5 vragen aan… adviseur Incidentmanagement Peter de Wit

Elke paar weken spreken we met een werknemer van Rijkswaterstaat. We stellen vijf vragen aan Peter de Wit, landelijk Adviseur Incidentmanagement en Officier van Dienst Water (OVD-W) bij Rijkswaterstaat.

Peter de Wit van Rijkswaterstaat. (Foto RWS)
Peter de Wit van Rijkswaterstaat. (Foto RWS)

Wat is jouw rol bij een incident?

Het begint altijd met een melding, vaak gebeurt dat door de betrokken schipper. Wat heeft er gelekt?  Hoe is het gebeurd? Hoeveel is er in het water terechtgekomen? Met die informatie proberen wij en bijvoorbeeld het Havenbedrijf een inschatting te maken wat er moet gebeuren om de vervuiling op te ruimen. ​

Ruimt Rijkswaterstaat de olie of de vervuiling op?

Nee, het is altijd het uitgangspunt dat de veroorzaker zelf de vervuiling opruimt of laat opruimen. Een schip of reder mag zelf kiezen wie het opruimt. Wij beoordelen het plan van aanpak en houden toezicht op de werkzaamheden. Als deze dat niet doet, grijpen we in en schakelen wij een partij in en sturen wij de rekening door.

Hoe vaak is er sprake van een verontreiniging?

Dat komt toch wel 3 tot 4 keer per maand voor. De meeste lekkages ontstaan bij het bunkeren. Een slang die losschiet of een haperende beveiliging. Als er niet wordt opgelet kunnen er zo honderden liters olie wegstromen. Ik werk al 27 jaar bij Rijkswaterstaat. In die tijd heb ik het aantal incidenten wel zien dalen. De binnenvaart maakte daarin een flinke stap. Zeker na de de komst van dubbelwandige tankers zie je dat zelfs na aanvaringen de lekkages zeer beperkt blijven.

Welke rol speelt de bemanning bij dit soort incidenten?

Bij een olielekkage is het soms ook gewoon onoplettendheid van de bemanning. Bij het bunkeren is alles netjes gelabeld met verschillende kleurstickers. Toch worden slangen soms op de verkeerde openingen aangesloten. Als je snel bent blijft de verontreiniging beperkt tot 20 liter, als je niet oplet heb je het over 120 liter of meer. De bemanning moet het incident zo snel mogelijk melden. En vooral niet zelf aan de slag gaan met wasmiddel of zoiets.

Je bent voorzitter van het EOCB (Expertteam Olie en chemicaliën bestrijding), wat behelst die rol?

We kijken bij Rijkswaterstaat ook naar innovaties op het gebied van bestrijdingsmateriaal. Tegelijkertijd verdiepen we ons in eigenschappen van nieuwe brandstoffen als methanol, LNG of ammoniak. We proberen die kennis zoveel mogelijk te delen. Er is binnen het EOCB een kennisbank van partners die elkaar steeds sneller weten te vinden. Samen met onder meer havenpartners werken we zo aan snelle oplossingen.

Dit artikel wordt u aangeboden door Rijkswaterstaat.

Lees ook de vorige aflevering:

Vijf vragen aan… adviseur vaarwegmarkering Henk

5 vragen aan… adviseur Incidentmanagement Peter de Wit | Schuttevaer.nl

5 vragen aan… adviseur Incidentmanagement Peter de Wit

Elke paar weken spreken we met een werknemer van Rijkswaterstaat. We stellen vijf vragen aan Peter de Wit, landelijk Adviseur Incidentmanagement en Officier van Dienst Water (OVD-W) bij Rijkswaterstaat.

Peter de Wit van Rijkswaterstaat. (Foto RWS)
Peter de Wit van Rijkswaterstaat. (Foto RWS)

Wat is jouw rol bij een incident?

Het begint altijd met een melding, vaak gebeurt dat door de betrokken schipper. Wat heeft er gelekt?  Hoe is het gebeurd? Hoeveel is er in het water terechtgekomen? Met die informatie proberen wij en bijvoorbeeld het Havenbedrijf een inschatting te maken wat er moet gebeuren om de vervuiling op te ruimen. ​

Ruimt Rijkswaterstaat de olie of de vervuiling op?

Nee, het is altijd het uitgangspunt dat de veroorzaker zelf de vervuiling opruimt of laat opruimen. Een schip of reder mag zelf kiezen wie het opruimt. Wij beoordelen het plan van aanpak en houden toezicht op de werkzaamheden. Als deze dat niet doet, grijpen we in en schakelen wij een partij in en sturen wij de rekening door.

Hoe vaak is er sprake van een verontreiniging?

Dat komt toch wel 3 tot 4 keer per maand voor. De meeste lekkages ontstaan bij het bunkeren. Een slang die losschiet of een haperende beveiliging. Als er niet wordt opgelet kunnen er zo honderden liters olie wegstromen. Ik werk al 27 jaar bij Rijkswaterstaat. In die tijd heb ik het aantal incidenten wel zien dalen. De binnenvaart maakte daarin een flinke stap. Zeker na de de komst van dubbelwandige tankers zie je dat zelfs na aanvaringen de lekkages zeer beperkt blijven.

Welke rol speelt de bemanning bij dit soort incidenten?

Bij een olielekkage is het soms ook gewoon onoplettendheid van de bemanning. Bij het bunkeren is alles netjes gelabeld met verschillende kleurstickers. Toch worden slangen soms op de verkeerde openingen aangesloten. Als je snel bent blijft de verontreiniging beperkt tot 20 liter, als je niet oplet heb je het over 120 liter of meer. De bemanning moet het incident zo snel mogelijk melden. En vooral niet zelf aan de slag gaan met wasmiddel of zoiets.

Je bent voorzitter van het EOCB (Expertteam Olie en chemicaliën bestrijding), wat behelst die rol?

We kijken bij Rijkswaterstaat ook naar innovaties op het gebied van bestrijdingsmateriaal. Tegelijkertijd verdiepen we ons in eigenschappen van nieuwe brandstoffen als methanol, LNG of ammoniak. We proberen die kennis zoveel mogelijk te delen. Er is binnen het EOCB een kennisbank van partners die elkaar steeds sneller weten te vinden. Samen met onder meer havenpartners werken we zo aan snelle oplossingen.

Dit artikel wordt u aangeboden door Rijkswaterstaat.

Lees ook de vorige aflevering:

Vijf vragen aan… adviseur vaarwegmarkering Henk