Geologen spraken al meer dan 60 jaar geleden de verwachting uit dat voor de kust van Sleeswijk-Holstein winbare hoeveelheden olie in de zeebodem zaten. Toch zou het nog tot augustus 1980 duren voordat hier de eerste put, Mittelplate 1, werd geboord en er olie werd gevonden. Vijf jaar later werd op een zandbank in de Waddenzee het kunstmatige eiland Mittelplate-A aangelegd. Een betonnen bak met een lengte van 95 meter en een breedte van 70 meter, voorzien van een insteekhaven en omgeven door 11 meter hoge stalen damwanden. Vervolgens werd een boortoren geïnstalleerd om meerdere productieputten te boren naar het oliereservoir op een diepte van 2400 meter. Partners in het project waren RWE-DEA en Wintershall, waarbij eerstgenoemde de uitvoerende partij werd. Geschat werd destijds dat er circa 100 miljoen ton olie in de zeebodem zat, waarvan ongeveer 60 miljoen ton als winbaar werd beschouwd. In oktober 1987 kwam de eerste olie boven om te worden afgevoerd met dubbelwandige pontons die in de insteekhaven werden geladen. De productie via Mittelplate-A zou in de helft van de Duitse vraag naar olie gaan voorzien.