Wat eten we vandaag? Sleepbotensoep op een loodstender

Evert Stel (57) en Inge de Graaf (52) varen op de Meander, een omgebouwde loodstender. Een huis aan de wal hebben ze niet. Inge houdt van koken, maar Evert kookt ook graag.

lang tafelen

RECEPT
Sleepbotensoep van Evert (minimaal 6 personen)

Benodigdheden:
Vlees: soepvlees, een mergpijpje en een verse worst
Groenten: 2 grote uien, 2 preien, een stengel bleekselderij, een rood pepertje en een zakje verse soepgroenten
Verder: twee runderbouillonblokjes, twee aardappelen, een kopje rijst en een blik witte of bruine bonen, zout en peper

Neem een grote pan en vul deze met twee liter water. Breng het aan de kook met al het vlees en de bouillonblokjes. Gooi zodra het kookt de fijngesneden uien en prei en rode peper erbij. Als het een beetje is ingekookt, kunnen ook de gesneden selderij, de zeer fijngesneden aardappelen en de rijst erbij. Dit maakt de soep lekker dik en gebonden.
Kook het geheel even flink door en doe dan de soepgroenten en het blik bonen met vocht en al erbij. Een beetje zout en peper naar behoefte toevoegen en een uur op een laag pitje zachtjes laten pruttelen. Dan de worst in stukken snijden en de soep opdienen met fijngesneden peterselie.
Evert Stel: ‘Ik ging af en toe mee op zeereisjes met mijn vriend Heino Smit, die voor Wagenborg op de sleper Waterman werkte. Heino stond op de Waterman vaak al in de pan te roeren als ik aan boord kwam. We genoten van de sleepbotensoep en de stevige maaltijd voorkwam dat we ziek werden als er een dikke zee stond.’

Door

Marja de Vet

Ze eten weinig vet. ‘Je wordt snel te dik, vind ik’, zegt Inge. ‘Dus ik let er met koken op dat ik zo min mogelijk vet gebruik. Doordeweeks zijn we dol op stamppotten. Ik braad daar vaak een sukadelapje bij, dat is veel minder vet dan rookworst. Hollandse kost, dat staat bij ons het meest op tafel. We eten zo min mogelijk vlees, maar er staat wel elke dag verse groente en een bak met sla op tafel. Soms eten we er iets vegetarisch bij, van Valess of zo. Ik kook er een paar aardappeltjes bij of een beetje rijst.’

In deze tijd van het jaar kookt Inge graag pompoensoep. ‘Pompoenen zijn er nu volop. De soep is gemakkelijk klaar te maken en erg lekker. Je koopt een pompoen en boent die goed schoon. In grote stukken snijden en de pitten verwijderen. In een beetje olie een uitje fruiten met een teentje knoflook en de pompoen (met schil en al) erbij doen. Een liter kippenbouillon erbij en, dat is mijn toevoeging, een stuk geschilde gemberwortel. Alles ongeveer 20 minuten zacht laten koken en dan pureren. Eventueel nog wat peper erbij. Opdienen met verse koriander. Er moet eigenlijk ook crème fraîche door, maar dat laat ik meestal weg. Zonder is het ook heel lekker.’

Evert en Inge zijn van de Stichting Vaarwens. Ze varen al 4 jaar met hun Meander als vrijwilliger met langdurig zieken en terminale mensen. ‘Erg dankbaar werk. Het zijn mensen die als laatste wens nog een keer willen varen. Ze genieten er meestal heel erg van.’

Tapasgerechtjes

Inges specialiteit zijn tapasgerechtjes. ‘Als we gasten hebben, vind ik het gezellig om een paar uur te tafelen. Dus dan maak ik veel kleine gerechtjes die we met een lekker glaasje wijn wegspoelen. Ik maak zoveel mogelijk van tevoren. We eten dan een stuk of drie voorafjes. Dan volgt een klein hoofdgerecht, zoals biefstuk met sla en een eenvoudig toetje. De gerechtjes vooraf maak ik op kleine bordjes.

‘Zo maak ik bijvoorbeeld paté met gekarameliseerde rode uien. Je gebruikt een mooi blaadje little gem (slasoort) als schaaltje. Dat vul je met een beetje paté en daaroverheen gaat een sausje. Voor de saus fruit ik een rood uitje in een beetje olie, daar doe ik wat fijngesneden bolletjes gember uit een potje bij en wat gembersap. Dat laat ik indikken en dat karameliseert dan. Heerlijk.’

Een ander favoriet tapashapje is verse vijgen met geitenkaas en serranoham, geserveerd op een bedje van rucola. ‘De verse vijgen kruis je in vieren open en die vul je met een zacht wit Hollands geitenkaasje, geprakt met een beetje sinaasappelsap en geraspte schil en een beetje cayennepeper. Een plakje ham eromheen en dichtmaken met een takje rozemarijn en een paar drupjes honing erover. Tien minuutjes in een warme oven en klaar.’

‘Ik maak ook een carpaccio van gesneden kipfilet. Drie plakjes op een bordje en daaroverheen een mengsel van een blikje tonijn op olie, 2 hardgekookte eieren, een beetje mayonaise, kappertjes en peper. Om het smeuïger te maken kan er nog een beetje yoghurt of citroen bij. Tot slot wat kappertjes eroverheen doen.
‘Als toetje maak ik vaak vanille- of vanilleroomijs. Dat doe ik in bakjes of glazen. Ik zet een kopje heel sterke koffie en dat giet ik er dan overheen.’

Slim indelen

Het ontbreekt Evert en Inge niet aan luxe op het schip. Door het slim in te delen is er nu een woonkamer van 7 bij 4 meter. De 2 slaapkamers hebben elk een eigen badkamer en verder is alle apparatuur aan boord, zoals een vaatwasser en een wasmachine met droger, maar ook een ligbad.

Evert was jaren orthopedisch instrumentenmaker, maar kreeg een burnout. Hij stopte met werken, verkocht zijn zaak en kocht de loodstender. Het schip was beschadigd en moest omgebouwd worden. ‘Toen dat klaar was, zijn we twee jaar vakantie gaan vieren op het water. Daarna wilden we meer zingeving in het leven en dat werd de Stichting Vaarwens. We varen nu in het voor- en najaar met ernstig zieken. In de winter houd ik lezingen bij Rotary en Lions clubs, op zoek naar sponsorgelden voor onze stichting en schrijf ik boeken. We hebben nog wat inkomsten uit bedrijfspandjes. Ik voel me een bevoorrecht mens.’

Brancard

‘In de zomer liggen we vaak bij Schellingwoude in de jachthaven. Binnenschepen mogen daar 12 kilometer per uur varen, maar als de sluis op groen staat, varen ze wel wat harder. Met veel golfslag in de jachthaven tot gevolg. Wij hebben daar veel overlast van in de jachthaven. De jachtjes liggen al om en om, om de schade aan de masten zoveel mogelijk te beperken. Als we gasten aan boord krijgen ligt de loopplank uit waar brancards en rolstoelen over naar binnen rijden, we moeten van te voren dus heel goed kijken of er geen snel schip aankomt. Gevaarlijk.’

Wat eten we vandaag? Sleepbotensoep op een loodstender | Schuttevaer.nl

Wat eten we vandaag? Sleepbotensoep op een loodstender

Evert Stel (57) en Inge de Graaf (52) varen op de Meander, een omgebouwde loodstender. Een huis aan de wal hebben ze niet. Inge houdt van koken, maar Evert kookt ook graag.

lang tafelen

RECEPT
Sleepbotensoep van Evert (minimaal 6 personen)

Benodigdheden:
Vlees: soepvlees, een mergpijpje en een verse worst
Groenten: 2 grote uien, 2 preien, een stengel bleekselderij, een rood pepertje en een zakje verse soepgroenten
Verder: twee runderbouillonblokjes, twee aardappelen, een kopje rijst en een blik witte of bruine bonen, zout en peper

Neem een grote pan en vul deze met twee liter water. Breng het aan de kook met al het vlees en de bouillonblokjes. Gooi zodra het kookt de fijngesneden uien en prei en rode peper erbij. Als het een beetje is ingekookt, kunnen ook de gesneden selderij, de zeer fijngesneden aardappelen en de rijst erbij. Dit maakt de soep lekker dik en gebonden.
Kook het geheel even flink door en doe dan de soepgroenten en het blik bonen met vocht en al erbij. Een beetje zout en peper naar behoefte toevoegen en een uur op een laag pitje zachtjes laten pruttelen. Dan de worst in stukken snijden en de soep opdienen met fijngesneden peterselie.
Evert Stel: ‘Ik ging af en toe mee op zeereisjes met mijn vriend Heino Smit, die voor Wagenborg op de sleper Waterman werkte. Heino stond op de Waterman vaak al in de pan te roeren als ik aan boord kwam. We genoten van de sleepbotensoep en de stevige maaltijd voorkwam dat we ziek werden als er een dikke zee stond.’

Door

Marja de Vet

Ze eten weinig vet. ‘Je wordt snel te dik, vind ik’, zegt Inge. ‘Dus ik let er met koken op dat ik zo min mogelijk vet gebruik. Doordeweeks zijn we dol op stamppotten. Ik braad daar vaak een sukadelapje bij, dat is veel minder vet dan rookworst. Hollandse kost, dat staat bij ons het meest op tafel. We eten zo min mogelijk vlees, maar er staat wel elke dag verse groente en een bak met sla op tafel. Soms eten we er iets vegetarisch bij, van Valess of zo. Ik kook er een paar aardappeltjes bij of een beetje rijst.’

In deze tijd van het jaar kookt Inge graag pompoensoep. ‘Pompoenen zijn er nu volop. De soep is gemakkelijk klaar te maken en erg lekker. Je koopt een pompoen en boent die goed schoon. In grote stukken snijden en de pitten verwijderen. In een beetje olie een uitje fruiten met een teentje knoflook en de pompoen (met schil en al) erbij doen. Een liter kippenbouillon erbij en, dat is mijn toevoeging, een stuk geschilde gemberwortel. Alles ongeveer 20 minuten zacht laten koken en dan pureren. Eventueel nog wat peper erbij. Opdienen met verse koriander. Er moet eigenlijk ook crème fraîche door, maar dat laat ik meestal weg. Zonder is het ook heel lekker.’

Evert en Inge zijn van de Stichting Vaarwens. Ze varen al 4 jaar met hun Meander als vrijwilliger met langdurig zieken en terminale mensen. ‘Erg dankbaar werk. Het zijn mensen die als laatste wens nog een keer willen varen. Ze genieten er meestal heel erg van.’

Tapasgerechtjes

Inges specialiteit zijn tapasgerechtjes. ‘Als we gasten hebben, vind ik het gezellig om een paar uur te tafelen. Dus dan maak ik veel kleine gerechtjes die we met een lekker glaasje wijn wegspoelen. Ik maak zoveel mogelijk van tevoren. We eten dan een stuk of drie voorafjes. Dan volgt een klein hoofdgerecht, zoals biefstuk met sla en een eenvoudig toetje. De gerechtjes vooraf maak ik op kleine bordjes.

‘Zo maak ik bijvoorbeeld paté met gekarameliseerde rode uien. Je gebruikt een mooi blaadje little gem (slasoort) als schaaltje. Dat vul je met een beetje paté en daaroverheen gaat een sausje. Voor de saus fruit ik een rood uitje in een beetje olie, daar doe ik wat fijngesneden bolletjes gember uit een potje bij en wat gembersap. Dat laat ik indikken en dat karameliseert dan. Heerlijk.’

Een ander favoriet tapashapje is verse vijgen met geitenkaas en serranoham, geserveerd op een bedje van rucola. ‘De verse vijgen kruis je in vieren open en die vul je met een zacht wit Hollands geitenkaasje, geprakt met een beetje sinaasappelsap en geraspte schil en een beetje cayennepeper. Een plakje ham eromheen en dichtmaken met een takje rozemarijn en een paar drupjes honing erover. Tien minuutjes in een warme oven en klaar.’

‘Ik maak ook een carpaccio van gesneden kipfilet. Drie plakjes op een bordje en daaroverheen een mengsel van een blikje tonijn op olie, 2 hardgekookte eieren, een beetje mayonaise, kappertjes en peper. Om het smeuïger te maken kan er nog een beetje yoghurt of citroen bij. Tot slot wat kappertjes eroverheen doen.
‘Als toetje maak ik vaak vanille- of vanilleroomijs. Dat doe ik in bakjes of glazen. Ik zet een kopje heel sterke koffie en dat giet ik er dan overheen.’

Slim indelen

Het ontbreekt Evert en Inge niet aan luxe op het schip. Door het slim in te delen is er nu een woonkamer van 7 bij 4 meter. De 2 slaapkamers hebben elk een eigen badkamer en verder is alle apparatuur aan boord, zoals een vaatwasser en een wasmachine met droger, maar ook een ligbad.

Evert was jaren orthopedisch instrumentenmaker, maar kreeg een burnout. Hij stopte met werken, verkocht zijn zaak en kocht de loodstender. Het schip was beschadigd en moest omgebouwd worden. ‘Toen dat klaar was, zijn we twee jaar vakantie gaan vieren op het water. Daarna wilden we meer zingeving in het leven en dat werd de Stichting Vaarwens. We varen nu in het voor- en najaar met ernstig zieken. In de winter houd ik lezingen bij Rotary en Lions clubs, op zoek naar sponsorgelden voor onze stichting en schrijf ik boeken. We hebben nog wat inkomsten uit bedrijfspandjes. Ik voel me een bevoorrecht mens.’

Brancard

‘In de zomer liggen we vaak bij Schellingwoude in de jachthaven. Binnenschepen mogen daar 12 kilometer per uur varen, maar als de sluis op groen staat, varen ze wel wat harder. Met veel golfslag in de jachthaven tot gevolg. Wij hebben daar veel overlast van in de jachthaven. De jachtjes liggen al om en om, om de schade aan de masten zoveel mogelijk te beperken. Als we gasten aan boord krijgen ligt de loopplank uit waar brancards en rolstoelen over naar binnen rijden, we moeten van te voren dus heel goed kijken of er geen snel schip aankomt. Gevaarlijk.’