Voor de verruiming van het kanaal vanaf de instroom van de Donge tot aan het oostelijke einde van de kade Kraaiven zouden de huidige sluizen II en III door één nieuwe sluis III worden vervangen. De vaartijd over het kanaal zou daardoor worden verkort en de vaarweg zou geschikt worden voor klasse IV-schepen (1500 ton). Een gepensioneerde geohydroloog uit de nabijgelegen wijk Reeshof ontdekte echter dat, als gevolg van het schrappen van de sluis, het grondwaterpeil in de omgeving dusdanig zou dalen dat de fundaties van huizen in de omgeving in gevaar komen. Het werk aan het kanaal kon dus niet in ongewijzigde vorm doorgaan.
De provincie Noord-Brabant en de gemeente Tilburg stelden zich vervolgens op het standpunt dat sluis II moet worden herbouwd. Dit zou circa 25 miljoen extra kosten, bovenop de 120 miljoen euro die al is uitgegeven. Schrappen van de opwaardering is geen optie. Als het kanaal bij Tilburg alleen beschikbaar blijft voor Kempenaars, dan zijn de reeds uitgegeven miljoenen weggegooid geld. De financiering is echter een probleem en Rijkswaterstaat ging op zoek naar een goedkoper alternatief.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.
Bent u al abonnee?