‘Spitsenwereldje’ blij met jonge collega

Wie als 25-jarige besluit om in deze tijden spitsenschipper te worden moet wel van buiten het spitsenwereldje komen. Jonge schippers(zonen) zoeken het in de grotere schepen en ruimer water. Maar zo niet de 25-jarige boerenzoon Marc Duijzer uit het Zeeuwse Sint Annaland. Hij maakt deze maand zijn eerste reis op de Dusama, de voormalige Lidi van Piet en Lidi van Gent uit Terneuzen. Dusama staat voor Duijzer Samuel Marinus.

‘Spitsenwereldje’ blij met jonge collega
  • Marc Duijzer maakt voorzichtige start op spits Dusama

Door Willem de Niet
Duijzer: ‘Ik kom niet uit een schippersgezin. Maar voelde me al jong
aangetrokken tot de binnenvaart. En ja, ik heb heel bewust voor een spits
gekozen. Mede omdat ik er alleen op ga varen. Maar ook omdat ik voorzichtig wil
beginnen. Ik wil me niet in een onzeker financieel avontuur storten. De banken
zijn trouwens ook niet meer zo scheutig. Ik moet mezelf eerst maar eens
bewijzen op dit schip. Dan zien we daarna wel verder. Het lijkt er trouwens op
dat de banken liever een groot nieuw schip financieren dan een veel kleiner oud scheepje. Je moest eens weten bij hoeveel banken ik ben
geweest voordat ik er een vond die het wel aandurfde met me.’

Opleiding

De nieuwbakken schipper-eigenaar deed eerst vier jaar elektrotechniek
voordat hij de vierjarige opleiding aan het STC volgde. Daarna volgden vier jaar
vaartijd, twee als matroos en twee als stuurman-schipper. ‘In die vier jaar heb
ik op van alles gevaren. In vaste dienst en als aflosser. Tot schepen van 110
bij 11,45 meter. Maar de spits bleef trekken. Toen ik de Lidi uiteindelijk kon
kopen heb ik de knoop doorgehakt.’

Via de scheepsmakelaar kwam Duijzer in een hele andere hoek van het land
terecht dan waar hij normaal gesproken zal varen. ‘Ik wilde voor de
aankoopkeuring naar een werf in de buurt, maar de makelaar zei dat ik beter
naar De Vlijt in Coevorden kon gaan. En ik moet zeggen dat het goed is bevallen.
Hele geschikte mensen waar je goed terechtkunt, ook qua prijs. Ik heb geen
spijt van de lange reis erheen. Je ziet weer eens een ander stuk van het land.
Een heel mooi stuk, moet ik zeggen. Verrassend bijna.’

Piloot

Voordat Duijzer zijn aandeel wil meepakken in de Franse graanoogst wordt
eerst nog een kopschroef ingebouwd. ‘Een van de verplichtingen als je zoals ik alleen
gaat varen. Een piloot staat verder nog hoog op mijn verlanglijstje. Als je het
roer aan niemand kunt overgeven, is het wel makkelijk als het schip ook zonder dat
je constant je handen aan het roer hebt even op koers blijft. Dat vaart wat ontspannener.
Ja, het zal een druk leven worden. Je mag natuurlijk maar 12 uur varen per dag,
het betekent niet dat je daarnaast ook 12 uur rust hebt. Onderhoud, eten koken,
wassen en de administratie.’

En er moet een hond uitgelaten worden. Friese Stabij Bandit is de
scheepshond. Een echte bandiet, want van het wegloperige type. ‘Ik kan hem niet
op de wal zetten en even aan zijn lot overlaten, want dan kan het lang duren
voordat hij weer terug is, Maar dat heb ik wel over voor het gezelschap. Hij
zegt wel niks terug, maar het is toch alsof je aanspraak hebt. En het is een
geruststellend idee. Hij is goed waaks, soms een beetje té. Nee, een aanstaande
schippersvrouw is nog niet in zicht.’

Vaar-Frans

De onzekerheid of en wanneer het project Seine-Nord wordt uitgevoerd en
het effect daarvan op de spitsenvaart boeit Duijzer nog niet erg. ‘Het zal nog
wel een heel aantal jaren duren voordat het klaar is. Ze hebben al ooit wel een
datum genoemd van 2017, maar als het gaat zoals het meestal met dit soort grote
projecten gaat, kan het ook wel 2020, 2025 worden. En misschien blazen ze het
wel af. In elk geval heb ik er al een heel aantal jaren opzitten voordat het
zover is. Wellicht is het dan de tijd voor de overstap naar een groter schip.
Maar daar ben ik nu natuurlijk nog niet serieus mee bezig. Ze zeggen dat
september een goed moment is om te beginnen, nu de Franse graanoogst afgevoerd
moet worden. Dat loopt tot het voorjaar door en in die tijd moet ik mijn weg in
het wereldje hebben gevonden.’

Duijzer volgde ooit al een aantal lessen Frans, maar wil nog wel even
een opfriscursus volgen. ‘Nee, ik kan niet van mezelf zeggen dat ik vloeiend Frans
spreek. Ik red me ermee en het vaar-Frans gaat trouwens wel en dat heb je het
meeste nodig. En in de praktijk leer je het snelst. Met een paar lessen erbij
komt het best goed.’

Duijzer zegt uit het spitsenwereldje louter positieve commentaren te
hebben gekregen. ‘Het is echt meer zo van “blij dat er een jonge collega bij
komt” dan dat ze me als een extra concurrent op de vrachtenmarkt zien.’

Duijzer heeft zich gemeld bij het samenwerkingsverband ELV, zodat hij
voorlopig niet zelf de boer op hoeft om aan vracht te komen.

‘Spitsenwereldje’ blij met jonge collega | Schuttevaer.nl

‘Spitsenwereldje’ blij met jonge collega

Wie als 25-jarige besluit om in deze tijden spitsenschipper te worden moet wel van buiten het spitsenwereldje komen. Jonge schippers(zonen) zoeken het in de grotere schepen en ruimer water. Maar zo niet de 25-jarige boerenzoon Marc Duijzer uit het Zeeuwse Sint Annaland. Hij maakt deze maand zijn eerste reis op de Dusama, de voormalige Lidi van Piet en Lidi van Gent uit Terneuzen. Dusama staat voor Duijzer Samuel Marinus.

‘Spitsenwereldje’ blij met jonge collega
  • Marc Duijzer maakt voorzichtige start op spits Dusama

Door Willem de Niet
Duijzer: ‘Ik kom niet uit een schippersgezin. Maar voelde me al jong
aangetrokken tot de binnenvaart. En ja, ik heb heel bewust voor een spits
gekozen. Mede omdat ik er alleen op ga varen. Maar ook omdat ik voorzichtig wil
beginnen. Ik wil me niet in een onzeker financieel avontuur storten. De banken
zijn trouwens ook niet meer zo scheutig. Ik moet mezelf eerst maar eens
bewijzen op dit schip. Dan zien we daarna wel verder. Het lijkt er trouwens op
dat de banken liever een groot nieuw schip financieren dan een veel kleiner oud scheepje. Je moest eens weten bij hoeveel banken ik ben
geweest voordat ik er een vond die het wel aandurfde met me.’

Opleiding

De nieuwbakken schipper-eigenaar deed eerst vier jaar elektrotechniek
voordat hij de vierjarige opleiding aan het STC volgde. Daarna volgden vier jaar
vaartijd, twee als matroos en twee als stuurman-schipper. ‘In die vier jaar heb
ik op van alles gevaren. In vaste dienst en als aflosser. Tot schepen van 110
bij 11,45 meter. Maar de spits bleef trekken. Toen ik de Lidi uiteindelijk kon
kopen heb ik de knoop doorgehakt.’

Via de scheepsmakelaar kwam Duijzer in een hele andere hoek van het land
terecht dan waar hij normaal gesproken zal varen. ‘Ik wilde voor de
aankoopkeuring naar een werf in de buurt, maar de makelaar zei dat ik beter
naar De Vlijt in Coevorden kon gaan. En ik moet zeggen dat het goed is bevallen.
Hele geschikte mensen waar je goed terechtkunt, ook qua prijs. Ik heb geen
spijt van de lange reis erheen. Je ziet weer eens een ander stuk van het land.
Een heel mooi stuk, moet ik zeggen. Verrassend bijna.’

Piloot

Voordat Duijzer zijn aandeel wil meepakken in de Franse graanoogst wordt
eerst nog een kopschroef ingebouwd. ‘Een van de verplichtingen als je zoals ik alleen
gaat varen. Een piloot staat verder nog hoog op mijn verlanglijstje. Als je het
roer aan niemand kunt overgeven, is het wel makkelijk als het schip ook zonder dat
je constant je handen aan het roer hebt even op koers blijft. Dat vaart wat ontspannener.
Ja, het zal een druk leven worden. Je mag natuurlijk maar 12 uur varen per dag,
het betekent niet dat je daarnaast ook 12 uur rust hebt. Onderhoud, eten koken,
wassen en de administratie.’

En er moet een hond uitgelaten worden. Friese Stabij Bandit is de
scheepshond. Een echte bandiet, want van het wegloperige type. ‘Ik kan hem niet
op de wal zetten en even aan zijn lot overlaten, want dan kan het lang duren
voordat hij weer terug is, Maar dat heb ik wel over voor het gezelschap. Hij
zegt wel niks terug, maar het is toch alsof je aanspraak hebt. En het is een
geruststellend idee. Hij is goed waaks, soms een beetje té. Nee, een aanstaande
schippersvrouw is nog niet in zicht.’

Vaar-Frans

De onzekerheid of en wanneer het project Seine-Nord wordt uitgevoerd en
het effect daarvan op de spitsenvaart boeit Duijzer nog niet erg. ‘Het zal nog
wel een heel aantal jaren duren voordat het klaar is. Ze hebben al ooit wel een
datum genoemd van 2017, maar als het gaat zoals het meestal met dit soort grote
projecten gaat, kan het ook wel 2020, 2025 worden. En misschien blazen ze het
wel af. In elk geval heb ik er al een heel aantal jaren opzitten voordat het
zover is. Wellicht is het dan de tijd voor de overstap naar een groter schip.
Maar daar ben ik nu natuurlijk nog niet serieus mee bezig. Ze zeggen dat
september een goed moment is om te beginnen, nu de Franse graanoogst afgevoerd
moet worden. Dat loopt tot het voorjaar door en in die tijd moet ik mijn weg in
het wereldje hebben gevonden.’

Duijzer volgde ooit al een aantal lessen Frans, maar wil nog wel even
een opfriscursus volgen. ‘Nee, ik kan niet van mezelf zeggen dat ik vloeiend Frans
spreek. Ik red me ermee en het vaar-Frans gaat trouwens wel en dat heb je het
meeste nodig. En in de praktijk leer je het snelst. Met een paar lessen erbij
komt het best goed.’

Duijzer zegt uit het spitsenwereldje louter positieve commentaren te
hebben gekregen. ‘Het is echt meer zo van “blij dat er een jonge collega bij
komt” dan dat ze me als een extra concurrent op de vrachtenmarkt zien.’

Duijzer heeft zich gemeld bij het samenwerkingsverband ELV, zodat hij
voorlopig niet zelf de boer op hoeft om aan vracht te komen.