Op 9 augustus diende de voorlopige voorziening van Odfjell Terminals (Rotterdam) BV (OTR) tegen de Provincie Zuid-Holland (DCMR) in verband met de opgelegde last onder dwangsom. Die last hield in het buiten gebruik stellen en houden van tanks waarvan Odfjell niet kan aantonen of heeft aangetoond dat zij voldoen aan het RBI-systeem. Volgens de rechter draaide de provincie daarmee de zaken om.

Deze last is gebaseerd op een tweetal vergunningvoorschriften, waarvan de voorzieningenrechter vrijdag 16 augustus onder meer heeft geoordeeld dat uit die voorschriften niet volgt dat tanks niet mogen worden gebruikt als geen inspecties hebben plaatsgevonden. De feiten zoals geconstateerd door de DCMR leveren geen overtreding op van die voorschriften, aldus de voorzieningenrechter. De voorlopige voorziening is derhalve toegekend aan OTR.

OTR is tevreden met deze uitspraak in kort geding. De rechter heeft helder gemaakt dat vergunningsbepalingen eenduidig moeten zijn. ‘Het sterkt ons in onze overtuiging dat we op de goede weg zijn. Deze uitspraak schept duidelijkheid en we blijven ons richten op de zaken waar we mee bezig moeten zijn: het veilig opereren van de terminal, nu en in de toekomst. Dat doen we zorgvuldig zoals afgesproken met de toezichthouders’, reageert managing director Theo Olijve.

Na de safety shutdown van juli 2012 heeft OTR zich tot doel gesteld om koploper te worden op het gebied van veiligheid. Hiervoor is een uitgebreid verbeterprogramma opgezet dat betrekking heeft op verschillende aspecten van de bedrijfsvoering. Naast een verbetering van de technische staat zijn er doelen gesteld ten aanzien van de borging in systemen en de veiligheidscultuur. Dit proces zal langere tijd duren en de resultaten worden aangetoond middels diverse inspecties.(DvdM)