RECEPT

Indische groenekoolschotel voor 4 tot 6 personen. (‘Menig matroos at er z’n vingers al bij op.’)

Ingrediënten:

500 gram speklapjes
Pakje babi ketjap (saus en marinade) van Conimex
Zakje witte saus (Knorr)
1 eetlepel ketjap manis
3 eetlepels olie
400 gram witte rijst
750 gram groene (of witte) kool
3 eetlepels pindakaas
Geraspte kaas
Peper, zout, sambal en seroendeng

De speklappen in dobbelsteentjes snijden en in de marinademix met 1 eetlepel ketjap tenminste een kwartier wegzetten. Ondertussen de kool snijden. Het vlees in de olie bruin bakken en in 20 minuten gaar bakken. De kool in weinig water in een kwartier gaar koken. Ook de rijst koken. De kool afgieten en op smaak brengen met de pindakaas, peper, zout en sambal. De saus voor de babi ketjap met water klaarmaken en door de spekblokjes mengen. De witte saus bereiden. In een ovenschaal in laagjes de rijst, vlees en kool leggen. Eindigen met de witte saus. Daaroverheen geraspte kaas en seroendeng (pinda’s met kokos, kant en klaar) strooien. In de oven 20 minuten op 200 graden afbakken.

Door

Marja de Vet

Geertje kookt graag en veel. ‘Anderen zeggen dat ik overal een feestje van maak. Ik kook veel uit de Allerhande, maar verander dan zelf naar eigen smaak de gerechten. Ze noemen me wel Madam Mikmak, naar de heks uit de Donald Duck.
‘Ik kook graag omdat ik ook altijd dankbare eters heb, die alles lekker vinden. Mijn kinderen kregen toen ze een jaar oud waren al nasi voorgeschoteld. Ze hebben altijd alles gegeten.’

Geertje sloeg in Frankrijk al het een en ander in voor de Paasdagen en Cristina haalde de vrijdag voor Pasen de rest, waaronder vers vlees.
‘Cristina kookt ook heel regelmatig. Ze is dan zelf aan het experimenteren en vraagt mij af en toe om advies. Het gaat heel goed.

‘Vier jaar terug hebben we zelf het koppelverband laten bouwen. Ik heb de keuken uitgezocht. Ossenbloedrood, dat vind ik mooi. We hebben een kookeiland met daarop een grote elektrische kookplaat. Er is een oven/magnetron en we hebben een grote roloven, die is super voor de grotere gerechten. We hebben een Amerikaanse koelkast en nog een aparte koelkast en een vriezer, we zijn van alle luxe voorzien.
‘De basis is altijd aan boord. Vlees en vis in de vriezer, uien, knoflook, paprika, pasta, rijst en aardappelen en dingen als crème fraîche, room, mascarpone, geraspte kaas en verse kruiden. En daar kun je eigenlijk heel veel mee klaarmaken. Ik vind het trouwens wel eens jammer dat we alleen bevroren vis eten. Als we beneden zijn en ik krijg de kans, dan neem ik verse mosselen mee, dat vinden wij heel erg lekker.’

Poolse matroos

Tijdens het varen wordt in de stuurhut gegeten. ‘Als het een eenpansgerecht is, neem ik de pan of schaal mee naar boven. Dat is gezelliger. En anders maak ik beneden de borden klaar. Ook als we containers varen en het stuurhuis geheven is, eten we boven. Dan neem ik alles in een mand mee de trap op. Als we niet varen, eten we beneden aan de bar. En als de twee andere kindereren met aanhang en kleinkind aan boord zijn, eten we met z’n allen aan de grote tafel in de woonkamer. Met Pasen waren we gewoon met ons vieren. Mijn oudste dochter lag met haar spits vlakbij Parijs en mijn andere dochter woont in Noord-Holland. Dat is de binnenvaart, je kunt niet altijd bij elkaar zijn.’ De Poolse matroos, die voorop woont, eet niet mee. ‘We hadden ook lang twee Tsjechen. Ik vroeg en vraag regelmatig of ze willen mee-eten, maar dat willen ze niet. Ze maken liever hun eigen potje klaar. Ze koken met heel veel olie, erg vet.’