Bas Klimbie: Paardenman in scheepvaartland

Bas Klimbie was bijna drie decennia lang, van 1970 tot eind jaren ‘90 ‘huisfotograaf’ van Weekblad Schuttevaer. In die periode heeft hij vrijwel alle facetten van de bedrijfstak in beeld gebracht en gedetailleerd beschreven. Zo heeft hij het beeld bepaald dat latere generaties in de archieven zullen terugvinden van de binnenvaart in het laatste kwart van de vorige eeuw. Zijn opvolger, fotograaf Arie Jonkman, zocht zijn leermeester op in Arnhem.

Bas Klimbie: Paardenman in scheepvaartland
  • ‘Alsof zijn kinderen bij hem werden weggehaald’
  • ‘Zo secuur als Bas fotografeerde, zo precies schreef hij ook’
  • ‘Ik sliep tijdens de berging bij de jongens aan boord’
  • ‘Toen het jachten en jagen voorbij was, keerde Bas terug naar de dieren’
  • Fotograaf Bas Klimbie beeldbepalend in binnenvaartgeschiedenis

Door Arie Jonkman
De oudere generatie schippers, bergers en mensen van de Rijkswaterstaat kennen Bas nog van vroeger en regelmatig vragen mensen mij naar ‘die fotograaf uit Arnhem’. Hij is duidelijk op de achtergrond geraakt. Zijn gezondheid heeft Bas de laatste jaren in de steek gelaten. Hij tobt onder meer met zijn ogen. Daardoor kon hij steeds vaker opdrachten niet op tijd afronden en verloor langzamerhand zijn belangrijkste klanten. Zijn gehechtheid aan het ambachtelijke werk in de donkere kamer speelt ook een rol. Bas maakte nooit de overstap naar de digitale fotografie. Hij bleef verknocht aan zwart/witfotografie, waarin hij een eigen stijl ontwikkelde waarvoor ik grote bewondering heb.

Groot verdriet

Bas werd in 1954 geboren in Den Haag en ging al op jonge leeftijd werken bij een stoeterij. Paarden waren zijn passie en die liefde is nooit verdwenen, ook al nam het leven een wending die hem ver weg bracht van de paarden. Even leek het er in die beginjaren op dat zijn dromen zouden uitkomen. Hij kreeg een aanbod om de paarden van een Duitse hertog te verzorgen en verhuisde naar Duitsland. Het was een gelukkige tijd. Niets mooiers dan paarden trainen en verzorgen. Hij is nog trots op ‘zijn paarden’ die de hertogin een begrafenis in stijl gaven door die statig aan te voeren voor de lijkkoets. Ze hadden er samen dagenlang op geoefend.

Toen ook de hertog overleed en er geen opvolgers waren, werd de stoeterij gesloten. De emoties komen boven als Bas hierover vertelt. Het was alsof zijn kinderen bij hem werden weggehaald.

Toeval

Terug in Nederland ontmoette Bas Rijkswaterstaatambtenaar Kuipers bij een zojuist uitgebrand schip. Kuipers moest er foto’s van maken, maar had niet de goede lens meegenomen. Bas bood hem de zijne aan, en zo was een vriendschap geboren.

Kuipers liet Bas kennismaken met de scheepvaart. Hij mocht meevaren op de bakenboten en begon zich als fotograaf te ontwikkelen. Een tweede passie ontstond: scheepvaartfotografie.

In die dagen ontwikkelde de binnenvaart zich van sleepvaart naar duwvaart en ook marifoon en radar deden hun intrede. Bas bezat een marifoon. Hij luisterde dag en nacht uit en was er dan ook steevast bij als zich een calamiteit voordeed. En als hij per ongeluk toch sliep, belde de riviermeester hem wel wakker om hem op de hoogte te brengen, vaak met de vraag of hij wilde meevaren.

Bas roemt de kennis van de bakenmeesters in de jaren ‘70. Ze kenden de rivier als geen ander en stonden dag en nacht klaar om de vaarweg open te houden. Bas was als freelance fotograaf en journalist eveneens dag en nacht op zijn post voor onder meer Weekblad Schuttevaer. Ook een aantal Duitse scheepvaartbladen nam zijn foto’s af.

Secuur

Zo secuur als Bas fotografeerde, zo precies drukte hij zich ook uit als schrijvende journalist. De Schuttevaerredactie kon ervan op aan dat Bas met respect voor de betrokkenen en oog voor detail verslag zou doen van het nieuws. Hij groeide uit tot een van de belangrijkste verslaggevers van de krant. Dat resulteerde in 1980 in een (foto)boek met als titel ‘Aanvaringen in de binnenvaart’. Een boek vol zwart/witfoto’s van aanvaringen en bergingen van schepen tussen 1978 en 1980.

‘Ik reed als dat nodig was helemaal naar Karlsruhe om daar een berging van een schip te fotograferen’, vertelt Bas. ‘De mobiele telefoon en TomTom bestonden niet. Soms was het wel even zoeken voor je de bokken had gevonden, maar eenmaal ter plekke was het net of je thuiskwam. We kenden elkaar zo goed, alsof het gewoon familie was. Ik sliep tijdens de berging aan boord bij de jongens en fotografeerde zo van dichtbij het drama van de schipper. Niet uit sensatiezucht, maar met respect voor de schipper en zijn familie, die soms al hun spullen kwijt waren.’

Reis door de DDR

Zo maakte Bas op een bescheiden en innemende manier furore als scheepvaartfotograaf en journalist. Op vakbeurzen was zijn invloed goed te zien. Talloze standhouders presenteerden zich met zijn werk, niet in de laatste plaats Rijkswaterstaat. ‘Ik werkte altijd als freelancer en kreeg steeds meer klanten voor fotowerk, ook in Duitsland.

‘Weet je wat bijvoorbeeld een leuke klus was: het transport van een trafo door Van der Wees uit Dordrecht van Bad Honnef naar West-Berlijn. Dus dwars door de DDR. Dat was voor de val van de Muur en een hele rare gewaarwording. Toen we door de DDR voeren mocht ik absoluut geen foto’s maken. Ik was aan boord als matroos, maar ik heb natuurlijk toch wel wat gefotografeerd. ’s Avonds lagen we tegen de kant en aan de overkant lag een schip uit de DDR, maar we mochten beslist geen contact maken met die mensen. Om daar zeker van te zijn lag er speciaal een politieboot tussen de schepen in.’

Een verslag van dit transport staat in zijn tweede boek ‘De vrachtvaarders van Europa’. Deze keer geen rampenverslaggeving, maar een uitvoerig portret van de Nederlandse binnenvaart.

Overuren

Bas zwierf door heel Europa, achter de binnenvaartschippers aan, waarvoor hij grote bewondering kreeg. Het meest genoot hij van de spitsenvaart, ondanks de zware tijd waarin de spitsen toen verkeerden met wachttijden van soms wel zeven weken in Frankrijk voor een retourvracht. In ‘De Vrachtvaarders van Europa’ zegt Bas hierover: ‘Het komt al voor dat Nederlandse schippers leeg terugvaren, omdat Rotterdam wat werk betreft meer perspectief biedt. Met dit in het achterhoofd is het eigenlijk wrang om foto’s af te drukken waarop de spitsenvaart romantisch lijkt.’

Juist deze passage geeft aan hoezeer Bas bij de scheepvaart is betrokken en zijn tweede passie is geworden.
Hij was te vinden op de ijsbrekers op het IJsselmeer, fotografeerde even later een ijskonvooi op de Gouwe met kerosinetankers onderweg naar Schiphol vanaf de hefbrug in Waddinxveen. Bas maakte overuren.

Een beroemde foto is de tijdopname van anderhalfuur bij Nijmegen, waarbij Bas heel gedetailleerd beschrijft hoeveel schepen er passeerden en waarom de lichtstrepen op de foto ontstaan. Het werd een van de vele foto’s van Bas die de voorpagina van Weekblad Schuttevaer haalden.

Samen met toenmalig eindredacteur Dirk van der Meulen maakte hij in 1989 het eerste Jaarboek Binnenvaart, een overzicht van de hoogte- en dieptepunten van dat jaar. Ook al namen anderen het werk over, de boekenreeks wordt nu, 21 jaar later, nog steeds succesvol uitgegeven.

Oude liefde

Zelf heb ik veel te danken aan Bas. Ik was tankerschipper en hobbyfotograaf. Toen ik hem eens een stormfoto liet zien, die ik op het IJsselmeer had gemaakt, zei hij direct: ‘Dat is wat voor de krant.’ Hij stimuleerde me door te gaan in de fotografie en leerde me de kneepjes van het vak.

Eind jaren ’90, toen zijn gezondheidsproblemen hem parten gingen spelen, werd Bas minder mobiel. De periode van jachten en jagen was voorbij. Hij keerde terug naar de dieren en was enige tijd fotograaf in Burgers’ Zoo in zijn woonplaats. Contacten verwaterden en een hele nieuwe vloot schepen met een jonge generatie schippers verscheen op de rivier.

‘De riviermeesters van toen zijn er niet meer. Het saamhorigheidsgevoel is weg. Het is zakelijker geworden. Digitale fotografie is voor de jongere generatie natuurlijk geweldig. Zij kennen de spanning niet meer van het volschieten van een filmrolletje en dan wachten tot het is ontwikkeld. Dat is allemaal voorbij. Ik ging soms drie keer terug om een onderwerp te fotograferen. Net zolang tot het licht goed was. Dat kan nu gewoon niet meer.’

De liefde voor het water is Bas niet verloren, maar het is een nostalgische liefde geworden. Ook zijn band met Schuttevaer is behouden gebleven. Een heel enkele keer, als het uitkomt, gaat hij nog steeds op pad voor de krant. Zijn oude liefde, paarden, speelt nu weer een grote rol. In 2012 moet er een fotoboek over paarden verschijnen dat zijn gelijke niet kent.

In mijn ogen is de scheepvaart Bas Klimbie dank verschuldigd voor zijn warme, respectvolle en haarscherpe bijdrage aan de geschiedenis. Dat doe ik bij deze.

Bas Klimbie: Paardenman in scheepvaartland | Schuttevaer.nl

Bas Klimbie: Paardenman in scheepvaartland

Bas Klimbie was bijna drie decennia lang, van 1970 tot eind jaren ‘90 ‘huisfotograaf’ van Weekblad Schuttevaer. In die periode heeft hij vrijwel alle facetten van de bedrijfstak in beeld gebracht en gedetailleerd beschreven. Zo heeft hij het beeld bepaald dat latere generaties in de archieven zullen terugvinden van de binnenvaart in het laatste kwart van de vorige eeuw. Zijn opvolger, fotograaf Arie Jonkman, zocht zijn leermeester op in Arnhem.

Bas Klimbie: Paardenman in scheepvaartland
  • ‘Alsof zijn kinderen bij hem werden weggehaald’
  • ‘Zo secuur als Bas fotografeerde, zo precies schreef hij ook’
  • ‘Ik sliep tijdens de berging bij de jongens aan boord’
  • ‘Toen het jachten en jagen voorbij was, keerde Bas terug naar de dieren’
  • Fotograaf Bas Klimbie beeldbepalend in binnenvaartgeschiedenis

Door Arie Jonkman
De oudere generatie schippers, bergers en mensen van de Rijkswaterstaat kennen Bas nog van vroeger en regelmatig vragen mensen mij naar ‘die fotograaf uit Arnhem’. Hij is duidelijk op de achtergrond geraakt. Zijn gezondheid heeft Bas de laatste jaren in de steek gelaten. Hij tobt onder meer met zijn ogen. Daardoor kon hij steeds vaker opdrachten niet op tijd afronden en verloor langzamerhand zijn belangrijkste klanten. Zijn gehechtheid aan het ambachtelijke werk in de donkere kamer speelt ook een rol. Bas maakte nooit de overstap naar de digitale fotografie. Hij bleef verknocht aan zwart/witfotografie, waarin hij een eigen stijl ontwikkelde waarvoor ik grote bewondering heb.

Groot verdriet

Bas werd in 1954 geboren in Den Haag en ging al op jonge leeftijd werken bij een stoeterij. Paarden waren zijn passie en die liefde is nooit verdwenen, ook al nam het leven een wending die hem ver weg bracht van de paarden. Even leek het er in die beginjaren op dat zijn dromen zouden uitkomen. Hij kreeg een aanbod om de paarden van een Duitse hertog te verzorgen en verhuisde naar Duitsland. Het was een gelukkige tijd. Niets mooiers dan paarden trainen en verzorgen. Hij is nog trots op ‘zijn paarden’ die de hertogin een begrafenis in stijl gaven door die statig aan te voeren voor de lijkkoets. Ze hadden er samen dagenlang op geoefend.

Toen ook de hertog overleed en er geen opvolgers waren, werd de stoeterij gesloten. De emoties komen boven als Bas hierover vertelt. Het was alsof zijn kinderen bij hem werden weggehaald.

Toeval

Terug in Nederland ontmoette Bas Rijkswaterstaatambtenaar Kuipers bij een zojuist uitgebrand schip. Kuipers moest er foto’s van maken, maar had niet de goede lens meegenomen. Bas bood hem de zijne aan, en zo was een vriendschap geboren.

Kuipers liet Bas kennismaken met de scheepvaart. Hij mocht meevaren op de bakenboten en begon zich als fotograaf te ontwikkelen. Een tweede passie ontstond: scheepvaartfotografie.

In die dagen ontwikkelde de binnenvaart zich van sleepvaart naar duwvaart en ook marifoon en radar deden hun intrede. Bas bezat een marifoon. Hij luisterde dag en nacht uit en was er dan ook steevast bij als zich een calamiteit voordeed. En als hij per ongeluk toch sliep, belde de riviermeester hem wel wakker om hem op de hoogte te brengen, vaak met de vraag of hij wilde meevaren.

Bas roemt de kennis van de bakenmeesters in de jaren ‘70. Ze kenden de rivier als geen ander en stonden dag en nacht klaar om de vaarweg open te houden. Bas was als freelance fotograaf en journalist eveneens dag en nacht op zijn post voor onder meer Weekblad Schuttevaer. Ook een aantal Duitse scheepvaartbladen nam zijn foto’s af.

Secuur

Zo secuur als Bas fotografeerde, zo precies drukte hij zich ook uit als schrijvende journalist. De Schuttevaerredactie kon ervan op aan dat Bas met respect voor de betrokkenen en oog voor detail verslag zou doen van het nieuws. Hij groeide uit tot een van de belangrijkste verslaggevers van de krant. Dat resulteerde in 1980 in een (foto)boek met als titel ‘Aanvaringen in de binnenvaart’. Een boek vol zwart/witfoto’s van aanvaringen en bergingen van schepen tussen 1978 en 1980.

‘Ik reed als dat nodig was helemaal naar Karlsruhe om daar een berging van een schip te fotograferen’, vertelt Bas. ‘De mobiele telefoon en TomTom bestonden niet. Soms was het wel even zoeken voor je de bokken had gevonden, maar eenmaal ter plekke was het net of je thuiskwam. We kenden elkaar zo goed, alsof het gewoon familie was. Ik sliep tijdens de berging aan boord bij de jongens en fotografeerde zo van dichtbij het drama van de schipper. Niet uit sensatiezucht, maar met respect voor de schipper en zijn familie, die soms al hun spullen kwijt waren.’

Reis door de DDR

Zo maakte Bas op een bescheiden en innemende manier furore als scheepvaartfotograaf en journalist. Op vakbeurzen was zijn invloed goed te zien. Talloze standhouders presenteerden zich met zijn werk, niet in de laatste plaats Rijkswaterstaat. ‘Ik werkte altijd als freelancer en kreeg steeds meer klanten voor fotowerk, ook in Duitsland.

‘Weet je wat bijvoorbeeld een leuke klus was: het transport van een trafo door Van der Wees uit Dordrecht van Bad Honnef naar West-Berlijn. Dus dwars door de DDR. Dat was voor de val van de Muur en een hele rare gewaarwording. Toen we door de DDR voeren mocht ik absoluut geen foto’s maken. Ik was aan boord als matroos, maar ik heb natuurlijk toch wel wat gefotografeerd. ’s Avonds lagen we tegen de kant en aan de overkant lag een schip uit de DDR, maar we mochten beslist geen contact maken met die mensen. Om daar zeker van te zijn lag er speciaal een politieboot tussen de schepen in.’

Een verslag van dit transport staat in zijn tweede boek ‘De vrachtvaarders van Europa’. Deze keer geen rampenverslaggeving, maar een uitvoerig portret van de Nederlandse binnenvaart.

Overuren

Bas zwierf door heel Europa, achter de binnenvaartschippers aan, waarvoor hij grote bewondering kreeg. Het meest genoot hij van de spitsenvaart, ondanks de zware tijd waarin de spitsen toen verkeerden met wachttijden van soms wel zeven weken in Frankrijk voor een retourvracht. In ‘De Vrachtvaarders van Europa’ zegt Bas hierover: ‘Het komt al voor dat Nederlandse schippers leeg terugvaren, omdat Rotterdam wat werk betreft meer perspectief biedt. Met dit in het achterhoofd is het eigenlijk wrang om foto’s af te drukken waarop de spitsenvaart romantisch lijkt.’

Juist deze passage geeft aan hoezeer Bas bij de scheepvaart is betrokken en zijn tweede passie is geworden.
Hij was te vinden op de ijsbrekers op het IJsselmeer, fotografeerde even later een ijskonvooi op de Gouwe met kerosinetankers onderweg naar Schiphol vanaf de hefbrug in Waddinxveen. Bas maakte overuren.

Een beroemde foto is de tijdopname van anderhalfuur bij Nijmegen, waarbij Bas heel gedetailleerd beschrijft hoeveel schepen er passeerden en waarom de lichtstrepen op de foto ontstaan. Het werd een van de vele foto’s van Bas die de voorpagina van Weekblad Schuttevaer haalden.

Samen met toenmalig eindredacteur Dirk van der Meulen maakte hij in 1989 het eerste Jaarboek Binnenvaart, een overzicht van de hoogte- en dieptepunten van dat jaar. Ook al namen anderen het werk over, de boekenreeks wordt nu, 21 jaar later, nog steeds succesvol uitgegeven.

Oude liefde

Zelf heb ik veel te danken aan Bas. Ik was tankerschipper en hobbyfotograaf. Toen ik hem eens een stormfoto liet zien, die ik op het IJsselmeer had gemaakt, zei hij direct: ‘Dat is wat voor de krant.’ Hij stimuleerde me door te gaan in de fotografie en leerde me de kneepjes van het vak.

Eind jaren ’90, toen zijn gezondheidsproblemen hem parten gingen spelen, werd Bas minder mobiel. De periode van jachten en jagen was voorbij. Hij keerde terug naar de dieren en was enige tijd fotograaf in Burgers’ Zoo in zijn woonplaats. Contacten verwaterden en een hele nieuwe vloot schepen met een jonge generatie schippers verscheen op de rivier.

‘De riviermeesters van toen zijn er niet meer. Het saamhorigheidsgevoel is weg. Het is zakelijker geworden. Digitale fotografie is voor de jongere generatie natuurlijk geweldig. Zij kennen de spanning niet meer van het volschieten van een filmrolletje en dan wachten tot het is ontwikkeld. Dat is allemaal voorbij. Ik ging soms drie keer terug om een onderwerp te fotograferen. Net zolang tot het licht goed was. Dat kan nu gewoon niet meer.’

De liefde voor het water is Bas niet verloren, maar het is een nostalgische liefde geworden. Ook zijn band met Schuttevaer is behouden gebleven. Een heel enkele keer, als het uitkomt, gaat hij nog steeds op pad voor de krant. Zijn oude liefde, paarden, speelt nu weer een grote rol. In 2012 moet er een fotoboek over paarden verschijnen dat zijn gelijke niet kent.

In mijn ogen is de scheepvaart Bas Klimbie dank verschuldigd voor zijn warme, respectvolle en haarscherpe bijdrage aan de geschiedenis. Dat doe ik bij deze.