Kapitein Andrzej: van superjacht naar binnenvaartschip

Andrzej Waluszewski ontsnapte op gedurfde wijze uit communistisch Polen. Voordat hij schipper-eigenaar van de kempenaar Hannibal werd, was hij kapitein op megajachten van superrijken in de Middellandse Zee.

Andrzej Waluszewski op de Hannibal. 'Je eigen baas zijn is beter dan een goeie baan.’ (Foto Heere Heeresma jr.)
Andrzej Waluszewski op de Hannibal. 'Je eigen baas zijn is beter dan een goeie baan.’ (Foto Heere Heeresma jr.)

Andrzej Waluszewski (1959) werd geboren in Wroclaw in het zuidwesten van Polen, waar hij naar de binnenvaartschool ging. Zijn ouders, geen binnenschippers, waren niet blij met zijn studiekeuze. Op zijn zeventiende verhuisde Andrzej naar Stettin, later naar Swinoujscie aan de Baltische kust. Hij ging studeren aan de zeevaartschool en werken op de loods- en sleepboten van de havenautoriteit van Stettin. Uiteindelijk werd hij kapitein op de sleepboot Minotaur.

Het was medio jaren ’80. De ontevredenheid met het communistische regime nam toe, ook bij Andrzej. ‘Het systeem was verkeerd,’ vertelt hij. ‘Alles was op rantsoen. Je kon maar anderhalf kilo vlees per maand krijgen. Solidariteit [de vakbond, HHjr.] was illegaal verklaard. We hebben met onze sleepboot negen dagen gestaakt.’ Andrzej wilde het land uit, maar daarvoor had hij een paspoort nodig en daar konden gewone Polen moeilijk aan komen.

Er bestond echter een uitzondering voor zeezeilers. Het was toegestaan om buiten de Poolse territoriale wateren te zeilen, echter niet om buitenlandse wateren in te varen. Wel moest je een paspoort hebben. Andrzej werd lid van een zeilclub en kon een paspoort aanvragen. Zijn toenmalige vriendin werkte bij een reisbureau, dat voor prominente Polen reisjes naar West-Berlin regelde. Om visa in de paspoorten te laten stempelen, stuurde ze regelmatig stapeltjes paspoorten per post naar de West-Duitse ambassade in Warschau. Ze stopte het paspoort van Andrzej ertussen en deze kwam afgestempeld terug.

‘Op de Faiza had ik een badkamer met vergulde kranen, maar je eigen baas zijn is beter dan een goeie baan.’

Op een septemberdag in 1987 stapte Andrzej op de veerboot van Swinoujscie naar Lübeck, die voornamelijk voor vrachtverkeer werd gebruikt. Hij maakte zich zorgen over de code in zijn paspoort. Zouden de grenswachten zien dat het alleen voor zeezeilen was bedoeld? ‘Ik kon twee jaar gevangenis krijgen voor het illegaal verlaten van het land,’ vertelt hij. Om zo min mogelijk tijd bij de douane te zijn, stapte hij vijf minuten voor vertrek op. De grenswachten kenden hem van de controles op de loodsboten. Hij vertelde dat hij twee weken op vakantie ging en mocht aan boord. In de namiddag bereikte hij Lübeck.

Vertrouwelijkheid

In Hamburg vroeg Andrzej politiek asiel aan. ‘Ik wilde reizen. De vrijheid om te reizen.’ Hij kreeg een verblijfsvergunning, maar mocht Hamburg niet uit. Toen hij zijn werkvergunning kreeg, vond hij werk in restaurants, in de bouw en uiteindelijk op de Yachtwerft Wedel van Michael Schmidt & Partner. Hij kreeg werk als Bootsbauhelfer, maar toen het management erachter kwam dat hij zeekapitein was bracht het hem in contact met Heinrich Schneider. Deze steenrijke Duitse ondernemer zocht een kapitein voor zijn 28 meter lange motorjacht Sisisi. ‘Ik wist niet eens dat zulk werk bestond,’ zegt Andrzej. Op zijn Fremdenpass vloog hij naar Palma de Mallorca.

Hij werd geen kapitein, maar moest met iemand anders het onderhoud doen. Schneider stuurde zelf en wilde dat Andrzej hem voor de gemütlichkeit Heini noemde. Ze maakten een mooie reis door de Middellandse Zee tot aan Turkije toe. Na twee jaar werd Andrzej kapitein op de Hippocampe III, een zeiljacht uit Antibes met 400 vierkante meter zeil. Ze deden de Middellandse Zee en beetje Atlantische Oceaan. ‘Het was een droom.’ Na acht jaar werd hij kapitein op de Bacino, een Heesenjacht van een Belgische eigenaar. ‘Ik wil niet alle namen noemen,’ zegt Andrzej. ‘Er hoort vertrouwelijkheid bij dit werk.

Veel jachten zijn eigendom van bedrijven met aandeelhouders, gevestigd op de Kaaimaneilanden en andere plekken. In die periode, hij was toen rond de dertig, leerde hij zijn vrouw Cécile kennen. Andrzej ging naar het Tyneside College for Nautical Science om zijn certificaten te halen. Hij merkte namelijk dat hij op zijn Poolse papieren moeilijker werk kreeg. Sindsdien mag hij op schepen tot 3000 gt varen.

Sjeik

Andrzej kreeg van zijn agent het verzoek een jacht van Gibraltar naar Jeddah te brengen voor de Saoedische sjeik Adil al-Misihal. Die bleek nóg een jacht te hebben, de 36 meter metende Faiza. Andrzej zou er tien jaar kapitein op zijn. Als de sjeik wilde bidden, draaide Andrzej het schip richting Mekka. De sjeik behandelde hem als familie. ‘Als kapitein ben je geprivilegieerd. Je hebt een goeie chef de cuisine, soms met Michelinsterren.’ Toch ontstond toen, rond 2007, de behoefte aan een eigen schip. Omdat een zeeschip buiten zijn bereik lag oriënteerde Andrzej zich op een binnenvaartschip, maar het leek hem geen goede tijd om te starten.

Hij werd kapitein op het jacht After You van de Russische zakenman Boris Volchek en daarna op het Heesenjacht Ilona van Stella Kesaeva, echtgenote van de Russische zakenman Igor Kesaev. Andrzej zou er drie en een halfjaar kapitein op blijven en er bestaat een YouTube-video waarop we hem de Ilona zien inparkeren in de haven van Cannes. Toen de Kesaevs een nieuw jacht lieten bouwen, kwamen ze erachter dat ze er al twee hadden en dat werd toch een beetje veel. De Ilona werd verkocht.

Hannibal

In 2016 verliet Andrzej de wereld der superrijken en kocht zijn eerste eigen schip, de kempenaar Hannibal (54,95 x 6,60 meter, 622 ton, 450 pk Deutz) die in 1961 werd gebouwd bij Jacobs & Kinderen in Schelle, België. Hij begon met staalrollen en vaart tegenwoordig voor bevrachtingskantoor DCP. Aanvankelijk wilde hij een spits kopen met het plan er na zijn pensioen op te gaan wonen, maar er was geen goed aanbod.

De Hannibal stond te koop voor 125.00 euro.

Hoe ervaart hij het verschil met zijn werk op megajachten? ‘Mensen vragen weleens: je kwam in Monaco en Cannes, wat doe je hier? Ik ben heel blij dat ik de eigenaar van mijn schip ben. Onder het communisme kon je niets van jezelf hebben. Op de Faiza had ik een badkamer met vergulde kranen, maar je eigen baas zijn is beter dan een goeie baan.’

Lees ook:

Als kersverse matroos stelde Nick Bos in 2007 zijn vader Dick voor samen een sleepbedrijf te beginnen. De gevolgen waren niet gering. Binnen de kortste keren groeide de sleepvloot van een naar 11 boten. ‘Het is een uit de hand gelopen hobby.’

Of kijk naar zijn loflied op langzaamloper:

Koos Scholten en zijn goede vriend Frank Hendriks zijn eigenaar van de sleepboot Assistent uit 1907. In de machinekamer staat een Stork Ricardo BR 213 uit 1962.

Kapitein Andrzej: van superjacht naar binnenvaartschip | Schuttevaer.nl

Kapitein Andrzej: van superjacht naar binnenvaartschip

Andrzej Waluszewski ontsnapte op gedurfde wijze uit communistisch Polen. Voordat hij schipper-eigenaar van de kempenaar Hannibal werd, was hij kapitein op megajachten van superrijken in de Middellandse Zee.

Andrzej Waluszewski op de Hannibal. 'Je eigen baas zijn is beter dan een goeie baan.’ (Foto Heere Heeresma jr.)
Andrzej Waluszewski op de Hannibal. 'Je eigen baas zijn is beter dan een goeie baan.’ (Foto Heere Heeresma jr.)

Andrzej Waluszewski (1959) werd geboren in Wroclaw in het zuidwesten van Polen, waar hij naar de binnenvaartschool ging. Zijn ouders, geen binnenschippers, waren niet blij met zijn studiekeuze. Op zijn zeventiende verhuisde Andrzej naar Stettin, later naar Swinoujscie aan de Baltische kust. Hij ging studeren aan de zeevaartschool en werken op de loods- en sleepboten van de havenautoriteit van Stettin. Uiteindelijk werd hij kapitein op de sleepboot Minotaur.

Het was medio jaren ’80. De ontevredenheid met het communistische regime nam toe, ook bij Andrzej. ‘Het systeem was verkeerd,’ vertelt hij. ‘Alles was op rantsoen. Je kon maar anderhalf kilo vlees per maand krijgen. Solidariteit [de vakbond, HHjr.] was illegaal verklaard. We hebben met onze sleepboot negen dagen gestaakt.’ Andrzej wilde het land uit, maar daarvoor had hij een paspoort nodig en daar konden gewone Polen moeilijk aan komen.

Er bestond echter een uitzondering voor zeezeilers. Het was toegestaan om buiten de Poolse territoriale wateren te zeilen, echter niet om buitenlandse wateren in te varen. Wel moest je een paspoort hebben. Andrzej werd lid van een zeilclub en kon een paspoort aanvragen. Zijn toenmalige vriendin werkte bij een reisbureau, dat voor prominente Polen reisjes naar West-Berlin regelde. Om visa in de paspoorten te laten stempelen, stuurde ze regelmatig stapeltjes paspoorten per post naar de West-Duitse ambassade in Warschau. Ze stopte het paspoort van Andrzej ertussen en deze kwam afgestempeld terug.

‘Op de Faiza had ik een badkamer met vergulde kranen, maar je eigen baas zijn is beter dan een goeie baan.’

Op een septemberdag in 1987 stapte Andrzej op de veerboot van Swinoujscie naar Lübeck, die voornamelijk voor vrachtverkeer werd gebruikt. Hij maakte zich zorgen over de code in zijn paspoort. Zouden de grenswachten zien dat het alleen voor zeezeilen was bedoeld? ‘Ik kon twee jaar gevangenis krijgen voor het illegaal verlaten van het land,’ vertelt hij. Om zo min mogelijk tijd bij de douane te zijn, stapte hij vijf minuten voor vertrek op. De grenswachten kenden hem van de controles op de loodsboten. Hij vertelde dat hij twee weken op vakantie ging en mocht aan boord. In de namiddag bereikte hij Lübeck.

Vertrouwelijkheid

In Hamburg vroeg Andrzej politiek asiel aan. ‘Ik wilde reizen. De vrijheid om te reizen.’ Hij kreeg een verblijfsvergunning, maar mocht Hamburg niet uit. Toen hij zijn werkvergunning kreeg, vond hij werk in restaurants, in de bouw en uiteindelijk op de Yachtwerft Wedel van Michael Schmidt & Partner. Hij kreeg werk als Bootsbauhelfer, maar toen het management erachter kwam dat hij zeekapitein was bracht het hem in contact met Heinrich Schneider. Deze steenrijke Duitse ondernemer zocht een kapitein voor zijn 28 meter lange motorjacht Sisisi. ‘Ik wist niet eens dat zulk werk bestond,’ zegt Andrzej. Op zijn Fremdenpass vloog hij naar Palma de Mallorca.

Hij werd geen kapitein, maar moest met iemand anders het onderhoud doen. Schneider stuurde zelf en wilde dat Andrzej hem voor de gemütlichkeit Heini noemde. Ze maakten een mooie reis door de Middellandse Zee tot aan Turkije toe. Na twee jaar werd Andrzej kapitein op de Hippocampe III, een zeiljacht uit Antibes met 400 vierkante meter zeil. Ze deden de Middellandse Zee en beetje Atlantische Oceaan. ‘Het was een droom.’ Na acht jaar werd hij kapitein op de Bacino, een Heesenjacht van een Belgische eigenaar. ‘Ik wil niet alle namen noemen,’ zegt Andrzej. ‘Er hoort vertrouwelijkheid bij dit werk.

Veel jachten zijn eigendom van bedrijven met aandeelhouders, gevestigd op de Kaaimaneilanden en andere plekken. In die periode, hij was toen rond de dertig, leerde hij zijn vrouw Cécile kennen. Andrzej ging naar het Tyneside College for Nautical Science om zijn certificaten te halen. Hij merkte namelijk dat hij op zijn Poolse papieren moeilijker werk kreeg. Sindsdien mag hij op schepen tot 3000 gt varen.

Sjeik

Andrzej kreeg van zijn agent het verzoek een jacht van Gibraltar naar Jeddah te brengen voor de Saoedische sjeik Adil al-Misihal. Die bleek nóg een jacht te hebben, de 36 meter metende Faiza. Andrzej zou er tien jaar kapitein op zijn. Als de sjeik wilde bidden, draaide Andrzej het schip richting Mekka. De sjeik behandelde hem als familie. ‘Als kapitein ben je geprivilegieerd. Je hebt een goeie chef de cuisine, soms met Michelinsterren.’ Toch ontstond toen, rond 2007, de behoefte aan een eigen schip. Omdat een zeeschip buiten zijn bereik lag oriënteerde Andrzej zich op een binnenvaartschip, maar het leek hem geen goede tijd om te starten.

Hij werd kapitein op het jacht After You van de Russische zakenman Boris Volchek en daarna op het Heesenjacht Ilona van Stella Kesaeva, echtgenote van de Russische zakenman Igor Kesaev. Andrzej zou er drie en een halfjaar kapitein op blijven en er bestaat een YouTube-video waarop we hem de Ilona zien inparkeren in de haven van Cannes. Toen de Kesaevs een nieuw jacht lieten bouwen, kwamen ze erachter dat ze er al twee hadden en dat werd toch een beetje veel. De Ilona werd verkocht.

Hannibal

In 2016 verliet Andrzej de wereld der superrijken en kocht zijn eerste eigen schip, de kempenaar Hannibal (54,95 x 6,60 meter, 622 ton, 450 pk Deutz) die in 1961 werd gebouwd bij Jacobs & Kinderen in Schelle, België. Hij begon met staalrollen en vaart tegenwoordig voor bevrachtingskantoor DCP. Aanvankelijk wilde hij een spits kopen met het plan er na zijn pensioen op te gaan wonen, maar er was geen goed aanbod.

De Hannibal stond te koop voor 125.00 euro.

Hoe ervaart hij het verschil met zijn werk op megajachten? ‘Mensen vragen weleens: je kwam in Monaco en Cannes, wat doe je hier? Ik ben heel blij dat ik de eigenaar van mijn schip ben. Onder het communisme kon je niets van jezelf hebben. Op de Faiza had ik een badkamer met vergulde kranen, maar je eigen baas zijn is beter dan een goeie baan.’

Lees ook:

Als kersverse matroos stelde Nick Bos in 2007 zijn vader Dick voor samen een sleepbedrijf te beginnen. De gevolgen waren niet gering. Binnen de kortste keren groeide de sleepvloot van een naar 11 boten. ‘Het is een uit de hand gelopen hobby.’

Of kijk naar zijn loflied op langzaamloper:

Koos Scholten en zijn goede vriend Frank Hendriks zijn eigenaar van de sleepboot Assistent uit 1907. In de machinekamer staat een Stork Ricardo BR 213 uit 1962.