Door Erik van Huizen
In de voorgestelde schepenpools kan het vaarregime wisselen, om de vraag af te stemmen op het aanbod in de markt. Dat betekent ook een aanpassing van de bemanningssterkte. Als het vaarregime wordt omgezet van volcontinu (B) naar semi-continu (A2), dan kan een stuurman van boord. Als wordt besloten tot dagvaart (A1), dan zijn een schipper en een matroos overbodig. Die kunnen dan volgens de plannen worden ingezet op andere schepen in de pool.
Geborgenheid
Vincent voelt weinig voor dat idee en zwengelde een discussie aan in het Vaart!Forum op internet. ‘Varen op een vast schip geeft een gevoel van geborgenheid en zekerheid. Je weet wat je aan elkaar hebt. Werken op een schip houdt ook leven op een schip in. Een goede onderlinge band opbouwen is dus van belang. Dit wordt ernstig bemoeilijkt als er regelmatig van schip veranderd gaat worden.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.
Bent u al abonnee?