Schipperen tussen rol handhaver en hulpverlener

De gele schepen van Rijkswaterstaat zijn vrijwel dagelijks te zien op het Nederlandse binnenwater. Maar wat doen die mobiele verkeersleiders nou precies? Schuttevaer stapte aan boord bij het patrouillevaartuig RWS 70. (Geen abonnee en u wilt dit artikel toch lezen? Klik dan hier.)

Gerard Boswijk zit aan het roer van de RWS 70.
Gerard Boswijk zit aan het roer van de RWS 70.

Het patrouilleschip RWS 70 ligt in de haven van het pittoreske Schellingwoude, pal naast de Oranjesluizen. Even voor twee uur is de bemanning van de RWS 70 compleet. De RWS 70 vaart vrijwel iedere dag over het IJ en het Amsterdam Rijnkanaal. Soms als handhaver en soms als hulpverlener. Kim Wijshake, Gerard Boswijk en Bert Janssen zijn de drie mobielverkeersleiders van dienst. Na een korte overdracht van het ochtendteam vaart de RWS 70 rustig richting de hoofdstad. ‘We schouwen, helpen en controleren’ leggen de verkeersleiders uit.’ Op deze grauwe dinsdagmorgen is het bijzonder rustig op het IJ. Recreactievaart is er nauwelijks. Alleen een houten sloepje met drie mannen kruist het IJ over. ‘Ze varen aan de verkeerde kant’, zegt Kim (27) resoluut. Een bekend verschijnsel: pleziervaart ter hoogte van Amsterdam Centraal vaart vaak schuin het IJ over. Vanaf het gangboord spreekt Kim de drie vriendelijk doch helder toe. De mannen knikken schuldbewust.

Toon

‘De toon is ontzettend belangrijk. Zeker als je aan boord komt’, zegt Janssen. ‘We willen niet gezien worden als de boze handhaver, maar tegelijkertijd willen we het wel voor iedereen veiliger maken op het water.’ Het is schipperen tussen de rol van handhaver en hulpverlener. Elk motorbootje dat voorbij vaart wordt met een haviksoog bekeken. ‘Die heeft keurig een zwemvest aan, het dodemanskoord zit goed vast en hij vaart niet te hard.’ Zeker op warme dagen is dat wel eens anders.

Gerard Boswijk zit aan het roer van de RWS 70.
Gerard Boswijk zit aan het roer van de RWS 70.

Controle van de binnenvaart

Ook de beroepsschepen zijn op een hand te tellen. De 27-jarige Amsterdamse Kim voer jaren op een chemietanker. ‘Die grote schepen hebben hun zaakjes vaak prima op orde. Die worden ook vanuit EBIS jaarlijks gecontroleerd.

Voor Kim was het wel even wennen. Van lange reizen door Europa naar wisselende diensten. ‘Maar geen dag is hetzelfde. Je weet echt ‘s ochtend niet wat er allemaal op je pad gaat komen. Soms help je een jacht met een uitgevallen motor en soms ben je handhaver. We zijn ook boa’s.’

‘Vannacht moesten we nog assisteren bij een auto te water’, vult collega Boswijk aan. ‘Was een Volkswagen Polo RS. Die is volledig gestript voor de onderdelen. De eigenaar wist nog niet eens dat ie weg was.’

In de loop van de middag wordt het drukker op het water. Met grote regelmaat stomen stevige binnenvaartschepen voorbij. Af en toe checkt Bert de snelheid, maar meestal klopt z’n gevoel. ‘Die vaart 13 kilometer.’ En om precies te zijn 13,3 zo leest hij af van de apparatuur.

Als de dienst het toelaat controleert de RWS 70 schepen. ‘We houden goed bij wanneer een schip is gecontroleerd, we kunnen ook zien wanneer bijvoorbeeld de politie een schip heeft gecontroleerd. We willen een schip niet onnodig controleren.’

Bert pakt de verrekijker en roept wat scheepsnamen. ‘We onderwerpen ook altijd het schip aan visuele inspectie. Staat de scheepsnaam er op? Staat het Europanummer er op?

Na een paar schepen zien de drie het ms Pur Sang in de afvaart. Het schip is ongeladen en de naam van het schip is wat slordig achterop gezet. ‘Daar kijken we niet naar.’ Via de marifoon meldt Boswijk zich bij de Pur Sang. ‘We willen graag drie mensen aan boord zetten.’ De schipper reageer direct. ‘Ik ga liggen in de Houthaven. Daar kunnen jullie aan boord komen’

De schipper vaart alleen, vlotjes legt hij het schip vast en breed lachend heet hij zijn onverwachte verzoek welkom. Van ergernis of irritatie is geen sprake.

Kim en Bert leggen uit waarom juist de Pur Sang wordt gecontroleerd. ‘Het is al weer een paar jaar geleden en bij de laatste controle waren er een paar puntjes.’ Schipper Wichert Zwiggelaar uit Nedeweert knikt.

Bert Janssen en Kim Wijshake nemen het papierwerk van ms Pur Sang door.
Bert Janssen en Kim Wijshake nemen het papierwerk van ms Pur Sang door.

Papierwerk

Het papierwerk wordt doorgenomen. Wichert heeft alles overzichtelijk in een grote map. Zonder morren antwoordt hij op alle vragen. Uiteindelijk zijn er een paar kleine puntjes: het keuringsbewijs van de tachograaf is er niet en er ontbreekt een sticker op het kastje van waar de brandblusser staat. ‘Ga ik meteen achteraan, want ik weet zeker dat dat ding pas is gekeurd’, zegt de schipper die vol trots een rondleiding geeft over zijn schip. ‘Het is een klein schip, maar er is werk genoeg. We hebben pas nog een nieuwe laadvloer erin gelegd.’

De schipper krijgt een waarschuwing en moet binnen een paar weken per e-mail laten zien dat hij z’n zaakjes op orde heeft. ‘Die controles zijn goed, het houdt je als schipper scherp.’

Veilig scheepvaartverkeer

Een jachtje heeft problemen. ‘De accu schijnt leeg te zijn. We gaan het naar de jachthaven slepen’, zegt Boswijk. ‘Hulpverlenen blijft belangrijk, zeker als zo’n jachtje een gevaar oplevert voor het overige scheepvaartverkeer. Rustig vaart de RWS 70 terug naar Schellingwoude. Bij Amsterdam Centraal varen twee sloepjes met studenten. Bier in de hand, peuk in de mond. ‘Nergens een zwemvest te zien. Maar ja, als het eigen sloepjes zijn, hoeft dat niet.’

De drie mobiel verkeersleiders laten de studenten verder varen. Het jachtje en het overige scheepvaartverkeer heeft nu even meer prioriteit.

Deze pagina wordt u aangeboden door Rijkswaterstaat.

Lees ook:

Vijf vragen aan… adviseur vaarwegmarkering Henk

Binnenvaart boos over langdurige stremming spoorbrug Van Harinxmakanaal: ‘De maat is vol’

Schipperen tussen rol handhaver en hulpverlener | Schuttevaer.nl

Schipperen tussen rol handhaver en hulpverlener

De gele schepen van Rijkswaterstaat zijn vrijwel dagelijks te zien op het Nederlandse binnenwater. Maar wat doen die mobiele verkeersleiders nou precies? Schuttevaer stapte aan boord bij het patrouillevaartuig RWS 70. (Geen abonnee en u wilt dit artikel toch lezen? Klik dan hier.)

Gerard Boswijk zit aan het roer van de RWS 70.
Gerard Boswijk zit aan het roer van de RWS 70.

Het patrouilleschip RWS 70 ligt in de haven van het pittoreske Schellingwoude, pal naast de Oranjesluizen. Even voor twee uur is de bemanning van de RWS 70 compleet. De RWS 70 vaart vrijwel iedere dag over het IJ en het Amsterdam Rijnkanaal. Soms als handhaver en soms als hulpverlener. Kim Wijshake, Gerard Boswijk en Bert Janssen zijn de drie mobielverkeersleiders van dienst. Na een korte overdracht van het ochtendteam vaart de RWS 70 rustig richting de hoofdstad. ‘We schouwen, helpen en controleren’ leggen de verkeersleiders uit.’ Op deze grauwe dinsdagmorgen is het bijzonder rustig op het IJ. Recreactievaart is er nauwelijks. Alleen een houten sloepje met drie mannen kruist het IJ over. ‘Ze varen aan de verkeerde kant’, zegt Kim (27) resoluut. Een bekend verschijnsel: pleziervaart ter hoogte van Amsterdam Centraal vaart vaak schuin het IJ over. Vanaf het gangboord spreekt Kim de drie vriendelijk doch helder toe. De mannen knikken schuldbewust.

Toon

‘De toon is ontzettend belangrijk. Zeker als je aan boord komt’, zegt Janssen. ‘We willen niet gezien worden als de boze handhaver, maar tegelijkertijd willen we het wel voor iedereen veiliger maken op het water.’ Het is schipperen tussen de rol van handhaver en hulpverlener. Elk motorbootje dat voorbij vaart wordt met een haviksoog bekeken. ‘Die heeft keurig een zwemvest aan, het dodemanskoord zit goed vast en hij vaart niet te hard.’ Zeker op warme dagen is dat wel eens anders.

Gerard Boswijk zit aan het roer van de RWS 70.
Gerard Boswijk zit aan het roer van de RWS 70.

Controle van de binnenvaart

Ook de beroepsschepen zijn op een hand te tellen. De 27-jarige Amsterdamse Kim voer jaren op een chemietanker. ‘Die grote schepen hebben hun zaakjes vaak prima op orde. Die worden ook vanuit EBIS jaarlijks gecontroleerd.

Voor Kim was het wel even wennen. Van lange reizen door Europa naar wisselende diensten. ‘Maar geen dag is hetzelfde. Je weet echt ‘s ochtend niet wat er allemaal op je pad gaat komen. Soms help je een jacht met een uitgevallen motor en soms ben je handhaver. We zijn ook boa’s.’

‘Vannacht moesten we nog assisteren bij een auto te water’, vult collega Boswijk aan. ‘Was een Volkswagen Polo RS. Die is volledig gestript voor de onderdelen. De eigenaar wist nog niet eens dat ie weg was.’

In de loop van de middag wordt het drukker op het water. Met grote regelmaat stomen stevige binnenvaartschepen voorbij. Af en toe checkt Bert de snelheid, maar meestal klopt z’n gevoel. ‘Die vaart 13 kilometer.’ En om precies te zijn 13,3 zo leest hij af van de apparatuur.

Als de dienst het toelaat controleert de RWS 70 schepen. ‘We houden goed bij wanneer een schip is gecontroleerd, we kunnen ook zien wanneer bijvoorbeeld de politie een schip heeft gecontroleerd. We willen een schip niet onnodig controleren.’

Bert pakt de verrekijker en roept wat scheepsnamen. ‘We onderwerpen ook altijd het schip aan visuele inspectie. Staat de scheepsnaam er op? Staat het Europanummer er op?

Na een paar schepen zien de drie het ms Pur Sang in de afvaart. Het schip is ongeladen en de naam van het schip is wat slordig achterop gezet. ‘Daar kijken we niet naar.’ Via de marifoon meldt Boswijk zich bij de Pur Sang. ‘We willen graag drie mensen aan boord zetten.’ De schipper reageer direct. ‘Ik ga liggen in de Houthaven. Daar kunnen jullie aan boord komen’

De schipper vaart alleen, vlotjes legt hij het schip vast en breed lachend heet hij zijn onverwachte verzoek welkom. Van ergernis of irritatie is geen sprake.

Kim en Bert leggen uit waarom juist de Pur Sang wordt gecontroleerd. ‘Het is al weer een paar jaar geleden en bij de laatste controle waren er een paar puntjes.’ Schipper Wichert Zwiggelaar uit Nedeweert knikt.

Bert Janssen en Kim Wijshake nemen het papierwerk van ms Pur Sang door.
Bert Janssen en Kim Wijshake nemen het papierwerk van ms Pur Sang door.

Papierwerk

Het papierwerk wordt doorgenomen. Wichert heeft alles overzichtelijk in een grote map. Zonder morren antwoordt hij op alle vragen. Uiteindelijk zijn er een paar kleine puntjes: het keuringsbewijs van de tachograaf is er niet en er ontbreekt een sticker op het kastje van waar de brandblusser staat. ‘Ga ik meteen achteraan, want ik weet zeker dat dat ding pas is gekeurd’, zegt de schipper die vol trots een rondleiding geeft over zijn schip. ‘Het is een klein schip, maar er is werk genoeg. We hebben pas nog een nieuwe laadvloer erin gelegd.’

De schipper krijgt een waarschuwing en moet binnen een paar weken per e-mail laten zien dat hij z’n zaakjes op orde heeft. ‘Die controles zijn goed, het houdt je als schipper scherp.’

Veilig scheepvaartverkeer

Een jachtje heeft problemen. ‘De accu schijnt leeg te zijn. We gaan het naar de jachthaven slepen’, zegt Boswijk. ‘Hulpverlenen blijft belangrijk, zeker als zo’n jachtje een gevaar oplevert voor het overige scheepvaartverkeer. Rustig vaart de RWS 70 terug naar Schellingwoude. Bij Amsterdam Centraal varen twee sloepjes met studenten. Bier in de hand, peuk in de mond. ‘Nergens een zwemvest te zien. Maar ja, als het eigen sloepjes zijn, hoeft dat niet.’

De drie mobiel verkeersleiders laten de studenten verder varen. Het jachtje en het overige scheepvaartverkeer heeft nu even meer prioriteit.

Deze pagina wordt u aangeboden door Rijkswaterstaat.

Lees ook:

Vijf vragen aan… adviseur vaarwegmarkering Henk

Binnenvaart boos over langdurige stremming spoorbrug Van Harinxmakanaal: ‘De maat is vol’