Offshore-aannemers: Zwaar, zwaarder, zwaarst

Nederlandse offshore-aannemers spelen een toonaangevende rol bij zowel de installatie in zee van olie- en gasplatformen, als de ontmanteling van deze installaties aan het einde van hun levensduur. Voortrekkers zijn Heerema Marine Contractors en Allseas, beide geleid door een zoon van de befaamde offshore-pionier Pieter Schelte Heerema. Toonaangevende spelers op ontmantelingsmarkt Amazing Grace kan straks…

De Thialf van HMC bij de recyclingwerf in het Noorse Vats. (Foto Fairfield Decom)

Nederlandse offshore-aannemers spelen een toonaangevende rol bij zowel de installatie in zee van olie- en gasplatformen, als de ontmanteling van deze installaties aan het einde van hun levensduur. Voortrekkers zijn Heerema Marine Contractors en Allseas, beide geleid door een zoon van de befaamde offshore-pionier Pieter Schelte Heerema.

  • Toonaangevende spelers op ontmantelingsmarkt
  • Amazing Grace kan straks 72.000 ton liften 
  • Platformontmanteling Noordzee in volle gang

Door Paul Schaap

Met zeer grote en innovatieve schepen verleggen zij de grenzen maken ze het  onmogelijke mogelijk. Verder timmert ook Boskalis met haar nieuwste kraanschip in deze markt goed aan de weg.

Het uit zee verwijderen van oude offshore-installaties begint, na een moeizame aanloop, steeds meer werk op te leveren. Met name Heerema Marine Contractors (HMC), veelal in samenwerking met de Noorse AF Offshore Decom, is al vele jaren in deze sector actief. Een gezamenlijk project dat veel aandacht trok, was het in de Noorse sector ontmantelen en recyclen van het grote Murchison-productieplatform van CNR International. Dit platform was in 2014, na 34 jaar trouwe dienst, buiten bedrijf gesteld en kort daarop kregen HMC en AF Offshore Decom opdracht om het uit een 24.000-tons topside en een 14.000-tons jacket bestaande platform uit zee te verwijderen.

Bijzonder aan dit project was dat twee grote kraanschepen gelijktijdig werden ingezet. Dit waren de Thialf en Hermod van HMC, waarbij de Thialf destijds nog het grootste kraanschip ter wereld was. Men had gedacht dat het ontmantelingswerk veel langer zou duren, maar in juli 2017 was het platform al geheel uit zee verwijderd.

Het Nederlands-Noorse consortium kon hierna gelijk aan een nieuwe opdracht beginnen. Deze was afkomstig van ConocoPhillips Skandinavia en betreft het opruimen van diverse oude platformen uit het Noorse Ekofisk-veld. In totaal gaat het om circa 36.000 ton aan platformdelen die tussen 2017 en 2022 uit zee moeten worden verwijderd. Voor het benodigde recyclingwerk beschikt de Noorse partner over een eigen werf in het Noorse Vats. HMC heeft tussen 2008 en 2014 ook al negen oude platformen uit het Ekofisk-veld verwijderd. Hierbij werden de eigen kraanschepen Hermod, Balder en Thialf ingezet.

Meer werk

Een volgende opdracht voor HMC en AF Offshore Decom kwam vorig jaar oktober van Marathon Oil. Dit betreft het opruimen van het Brae Bravo-complex, bestaande uit een productieplatform en een klein platform met een affakkeltoren die door middel van een brugconstructie met elkaar zijn verbonden. Het complex bevindt zich op 170 mijl ten noordoosten van Aberdeen en is van 1988 tot 2013 in bedrijf geweest. De topside van het productieplatform weegt 36.200 ton en de jacket 22.000 ton.

En onlangs kreeg de Nederlands-Noorse combinatie ook nog een opdracht van Fairfield Betula Limited. Dit betreft het ontmantelen en recyclen van de  circa 20.000 ton wegende topside van het productieplatform Dunlin Alpha. De topside dient in de periode 2021-2024 met de kraanschepen van HMC in delen uit zee te worden verwijderd.

Nu de ontmantelingsmarkt goed op gang lijkt te komen, hebben HMC, AF Offshore Decom en Decom Energy samen het nieuwe bedrijf Fairfield Decom opgericht. Dit vlakbij de Schotse hoofdstad Aberdeen gevestigde bedrijf biedt totaaloplossingen aan voor het uit zee verwijderen van oude olie- en gasproductieplatformen. De gebundelde kennis en ervaring van de drie partners zou een kostenreductie van meer dan 30% mogelijk maken.

HMC’s nieuwste aanwinst Sleipnir, die is uitgerust met twee 10.000-tons Huisman-kranen, gaat hierbij ongetwijfeld een belangrijke rol spelen. Naast de inzet van dit grootste halfafzinkbare kraanschip ter wereld heeft HMC onder de naam Quad Lift een nieuwe hefmethode ontwikkeld. Hierbij worden twee kraanschepen gelijktijdig ingezet om zo grote en zware platformdelen met gewichten tot zelfs boven de 30.000 ton te kunnen liften en vervolgens op een transportponton te kunnen plaatsen.

Dominante rol

Sinds 2016 speelt ook Allseas een dominante rol op het gebied van platformontmanteling. Met het allergrootste offshoresupportvaartuig ter wereld, de 382 meter lange en 124 meter brede Pioneering Spirit, werd in augustus 2016 in de Noorse sector van de Noordzee met succes het 13.500 ton wegende Yme-platform van operator Repsol uit zee verwijderd. Deze eerste single lift-operatie kreeg op 28 april 2017 een vervolg toen de 24.000 ton wegende topside van het Brent Delta-platform van Shell uit de Britse sector werd weggehaald. Voor dit jaar staan nog twee projecten op stapel. Dit betreft het in de Engelse sector opruimen van Shell’s Brent Bravo topside, eveneens met een gewicht van 24.000 ton, en in de Noorse sector van de 3500 ton wegende topside van het Valhall QP accommodatieplatform van Aker BP.

De komende jaren kan de Pioneering Spirit nog volop aan de bak in de Britse sector. Zo moeten voor Shell in het Brent-veld de topsides van Brent Alpha en Brent Charly plus nog een jacket worden verwijderd en in 2020 voor CNR International de 12.500 ton wegende topside van het platform Ninian North.

Kers op de taart is toch wel de recente opdracht van Equinor Energy om de 48.000 ton wegende Statfjord A topside uit de Noorse sector weg te halen. Hiermee zit Allseas aan de maximale liftcapaciteit van de Pioneering Spirit, die speciaal hiervoor nog enigszins zal worden opgewaardeerd. Deze grensverleggende hefklus staat pas na 2022 op de agenda.

Nog veel groter

Inspelend op de toekomstige vraag naar het in één keer uit zee verwijderen van nog grotere en zwaardere topsides van platformen, heeft Allseas al een grotere zus van de Pioneering Spirit ontworpen. Met dit vaartuig, dat een hefcapaciteit krijgt van maar liefst 72.000 ton, zullen de grenzen nog verder kunnen worden verlegd. Deze gigant gaat Amazing Grace heten. Nog niet bekend is wanneer dit vaartuig voor het eerst kan worden ingezet. Het moet een lengte van 400 meter en een breedte van 160 meter krijgen. De bouwkosten zijn begroot op circa drie miljard dollar.

De Pioneering Spirit heeft intussen ook al naam gemaakt met offshore-installatiewerk. Onder meer met een recordlift van 26.000 ton in de Noorse sector en met het leggen van de grote gasexportleidingen TurkStream en NordStream 2.

Satellieten

Een derde Nederlandse aannemer die heel actief is in de ontmantelingsmarkt is Boskalis. Met de inzet van diverse Taklift-bokken zijn vanaf 2004 al een reeks, veelal kleinere platformen in zowel de Britse als Nederlandse sector uit het zuidelijke deel van de Noordzee verwijderd. Zoals in 2017 het weghalen van het platform Leman BH van Shell en in 2016 en 2017 de drie platformen van het Thames-complex van Perenco.

Recent zijn nieuwe contracten gesloten om een reeks platformen uit de Britse velden Viking en Vulcan en het Nederlandse L10-blok te halen. ConocoPhillips wil de komende jaren in de velden Viking en Vulcan 19 oude platformen ontmantelen. Het gaat met name om satellieten. In de eerste fase van dit project betreft het negen platformen. En uit het L10-blok in de Nederlandse sector gaat Boskalis voor Neptune Energy drie satellietplatformen verwijderen.

Voor al deze projecten wordt, naast bokken ook de Bokalift 1 ingezet. Dit onlangs tot installatievaartuig omgebouwde zware-ladingschip uit de ingelijfde Dockwise-vloot is uitgerust met een 3000-tons offshorekraan van Huisman. Volgens Boskalis kan de Bokalift 1 behalve voor installatiewerk in de windenergiesector ook prima worden ingezet voor de platformontmanteling.

Offshore-aannemers: Zwaar, zwaarder, zwaarst | Schuttevaer.nl

Offshore-aannemers: Zwaar, zwaarder, zwaarst

Nederlandse offshore-aannemers spelen een toonaangevende rol bij zowel de installatie in zee van olie- en gasplatformen, als de ontmanteling van deze installaties aan het einde van hun levensduur. Voortrekkers zijn Heerema Marine Contractors en Allseas, beide geleid door een zoon van de befaamde offshore-pionier Pieter Schelte Heerema. Toonaangevende spelers op ontmantelingsmarkt Amazing Grace kan straks…

De Thialf van HMC bij de recyclingwerf in het Noorse Vats. (Foto Fairfield Decom)

Nederlandse offshore-aannemers spelen een toonaangevende rol bij zowel de installatie in zee van olie- en gasplatformen, als de ontmanteling van deze installaties aan het einde van hun levensduur. Voortrekkers zijn Heerema Marine Contractors en Allseas, beide geleid door een zoon van de befaamde offshore-pionier Pieter Schelte Heerema.

  • Toonaangevende spelers op ontmantelingsmarkt
  • Amazing Grace kan straks 72.000 ton liften 
  • Platformontmanteling Noordzee in volle gang

Door Paul Schaap

Met zeer grote en innovatieve schepen verleggen zij de grenzen maken ze het  onmogelijke mogelijk. Verder timmert ook Boskalis met haar nieuwste kraanschip in deze markt goed aan de weg.

Het uit zee verwijderen van oude offshore-installaties begint, na een moeizame aanloop, steeds meer werk op te leveren. Met name Heerema Marine Contractors (HMC), veelal in samenwerking met de Noorse AF Offshore Decom, is al vele jaren in deze sector actief. Een gezamenlijk project dat veel aandacht trok, was het in de Noorse sector ontmantelen en recyclen van het grote Murchison-productieplatform van CNR International. Dit platform was in 2014, na 34 jaar trouwe dienst, buiten bedrijf gesteld en kort daarop kregen HMC en AF Offshore Decom opdracht om het uit een 24.000-tons topside en een 14.000-tons jacket bestaande platform uit zee te verwijderen.

Bijzonder aan dit project was dat twee grote kraanschepen gelijktijdig werden ingezet. Dit waren de Thialf en Hermod van HMC, waarbij de Thialf destijds nog het grootste kraanschip ter wereld was. Men had gedacht dat het ontmantelingswerk veel langer zou duren, maar in juli 2017 was het platform al geheel uit zee verwijderd.

Het Nederlands-Noorse consortium kon hierna gelijk aan een nieuwe opdracht beginnen. Deze was afkomstig van ConocoPhillips Skandinavia en betreft het opruimen van diverse oude platformen uit het Noorse Ekofisk-veld. In totaal gaat het om circa 36.000 ton aan platformdelen die tussen 2017 en 2022 uit zee moeten worden verwijderd. Voor het benodigde recyclingwerk beschikt de Noorse partner over een eigen werf in het Noorse Vats. HMC heeft tussen 2008 en 2014 ook al negen oude platformen uit het Ekofisk-veld verwijderd. Hierbij werden de eigen kraanschepen Hermod, Balder en Thialf ingezet.

Meer werk

Een volgende opdracht voor HMC en AF Offshore Decom kwam vorig jaar oktober van Marathon Oil. Dit betreft het opruimen van het Brae Bravo-complex, bestaande uit een productieplatform en een klein platform met een affakkeltoren die door middel van een brugconstructie met elkaar zijn verbonden. Het complex bevindt zich op 170 mijl ten noordoosten van Aberdeen en is van 1988 tot 2013 in bedrijf geweest. De topside van het productieplatform weegt 36.200 ton en de jacket 22.000 ton.

En onlangs kreeg de Nederlands-Noorse combinatie ook nog een opdracht van Fairfield Betula Limited. Dit betreft het ontmantelen en recyclen van de  circa 20.000 ton wegende topside van het productieplatform Dunlin Alpha. De topside dient in de periode 2021-2024 met de kraanschepen van HMC in delen uit zee te worden verwijderd.

Nu de ontmantelingsmarkt goed op gang lijkt te komen, hebben HMC, AF Offshore Decom en Decom Energy samen het nieuwe bedrijf Fairfield Decom opgericht. Dit vlakbij de Schotse hoofdstad Aberdeen gevestigde bedrijf biedt totaaloplossingen aan voor het uit zee verwijderen van oude olie- en gasproductieplatformen. De gebundelde kennis en ervaring van de drie partners zou een kostenreductie van meer dan 30% mogelijk maken.

HMC’s nieuwste aanwinst Sleipnir, die is uitgerust met twee 10.000-tons Huisman-kranen, gaat hierbij ongetwijfeld een belangrijke rol spelen. Naast de inzet van dit grootste halfafzinkbare kraanschip ter wereld heeft HMC onder de naam Quad Lift een nieuwe hefmethode ontwikkeld. Hierbij worden twee kraanschepen gelijktijdig ingezet om zo grote en zware platformdelen met gewichten tot zelfs boven de 30.000 ton te kunnen liften en vervolgens op een transportponton te kunnen plaatsen.

Dominante rol

Sinds 2016 speelt ook Allseas een dominante rol op het gebied van platformontmanteling. Met het allergrootste offshoresupportvaartuig ter wereld, de 382 meter lange en 124 meter brede Pioneering Spirit, werd in augustus 2016 in de Noorse sector van de Noordzee met succes het 13.500 ton wegende Yme-platform van operator Repsol uit zee verwijderd. Deze eerste single lift-operatie kreeg op 28 april 2017 een vervolg toen de 24.000 ton wegende topside van het Brent Delta-platform van Shell uit de Britse sector werd weggehaald. Voor dit jaar staan nog twee projecten op stapel. Dit betreft het in de Engelse sector opruimen van Shell’s Brent Bravo topside, eveneens met een gewicht van 24.000 ton, en in de Noorse sector van de 3500 ton wegende topside van het Valhall QP accommodatieplatform van Aker BP.

De komende jaren kan de Pioneering Spirit nog volop aan de bak in de Britse sector. Zo moeten voor Shell in het Brent-veld de topsides van Brent Alpha en Brent Charly plus nog een jacket worden verwijderd en in 2020 voor CNR International de 12.500 ton wegende topside van het platform Ninian North.

Kers op de taart is toch wel de recente opdracht van Equinor Energy om de 48.000 ton wegende Statfjord A topside uit de Noorse sector weg te halen. Hiermee zit Allseas aan de maximale liftcapaciteit van de Pioneering Spirit, die speciaal hiervoor nog enigszins zal worden opgewaardeerd. Deze grensverleggende hefklus staat pas na 2022 op de agenda.

Nog veel groter

Inspelend op de toekomstige vraag naar het in één keer uit zee verwijderen van nog grotere en zwaardere topsides van platformen, heeft Allseas al een grotere zus van de Pioneering Spirit ontworpen. Met dit vaartuig, dat een hefcapaciteit krijgt van maar liefst 72.000 ton, zullen de grenzen nog verder kunnen worden verlegd. Deze gigant gaat Amazing Grace heten. Nog niet bekend is wanneer dit vaartuig voor het eerst kan worden ingezet. Het moet een lengte van 400 meter en een breedte van 160 meter krijgen. De bouwkosten zijn begroot op circa drie miljard dollar.

De Pioneering Spirit heeft intussen ook al naam gemaakt met offshore-installatiewerk. Onder meer met een recordlift van 26.000 ton in de Noorse sector en met het leggen van de grote gasexportleidingen TurkStream en NordStream 2.

Satellieten

Een derde Nederlandse aannemer die heel actief is in de ontmantelingsmarkt is Boskalis. Met de inzet van diverse Taklift-bokken zijn vanaf 2004 al een reeks, veelal kleinere platformen in zowel de Britse als Nederlandse sector uit het zuidelijke deel van de Noordzee verwijderd. Zoals in 2017 het weghalen van het platform Leman BH van Shell en in 2016 en 2017 de drie platformen van het Thames-complex van Perenco.

Recent zijn nieuwe contracten gesloten om een reeks platformen uit de Britse velden Viking en Vulcan en het Nederlandse L10-blok te halen. ConocoPhillips wil de komende jaren in de velden Viking en Vulcan 19 oude platformen ontmantelen. Het gaat met name om satellieten. In de eerste fase van dit project betreft het negen platformen. En uit het L10-blok in de Nederlandse sector gaat Boskalis voor Neptune Energy drie satellietplatformen verwijderen.

Voor al deze projecten wordt, naast bokken ook de Bokalift 1 ingezet. Dit onlangs tot installatievaartuig omgebouwde zware-ladingschip uit de ingelijfde Dockwise-vloot is uitgerust met een 3000-tons offshorekraan van Huisman. Volgens Boskalis kan de Bokalift 1 behalve voor installatiewerk in de windenergiesector ook prima worden ingezet voor de platformontmanteling.