt er niet aan. Het theater van de jank: over verdriet zegt het niets. Dat van mijn moeder moet wel peilloos zijn, na zoveel jaren, zoveel verdrietigheden en levenslust. ‘Hij heeft niet eens goeiendag gezegd’, vertelt ze elke condolerende bezoeker. De avond voor de begrafenis, voordat ze vergetelheid zoekt in hun vertrouwde bed, vertelt ze wat haar kinderen al weten: ‘Eigenlijk zeiden we elke avond goeiendag. En elke morgen.’ Met de woorden: ‘Dat hoeft nu niet meer’, sluit mijn moeder de deur van de slaapkamer.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.

Abonneer

Schippersz 9: De belofte | Schuttevaer.nl

Schippersz 9: De belofte

We hebben er een schip bij, een mooi klein scheepje, de Aleida Geertruida, en niemand is blij. We hebben onze vader verloren, mijn moeder haar man. Plotsklaps weg, uit haar leven verdwenen. Nou ja, daar ligt nog zijn stoffelijk overschot. Ik sta aan zijn doodsbed, weet niet veel beters te doen dan het Onze Vader mee te bidden.

Door Karel Kersten
Ik raak zijn koude voorhoofd aan, aai over zijn stoppelbaardige kin en huiver bij de wetenschap dat nagels en baarden ondergronds nog doorgroeien. Ik huil zoals de meesten, je ontkomt er niet aan. Het theater van de jank: over verdriet zegt het niets. Dat van mijn moeder moet wel peilloos zijn, na zoveel jaren, zoveel verdrietigheden en levenslust. ‘Hij heeft niet eens goeiendag gezegd’, vertelt ze elke condolerende bezoeker. De avond voor de begrafenis, voordat ze vergetelheid zoekt in hun vertrouwde bed, vertelt ze wat haar kinderen al weten: ‘Eigenlijk zeiden we elke avond goeiendag. En elke morgen.’ Met de woorden: ‘Dat hoeft nu niet meer’, sluit mijn moeder de deur van de slaapkamer.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.

Abonneer