Schippersz (5): Varensbloed

Wij waren met ons vijven, zonen van onze ouders, die ook nog 10 dochters hebben verwekt: mijn zusjes. Van hen zijn er zeven over, van de zonen mijn broer en ik, de jongste van het hele spul, zonder dat iemand mij ooit nog jong zal noemen. Mijn Broer mag je wel oud noemen: hij is 83.

Door Karel Kersten
Wij zijn schipperszonen, met innige dank aan onze verwekker. Zijn varensbloed stroomt door onze aderen. Bloed dat vaak kruipt waar het niet gaan kan. Mijn zusjes zijn dus schippersdochters, maar dan zonder varensbloed, dat kennelijk alleen in de mannelijke lijn overerfbaar is. Als wij, de zonen, bij elkaar waren, gingen onze gesprekken over varen, sterker: onze conversatie heette ‘varen’. En we hebben allemaal gevaren, mijn broers als beroeps, ik een paar jaar, begonnen aan boord bij mijn broer, gestopt als stuurman met een vaarboekje tot aan Bazel. Terug aan de wal heb ik geleerd over het varen te schrijven: het bloed kruipt waar het niet gaan kan.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.

Abonneer