Verkoop schip als toekomstwens

Bertus en Fien van der Kaaij-Wassenaar varen op de 2400-tonner Elja. Ze lopen tegen het probleem aan dat de vrachten zijn gedaald en de kosten gestegen. Bovendien is de handel in schepen stilgevallen, waardoor het niet gemakkelijk is hun schip te verkopen. En eigenlijk is verkoop van de Elja de grote toekomstwens van het echtpaar.

Verkoop schip als toekomstwens

‘In principe is varen ons leven, maar we weten dat het einde van onze loopbaan eraan komt. Hoelang we nog varen weten we niet, want het is momenteel moeilijk om het schip te verkopen. Wie koopt er nu een schip als je met wat zij opvaart de rente met pijn en moeite kan betalen’, vraagt Fien zich af. Ze ergert zich de laatste tijd aan het verschil tussen inkomsten en uitgaven. ‘Wij verdienen veel minder doordat we minder varen en de vrachtprijzen in een vrije val zijn geraakt. Maar bijvoorbeeld onze scheepsverzekering is niet goedkoper geworden, terwijl we minder varen en dus ook minder risico lopen. Het zou de pijn ook verzachten als het havengeld naar beneden gaat als je ergens lang op werk ligt te wachten.’

Bezuinigen

De Elja vaart sinds de crisis overal heen. Voorheen vervoerde het schip rollen staal op de Rijn, maar dat werk is weggevallen, omdat de Duitse staalindustrie in elkaar is gezakt. Tegenwoordig gaat ze veel de Moezel op. En ze is niet de enige. ‘De Moezel is een vluchtoord voor noodlijdende schippers’, constateert Fien.

De prijzen waarvoor de Elja vaart zijn dik vijftig procent gedaald. Vorig jaar vervoerde ze graan voor 6,50 euro per ton vanaf Metz. Tegenwoordig ligt dat op 3,85 per ton. Dat is met pijn en moeite te verhogen tot 4,50 als de gasolie is gestegen.

De daling zette in oktober vorig jaar in. De schipper lijkt een speelbal in het systeem te zijn. Dat uit zich veelal op de marifoon, vertelt Fien. ‘Er wordt veel geklaagd op de marifoon. In het begin had iedereen een oplossing, maar er gebeurde niks. Het opvarige werk is grotendeels weg. De prijzen voor kolen in de opvaart zijn gedaald, omdat iedereen weet dat er werk terug is. Ze zeggen rustig, dat je het voor die prijs moet doen, omdat je anders leeg op gaat.’

De eigenaren van de Elja bezuinigen waar het kan. Hun personeel hebben ze daarom weggedaan. Dat kon omdat het niet in vaste dienst was. ‘Een hoop mensen kunnen hun personeel niet zo snel wegdoen, omdat die mensen in loondienst hebben. Wij nemen nu iemand extra mee als we naar boven gaan en onze zoon vaart af en toe mee.’

Lichtpuntje

De Elja zou vorig jaar worden verkocht, maar dat mislukte. Het maakt het echtpaar soms moedeloos, maar het is nog niet zo erg als bij anderen. Lichtpuntje is dat de crisis wel de gezelligheid terugbrengt in de binnenvaart, constateert Fien. ‘Voorheen ging de telefoon heel de dag, van wil je dit doen of wil je dat doen. Dat is nu niet. Het voordeel is dat het onderlinge contact is verbeterd. We hebben pech gehad met de verkoop van het schip. Mijn man is 66. Soms maakt het toekomstbeeld mij neerslachtig, maar ik ben niet in paniek. Ik stond eens met een buurvrouw in het gangboord die echt in paniek was en riep: "Wat moeten we met die rommel." Daarmee bedoelde ze het schip. Zo erg is het bij ons gelukkig niet. Je moet door.’

Gelukkig is kleinzoon Orlando veel aan boord. Hij brengt behalve een hoop werk ook een hoop levensvreugde. Orlando is watervlug en bezig met zindelijkheidstraining. Fien krijgt een goede conditie van achter het jongetje aanrennen, vindt Bertus. ‘Hij houdt ons fit. Orlando is het kind van onze zoon. Hij bleef na de scheiding bij zijn vader achter. Als onze zoon vaart, is hij bij ons aan boord. We lagen laatst naast een buurman, die het opviel hoeveel levensvreugde zo’n klein jochie brengt. En daar heeft hij gelijk is. Hij brengt ons werk, maar ook een hoop plezier. Het is leuk om te zien hoe hij nieuwe dingen ontdekt en geniet als we ergens liggen en we een uitstapje met hem maken.’

Afwachten

De Van der Kaaij’s begonnen ooit op de 400-tonner Paraat en deden telkens een stap voorwaarts. Hun andere schepen heetten Wega (3x), Veronique en Burgwal. Bertus claimt met gepaste trots meer schepen te hebben gehad dan vrouwen. Voor de toekomst hopen ze alleen maar dat de Elja wordt verkocht. Dat is vooralsnog een kwestie van lijdzaam afwachten. ‘Het heeft geen zin een makelaar te bellen, want die hebben toch niks. Op zich is onze situatie tamelijk uitzichtloos. Als je jong bent kun je nog denken: ik heb nog twintig, dertig jaar. Maar die tijd hebben wij niet.’ (HDJ)

Scheepsgegevens

Scheepsnaam: Elja. Lengte: 110 meter. Breedte: 10,50 meter. Diepgang: 3,18 meter. Tonnage: 2432. Europanummer: 2325012. Motor: Cummins, 1600 pk. Bouwjaar: 2001. Thuishaven: Rotterdam. Eigenaar: VOF Van der Kaaij-Wassenaar.

 

Verkoop schip als toekomstwens | Schuttevaer.nl

Verkoop schip als toekomstwens

Bertus en Fien van der Kaaij-Wassenaar varen op de 2400-tonner Elja. Ze lopen tegen het probleem aan dat de vrachten zijn gedaald en de kosten gestegen. Bovendien is de handel in schepen stilgevallen, waardoor het niet gemakkelijk is hun schip te verkopen. En eigenlijk is verkoop van de Elja de grote toekomstwens van het echtpaar.

Verkoop schip als toekomstwens

‘In principe is varen ons leven, maar we weten dat het einde van onze loopbaan eraan komt. Hoelang we nog varen weten we niet, want het is momenteel moeilijk om het schip te verkopen. Wie koopt er nu een schip als je met wat zij opvaart de rente met pijn en moeite kan betalen’, vraagt Fien zich af. Ze ergert zich de laatste tijd aan het verschil tussen inkomsten en uitgaven. ‘Wij verdienen veel minder doordat we minder varen en de vrachtprijzen in een vrije val zijn geraakt. Maar bijvoorbeeld onze scheepsverzekering is niet goedkoper geworden, terwijl we minder varen en dus ook minder risico lopen. Het zou de pijn ook verzachten als het havengeld naar beneden gaat als je ergens lang op werk ligt te wachten.’

Bezuinigen

De Elja vaart sinds de crisis overal heen. Voorheen vervoerde het schip rollen staal op de Rijn, maar dat werk is weggevallen, omdat de Duitse staalindustrie in elkaar is gezakt. Tegenwoordig gaat ze veel de Moezel op. En ze is niet de enige. ‘De Moezel is een vluchtoord voor noodlijdende schippers’, constateert Fien.

De prijzen waarvoor de Elja vaart zijn dik vijftig procent gedaald. Vorig jaar vervoerde ze graan voor 6,50 euro per ton vanaf Metz. Tegenwoordig ligt dat op 3,85 per ton. Dat is met pijn en moeite te verhogen tot 4,50 als de gasolie is gestegen.

De daling zette in oktober vorig jaar in. De schipper lijkt een speelbal in het systeem te zijn. Dat uit zich veelal op de marifoon, vertelt Fien. ‘Er wordt veel geklaagd op de marifoon. In het begin had iedereen een oplossing, maar er gebeurde niks. Het opvarige werk is grotendeels weg. De prijzen voor kolen in de opvaart zijn gedaald, omdat iedereen weet dat er werk terug is. Ze zeggen rustig, dat je het voor die prijs moet doen, omdat je anders leeg op gaat.’

De eigenaren van de Elja bezuinigen waar het kan. Hun personeel hebben ze daarom weggedaan. Dat kon omdat het niet in vaste dienst was. ‘Een hoop mensen kunnen hun personeel niet zo snel wegdoen, omdat die mensen in loondienst hebben. Wij nemen nu iemand extra mee als we naar boven gaan en onze zoon vaart af en toe mee.’

Lichtpuntje

De Elja zou vorig jaar worden verkocht, maar dat mislukte. Het maakt het echtpaar soms moedeloos, maar het is nog niet zo erg als bij anderen. Lichtpuntje is dat de crisis wel de gezelligheid terugbrengt in de binnenvaart, constateert Fien. ‘Voorheen ging de telefoon heel de dag, van wil je dit doen of wil je dat doen. Dat is nu niet. Het voordeel is dat het onderlinge contact is verbeterd. We hebben pech gehad met de verkoop van het schip. Mijn man is 66. Soms maakt het toekomstbeeld mij neerslachtig, maar ik ben niet in paniek. Ik stond eens met een buurvrouw in het gangboord die echt in paniek was en riep: "Wat moeten we met die rommel." Daarmee bedoelde ze het schip. Zo erg is het bij ons gelukkig niet. Je moet door.’

Gelukkig is kleinzoon Orlando veel aan boord. Hij brengt behalve een hoop werk ook een hoop levensvreugde. Orlando is watervlug en bezig met zindelijkheidstraining. Fien krijgt een goede conditie van achter het jongetje aanrennen, vindt Bertus. ‘Hij houdt ons fit. Orlando is het kind van onze zoon. Hij bleef na de scheiding bij zijn vader achter. Als onze zoon vaart, is hij bij ons aan boord. We lagen laatst naast een buurman, die het opviel hoeveel levensvreugde zo’n klein jochie brengt. En daar heeft hij gelijk is. Hij brengt ons werk, maar ook een hoop plezier. Het is leuk om te zien hoe hij nieuwe dingen ontdekt en geniet als we ergens liggen en we een uitstapje met hem maken.’

Afwachten

De Van der Kaaij’s begonnen ooit op de 400-tonner Paraat en deden telkens een stap voorwaarts. Hun andere schepen heetten Wega (3x), Veronique en Burgwal. Bertus claimt met gepaste trots meer schepen te hebben gehad dan vrouwen. Voor de toekomst hopen ze alleen maar dat de Elja wordt verkocht. Dat is vooralsnog een kwestie van lijdzaam afwachten. ‘Het heeft geen zin een makelaar te bellen, want die hebben toch niks. Op zich is onze situatie tamelijk uitzichtloos. Als je jong bent kun je nog denken: ik heb nog twintig, dertig jaar. Maar die tijd hebben wij niet.’ (HDJ)

Scheepsgegevens

Scheepsnaam: Elja. Lengte: 110 meter. Breedte: 10,50 meter. Diepgang: 3,18 meter. Tonnage: 2432. Europanummer: 2325012. Motor: Cummins, 1600 pk. Bouwjaar: 2001. Thuishaven: Rotterdam. Eigenaar: VOF Van der Kaaij-Wassenaar.