EZS-oprichter Henk Wever overleden

Henk Wever, in 1978 oprichter van de Enkhuizer Zeevaartschool (EZS), is vrijdag 24 mei aan de gevolgen van een ernstige ziekte overleden. ‘Henk is van grote betekenis geweest voor de zeilende beroepsvaart’, zegt EZS-docent Cosmo Wassenaar. Wever werd 10 maart dit jaar onderscheiden met de EZS-erepenning van verdienste voor de beroepszeilvaart. Hij was in 2003 al uit de directie getreden en verliet dit jaar het bestuur.

‘Vanaf de oprichting tot heden heeft Henk Wever de zelfstandigheid en de zelfredzaamheid van de zeevaartschool bewaakt. Tot het einde toe bleef hij sterk van geest en betrokken bij het reilen en zeilen van de school. Wij zullen zijn enthousiasme en gedrevenheid missen’, zegt Wassenaar namens alle medewerkers en docenten van de Enkhuizer Zeevaartschool.

In een In Memoriam op Schuttevaer.nl wijst drs Brenda de Jong (Proefproces EMV ) op de strijd die Wever jarenlang voerde tegen de oorzaak van zijn ziekte. ‘Wat weinig mensen weten is dat hij de laatste acht jaar veel energie heeft besteed aan het bestrijden van de Gezondheidsraad, als stuwende kracht achter StopUMTS (het digitale tijdsdocument en kennisbank over de gevolgen van elektromagnetische velden en straling, www.stopumts.nl).’

Ondanks zijn zware ziekte koos hij ervoor niet verder het ziekenhuiscircuit in te gaan, maar nog een laatste fietstocht met zijn vrouw en hond door Frankrijk te maken.

Wever’s laatste afvaart is vrijdag 31 mei 14.00 UTC (16.00 plaatselijke tijd) vanuit de haven van Enkhuizen. Vanuit de ‘Dutch Tall ships’ onderweg naar Australië en de vereniging ‘Hoop op Bezeiling‘ doet Wassenaar de oproep aan alle mensen die Henk gekend hebben om op dit tijdstip twee minuten stilte in acht te nemen.

Terugblik

De Enkhuizer Zeevaartschool begon ooit in Henk Wevers achterkamer. Schuttevaer blikte bij het 25-jarig bestaan in november 2003 terug met de toen 55-jarige grondlegger. Hieronder het interview opnieuw.

Wever: ‘Beetje meer scheepsmanagement, beetje minder astro’
  • ‘Dan belt een moeder voor haar zoon en verwijzen wij door. Vraagt ze waarom, dan zeggen wij: “Omdat ú belt.’
  • ‘Een maritieme academie geeft meer mogelijkheden voor doorstroming en wij zouden het heel fijn vinden gratis gebruik te kunnen maken van simulatoren.’
  • ‘Een nationale maritieme academie zou goed zijn’¶

Door

Sander Klos

‘Ik studeerde aan de Hogere Zeevaartschool in Amsterdam voor stuurman Grote Handelsvaart en behaalde in 1978 mijn kapiteinspapieren op de Hochschule für Nautik in Bremen. Met de driemastschoener Sepha van Vollaars ging ik toen de zeilende beroepsvaart in. Op zee voor Zeilvaart Enkhuizen. Met de Sepha maakte ik tussen 1983 en 1986 ook een tocht rond de wereld’, vertelt Wever aan de statige tafel (gift van een oud leerling) in de bibliotheek van de school, waar de wanden zijn volgestapeld met circa 3000 titels. Een zeilvaartwalhalla, waar oud leerlingen nog steeds grote reizen komen voorbereiden.

Zeevaartkunde

‘In 1978 zat ik met vier man in mijn achterkamer. Het begin van de school. Ik vroeg Jan Dijkstra erbij, die als rechtgeaarde Fries vond: “Dat moesten we in Friesland ook maar doen.” Maar van dat idee wisten we hem af te brengen. Hij deed zeemanschap, ik zeevaartkunde. Met enthousiasme en hart voor het beroep. En dat geldt nog steeds voor onze groep van tien docenten.’

Wanneer Wever terugtreedt als directeur, blijft hij lesgeven en lid van het EZS bestuur. Terug naar de chartervaart gaat hij niet. ‘Daarvoor heb ik te lang op de grote vaart gezeten. Er zijn mensen, die veel beter met passagiers kunnen varen dan ik.’ Hij glimlacht om z’n eigen zelfkennis. Blauwe ogen onder blond haar. Vriendelijk nonchalant, maar op z’n qui vive.

Wel zal hij meer tijd hebben voor zijn Josephine, een ‘Breeon achtige one off’ (11,60 x 3,30 x 1,70) met Buchanan trekjes. Aan boord heeft hij een Ecdis kaart ‘om te kunnen meepraten’. En hij denkt aan bestemmingen als Schotland. Nee, niet aan Spitsbergen. ‘Daar ga ik liever naar toe met de Noorderlicht, met leerlingen die beter kunnen zeilen. Want het peil van de studenten is vergeleken met ons in die begintijd ontzaglijk gestegen. Wij herontdekten, klooiden maar wat aan.’¶

Filmfestival

In de school heerst de ontspannen sfeer, die zo kenmerkend is voor de zeilende beroepsvaart. Een verdienste van het docentenkorps en ook te danken aan het leerlingenmengsel. ‘De doorsnee leeftijd is 35 jaar, maar varieert van twintig tot zestig jaar. De oudste leerling ooit was 67. Het loopt uiteen van politiek links tot rechts, van bijstandsniveau tot miljonair. En circa tien procent komt uit het buitenland. Veel Duitsers, maar ook mensen uit Zweden, Zwitserland, Israël, Nieuw Zeeland, Egypte en de VS.

‘De eerste tien jaar hadden we jaarlijks vijftig tot zestig leerlingen, nu is de instroom gemiddeld honderd per jaar. Inmiddels hebben we zo’n 1500 afgestudeerden, voor wie we 29 en 30 november onder meer het filmfestival Cine Sail houden. Op vertoon van hun diploma hebben ze gratis toegang. We hebben ze niet allemaal kunnen achterhalen. Onze administratie is vanaf 1989 compleet, maar uit de eerste jaren missen we nog wat namen.’

Tweede generatie

De school leidt exclusief op voor de zeevaart en koestert dat imago. Dus geen binnenvaart of cursussen voor pleziervaarders. Sinds 1997 kunnen afgestudeerden Grote Zeilvaart als tweede stuurman doorstromen naar de handelsvaart. Daarvoor moeten ze dan nog modules volgen voor laden, stuwen, routering en scheepsbouw. ‘Er vaart al een oud leerling als kapitein bij Spliethoff.’

Belangrijk voor het imago lijkt ook, dat de school zonder subsidie draait. Wever brengt het in elk geval zo. ‘We werken zo zuinig mogelijk en draaien elke euro om.’ Leerlingen betalen het normale collegegeld en ‘een klein bedrag’ voor dictaten.

Met innig genoegen haalt hij op, hoe het in 1935 geschrapte stuurmansdiploma (de zeilvaart was voorgoed voorbij) in 1989 door Verkeer en Waterstaat in ere werd hersteld in de vorm van de diploma’s Kleine en Grote Zeilvaart. ‘En sinds 2002 zijn ze weer opgenomen in de nieuwe Zeevaartdiplomawet.’

Gymzaal

Tot 1989 moesten EZS leerlingen verschijnen voor de examencommissies zeevaartdiploma’s in Rotterdam en Amsterdam, maar vanaf dat jaar mocht de school zelf onder V&W toezicht examens afnemen in een altijd goed gevulde gymzaal. ‘Het slagingspercentage van het eerste jaar (stuurman Kleine Zeilvaart) groeit naar zeventig procent en dat van het tweede jaar (stuurman Grote Zeilvaart) naar tachtig procent.’ Niet van belang voor een subsidiegever, maar toch.

Minstens zoveel plezier doet het hem, dat inmiddels de kinderen van de eerste generatie studenten de weg naar Enkhuizen vindt. ‘We hebben bijvoorbeeld de dochter van Aent Kingma van de Aphrodite hier gehad. Ze is nu schipper in de zeilvaart.’

Bezetenheid

Wever en Dijkstra onderkennen de zwaarte van hun parttime onderwijs, dat half oktober begint en twintig weken onafgebroken doorgaat. In het eerste jaar mag de student kiezen tussen vrijdag of zaterdag naar school, in het tweede jaar draait hij beide dagen en wordt daarnaast voorzien van voldoende huiswerk voor de rest van de week. Na tien weken worden vier vakken geëxamineerd en na twintig weken nog eens acht vakken. Het tweede jaar telt dertien modules en daarna eventueel nog drie modules voor de doorstroming naar de handelsvaart.

Ook de omgekeerde weg is mogelijk voor mensen uit de handelsvaart (bevarenen). Zij krijgen vanaf de eerste week van januari tien weken les in tuigages, stabiliteit, scheepsbouw en dynamische stabiliteit. Volgens Wever bewandelen vijf tot tien mensen per jaar die leerweg, onder wie ook marinemensen. ‘Van de marine kunnen wij iets leren over het nut van strikte procedures aan boord.’

Studielast

Wever vermoedt dat de studielast de laatste tien jaar is verdubbeld. ‘Je moet er bezeten van zijn en geen problemen aan je kop hebben. Het is volwassenenonderwijs, dus de leerlingen zijn gemotiveerd, maar toch legt het veel druk. Je hoort van de meesten, dat een half jaar zo hard werken net kan.’

Dat volwassenenonderwijs brengt met zich mee, dat jeugdigen naar bijvoorbeeld Urk en het Nova College in IJmuiden worden verwezen. ‘Dan belt een moeder voor haar zoon en verwijzen wij door. Vraagt ze waarom, dan zeggen wij: “Omdat ú belt.’

Wever spreekt van een ‘prettige’ samenwerking met de andere scholen, al beseft hij dat ze soms in elkaars vaarwater kunnen komen door de verplichte STCW opleiding, die de EZS geeft in samenwerking met Arbode Maritiem. ‘Maar over de marketing rond die opleiding hebben wij niks te vertellen.‘

Maritieme academie

Ondanks die prettige samenwerking, gaan zijn gedachten de kant op van een nationale ‘maritieme academie’, waarin elke school zijn eigen specialisme heeft, maar waarin ook wordt samengewerkt. ‘Dat geeft meer mogelijkheden voor doorstroming en wij zouden het heel fijn vinden gratis gebruik te kunnen maken van simulatoren.’Dat de EZS in zo’n geval te maken zou kunnen krijgen met een subsidiegever, dus inmenging van buiten, lijkt hem niet direct af te schrikken. ‘Uiteraard hebben we liever geen inmenging.’

Ook kent samenwerking z’n grenzen. Hij noemt het voorbeeld van de klokkenmakersvakschool in Hoorn, die onderdeel werd van een ROC en zo langzaam afgleed richting ‘afdeling klokkenmaken’ en tenslotte omviel door gebrek aan belangstelling. Waarmee hij maar wil zeggen, dat een specialisatie als die van de EZS zo z’n sterke kanten heeft.

Een uiting van die specialisatie, met name gericht op buitenlandse studenten, zijn de twaalf appartementen aan de Kade Wierdijk. ‘We verhuren ze ’s winters voor 300 euro in de maand, terwijl de kostprijs 400 euro is. In de zomer betalen niet studenten er 500 euro voor en zo sponsoren zij onze studenten.’

Nieuw examenvak

Terwijl de maritieme sector zich het vuur uit de sloffen loopt om jongeren te interesseren, lijkt de EZS geen gebrek aan belangstelling te hebben. ‘Wij hebben ons wel afgevraagd of wij niet teveel mensen opleidden. Met Hendrik Boland heb ik het wel eens gehad over een numerus clausus (maximaal aantal aanmeldingen  red.). Maar we kwamen tot de slotsom, dat dat niet onze taak is. Bovendien is sprake van een grote doorstroming en een wereldwijde markt, ook onder buitenlandse vlag. We zien studenten ook terechtkomen bij havendiensten en op sluizen. Het is een kwestie van tijd, voordat de eerste EZS loods op het water verschijnt.’

Het onderwijs is ook nog niet uitontwikkeld. ‘Sinds 2001 hebben we de Mooyman leerstoel voor ondernemerschap, na een donatie van directeur Caspar Mooyman van Zeilvaart Enkhuizen. In het tweede jaar behandelen vijf gastdocenten onderwerpen rond scheepsmanagement, zoals psychologie van groepen, financiën, fiscale zaken en marketing. Dat stuit op weerstand van leerlingen, zeg maar een “gezonde terughoudendheid”, maar dat gaat over met de docent. Wanneer ze een kwartier bezig zijn, zie je dat ze geboeid raken. Ik zou dat graag als examenvak zien, ook al omdat het STCW een dergelijke eis stelt. Wellicht dat Bernt Folmer dat als hoofd kwaliteitsbeheer in het examenprogramma gaat opnemen.’

GPS

Maar die arme studenten dan? ‘Wellicht dat mijn eigen vak, de astronomische zeevaartkunde, wel wat minder kan. Door de intrede van GPS is de astronomische plaatsbepaling toch minder belangrijk geworden. We hebben al enig begrip voor een fout in een ster  of zonsbestek, dus misschien dat we de exameneisen op dat punt wat kunnen matigen.’

We vragen hem zelf iets te kiezen als achtergrond voor een foto. Hij leidt rond door de lokalen, ook het motoren  en radiolokaal, hij toont de herinneringsplaquette bij Kaatje, het enige overgebleven oefenschip ter wereld (‘wist je dat ze eigenlijk in een drooggelegde haven ligt?’) en praat tegen de achtergrond van planken vol zeilvaartkennis. Maar daar valt zijn keus niet op. Het wordt de reproductie van het schilderij Eight Bells van Winslow Homer, dat hoog aan de muur van de bibliotheek hangt. Twee zeelui, bezig tussen overjagende wolken een zonnetje te schieten. Niks geen GPS. Niks geen management. Gewoon leven om te zeilen. Je droom verwezenlijken, hoe oud je ook bent wanneer je voor het eerst de voordeur van de EZS binnenstapt.

EZS-oprichter Henk Wever overleden | Schuttevaer.nl

EZS-oprichter Henk Wever overleden

Henk Wever, in 1978 oprichter van de Enkhuizer Zeevaartschool (EZS), is vrijdag 24 mei aan de gevolgen van een ernstige ziekte overleden. ‘Henk is van grote betekenis geweest voor de zeilende beroepsvaart’, zegt EZS-docent Cosmo Wassenaar. Wever werd 10 maart dit jaar onderscheiden met de EZS-erepenning van verdienste voor de beroepszeilvaart. Hij was in 2003 al uit de directie getreden en verliet dit jaar het bestuur.

‘Vanaf de oprichting tot heden heeft Henk Wever de zelfstandigheid en de zelfredzaamheid van de zeevaartschool bewaakt. Tot het einde toe bleef hij sterk van geest en betrokken bij het reilen en zeilen van de school. Wij zullen zijn enthousiasme en gedrevenheid missen’, zegt Wassenaar namens alle medewerkers en docenten van de Enkhuizer Zeevaartschool.

In een In Memoriam op Schuttevaer.nl wijst drs Brenda de Jong (Proefproces EMV ) op de strijd die Wever jarenlang voerde tegen de oorzaak van zijn ziekte. ‘Wat weinig mensen weten is dat hij de laatste acht jaar veel energie heeft besteed aan het bestrijden van de Gezondheidsraad, als stuwende kracht achter StopUMTS (het digitale tijdsdocument en kennisbank over de gevolgen van elektromagnetische velden en straling, www.stopumts.nl).’

Ondanks zijn zware ziekte koos hij ervoor niet verder het ziekenhuiscircuit in te gaan, maar nog een laatste fietstocht met zijn vrouw en hond door Frankrijk te maken.

Wever’s laatste afvaart is vrijdag 31 mei 14.00 UTC (16.00 plaatselijke tijd) vanuit de haven van Enkhuizen. Vanuit de ‘Dutch Tall ships’ onderweg naar Australië en de vereniging ‘Hoop op Bezeiling‘ doet Wassenaar de oproep aan alle mensen die Henk gekend hebben om op dit tijdstip twee minuten stilte in acht te nemen.

Terugblik

De Enkhuizer Zeevaartschool begon ooit in Henk Wevers achterkamer. Schuttevaer blikte bij het 25-jarig bestaan in november 2003 terug met de toen 55-jarige grondlegger. Hieronder het interview opnieuw.

Wever: ‘Beetje meer scheepsmanagement, beetje minder astro’
  • ‘Dan belt een moeder voor haar zoon en verwijzen wij door. Vraagt ze waarom, dan zeggen wij: “Omdat ú belt.’
  • ‘Een maritieme academie geeft meer mogelijkheden voor doorstroming en wij zouden het heel fijn vinden gratis gebruik te kunnen maken van simulatoren.’
  • ‘Een nationale maritieme academie zou goed zijn’¶

Door

Sander Klos

‘Ik studeerde aan de Hogere Zeevaartschool in Amsterdam voor stuurman Grote Handelsvaart en behaalde in 1978 mijn kapiteinspapieren op de Hochschule für Nautik in Bremen. Met de driemastschoener Sepha van Vollaars ging ik toen de zeilende beroepsvaart in. Op zee voor Zeilvaart Enkhuizen. Met de Sepha maakte ik tussen 1983 en 1986 ook een tocht rond de wereld’, vertelt Wever aan de statige tafel (gift van een oud leerling) in de bibliotheek van de school, waar de wanden zijn volgestapeld met circa 3000 titels. Een zeilvaartwalhalla, waar oud leerlingen nog steeds grote reizen komen voorbereiden.

Zeevaartkunde

‘In 1978 zat ik met vier man in mijn achterkamer. Het begin van de school. Ik vroeg Jan Dijkstra erbij, die als rechtgeaarde Fries vond: “Dat moesten we in Friesland ook maar doen.” Maar van dat idee wisten we hem af te brengen. Hij deed zeemanschap, ik zeevaartkunde. Met enthousiasme en hart voor het beroep. En dat geldt nog steeds voor onze groep van tien docenten.’

Wanneer Wever terugtreedt als directeur, blijft hij lesgeven en lid van het EZS bestuur. Terug naar de chartervaart gaat hij niet. ‘Daarvoor heb ik te lang op de grote vaart gezeten. Er zijn mensen, die veel beter met passagiers kunnen varen dan ik.’ Hij glimlacht om z’n eigen zelfkennis. Blauwe ogen onder blond haar. Vriendelijk nonchalant, maar op z’n qui vive.

Wel zal hij meer tijd hebben voor zijn Josephine, een ‘Breeon achtige one off’ (11,60 x 3,30 x 1,70) met Buchanan trekjes. Aan boord heeft hij een Ecdis kaart ‘om te kunnen meepraten’. En hij denkt aan bestemmingen als Schotland. Nee, niet aan Spitsbergen. ‘Daar ga ik liever naar toe met de Noorderlicht, met leerlingen die beter kunnen zeilen. Want het peil van de studenten is vergeleken met ons in die begintijd ontzaglijk gestegen. Wij herontdekten, klooiden maar wat aan.’¶

Filmfestival

In de school heerst de ontspannen sfeer, die zo kenmerkend is voor de zeilende beroepsvaart. Een verdienste van het docentenkorps en ook te danken aan het leerlingenmengsel. ‘De doorsnee leeftijd is 35 jaar, maar varieert van twintig tot zestig jaar. De oudste leerling ooit was 67. Het loopt uiteen van politiek links tot rechts, van bijstandsniveau tot miljonair. En circa tien procent komt uit het buitenland. Veel Duitsers, maar ook mensen uit Zweden, Zwitserland, Israël, Nieuw Zeeland, Egypte en de VS.

‘De eerste tien jaar hadden we jaarlijks vijftig tot zestig leerlingen, nu is de instroom gemiddeld honderd per jaar. Inmiddels hebben we zo’n 1500 afgestudeerden, voor wie we 29 en 30 november onder meer het filmfestival Cine Sail houden. Op vertoon van hun diploma hebben ze gratis toegang. We hebben ze niet allemaal kunnen achterhalen. Onze administratie is vanaf 1989 compleet, maar uit de eerste jaren missen we nog wat namen.’

Tweede generatie

De school leidt exclusief op voor de zeevaart en koestert dat imago. Dus geen binnenvaart of cursussen voor pleziervaarders. Sinds 1997 kunnen afgestudeerden Grote Zeilvaart als tweede stuurman doorstromen naar de handelsvaart. Daarvoor moeten ze dan nog modules volgen voor laden, stuwen, routering en scheepsbouw. ‘Er vaart al een oud leerling als kapitein bij Spliethoff.’

Belangrijk voor het imago lijkt ook, dat de school zonder subsidie draait. Wever brengt het in elk geval zo. ‘We werken zo zuinig mogelijk en draaien elke euro om.’ Leerlingen betalen het normale collegegeld en ‘een klein bedrag’ voor dictaten.

Met innig genoegen haalt hij op, hoe het in 1935 geschrapte stuurmansdiploma (de zeilvaart was voorgoed voorbij) in 1989 door Verkeer en Waterstaat in ere werd hersteld in de vorm van de diploma’s Kleine en Grote Zeilvaart. ‘En sinds 2002 zijn ze weer opgenomen in de nieuwe Zeevaartdiplomawet.’

Gymzaal

Tot 1989 moesten EZS leerlingen verschijnen voor de examencommissies zeevaartdiploma’s in Rotterdam en Amsterdam, maar vanaf dat jaar mocht de school zelf onder V&W toezicht examens afnemen in een altijd goed gevulde gymzaal. ‘Het slagingspercentage van het eerste jaar (stuurman Kleine Zeilvaart) groeit naar zeventig procent en dat van het tweede jaar (stuurman Grote Zeilvaart) naar tachtig procent.’ Niet van belang voor een subsidiegever, maar toch.

Minstens zoveel plezier doet het hem, dat inmiddels de kinderen van de eerste generatie studenten de weg naar Enkhuizen vindt. ‘We hebben bijvoorbeeld de dochter van Aent Kingma van de Aphrodite hier gehad. Ze is nu schipper in de zeilvaart.’

Bezetenheid

Wever en Dijkstra onderkennen de zwaarte van hun parttime onderwijs, dat half oktober begint en twintig weken onafgebroken doorgaat. In het eerste jaar mag de student kiezen tussen vrijdag of zaterdag naar school, in het tweede jaar draait hij beide dagen en wordt daarnaast voorzien van voldoende huiswerk voor de rest van de week. Na tien weken worden vier vakken geëxamineerd en na twintig weken nog eens acht vakken. Het tweede jaar telt dertien modules en daarna eventueel nog drie modules voor de doorstroming naar de handelsvaart.

Ook de omgekeerde weg is mogelijk voor mensen uit de handelsvaart (bevarenen). Zij krijgen vanaf de eerste week van januari tien weken les in tuigages, stabiliteit, scheepsbouw en dynamische stabiliteit. Volgens Wever bewandelen vijf tot tien mensen per jaar die leerweg, onder wie ook marinemensen. ‘Van de marine kunnen wij iets leren over het nut van strikte procedures aan boord.’

Studielast

Wever vermoedt dat de studielast de laatste tien jaar is verdubbeld. ‘Je moet er bezeten van zijn en geen problemen aan je kop hebben. Het is volwassenenonderwijs, dus de leerlingen zijn gemotiveerd, maar toch legt het veel druk. Je hoort van de meesten, dat een half jaar zo hard werken net kan.’

Dat volwassenenonderwijs brengt met zich mee, dat jeugdigen naar bijvoorbeeld Urk en het Nova College in IJmuiden worden verwezen. ‘Dan belt een moeder voor haar zoon en verwijzen wij door. Vraagt ze waarom, dan zeggen wij: “Omdat ú belt.’

Wever spreekt van een ‘prettige’ samenwerking met de andere scholen, al beseft hij dat ze soms in elkaars vaarwater kunnen komen door de verplichte STCW opleiding, die de EZS geeft in samenwerking met Arbode Maritiem. ‘Maar over de marketing rond die opleiding hebben wij niks te vertellen.‘

Maritieme academie

Ondanks die prettige samenwerking, gaan zijn gedachten de kant op van een nationale ‘maritieme academie’, waarin elke school zijn eigen specialisme heeft, maar waarin ook wordt samengewerkt. ‘Dat geeft meer mogelijkheden voor doorstroming en wij zouden het heel fijn vinden gratis gebruik te kunnen maken van simulatoren.’Dat de EZS in zo’n geval te maken zou kunnen krijgen met een subsidiegever, dus inmenging van buiten, lijkt hem niet direct af te schrikken. ‘Uiteraard hebben we liever geen inmenging.’

Ook kent samenwerking z’n grenzen. Hij noemt het voorbeeld van de klokkenmakersvakschool in Hoorn, die onderdeel werd van een ROC en zo langzaam afgleed richting ‘afdeling klokkenmaken’ en tenslotte omviel door gebrek aan belangstelling. Waarmee hij maar wil zeggen, dat een specialisatie als die van de EZS zo z’n sterke kanten heeft.

Een uiting van die specialisatie, met name gericht op buitenlandse studenten, zijn de twaalf appartementen aan de Kade Wierdijk. ‘We verhuren ze ’s winters voor 300 euro in de maand, terwijl de kostprijs 400 euro is. In de zomer betalen niet studenten er 500 euro voor en zo sponsoren zij onze studenten.’

Nieuw examenvak

Terwijl de maritieme sector zich het vuur uit de sloffen loopt om jongeren te interesseren, lijkt de EZS geen gebrek aan belangstelling te hebben. ‘Wij hebben ons wel afgevraagd of wij niet teveel mensen opleidden. Met Hendrik Boland heb ik het wel eens gehad over een numerus clausus (maximaal aantal aanmeldingen  red.). Maar we kwamen tot de slotsom, dat dat niet onze taak is. Bovendien is sprake van een grote doorstroming en een wereldwijde markt, ook onder buitenlandse vlag. We zien studenten ook terechtkomen bij havendiensten en op sluizen. Het is een kwestie van tijd, voordat de eerste EZS loods op het water verschijnt.’

Het onderwijs is ook nog niet uitontwikkeld. ‘Sinds 2001 hebben we de Mooyman leerstoel voor ondernemerschap, na een donatie van directeur Caspar Mooyman van Zeilvaart Enkhuizen. In het tweede jaar behandelen vijf gastdocenten onderwerpen rond scheepsmanagement, zoals psychologie van groepen, financiën, fiscale zaken en marketing. Dat stuit op weerstand van leerlingen, zeg maar een “gezonde terughoudendheid”, maar dat gaat over met de docent. Wanneer ze een kwartier bezig zijn, zie je dat ze geboeid raken. Ik zou dat graag als examenvak zien, ook al omdat het STCW een dergelijke eis stelt. Wellicht dat Bernt Folmer dat als hoofd kwaliteitsbeheer in het examenprogramma gaat opnemen.’

GPS

Maar die arme studenten dan? ‘Wellicht dat mijn eigen vak, de astronomische zeevaartkunde, wel wat minder kan. Door de intrede van GPS is de astronomische plaatsbepaling toch minder belangrijk geworden. We hebben al enig begrip voor een fout in een ster  of zonsbestek, dus misschien dat we de exameneisen op dat punt wat kunnen matigen.’

We vragen hem zelf iets te kiezen als achtergrond voor een foto. Hij leidt rond door de lokalen, ook het motoren  en radiolokaal, hij toont de herinneringsplaquette bij Kaatje, het enige overgebleven oefenschip ter wereld (‘wist je dat ze eigenlijk in een drooggelegde haven ligt?’) en praat tegen de achtergrond van planken vol zeilvaartkennis. Maar daar valt zijn keus niet op. Het wordt de reproductie van het schilderij Eight Bells van Winslow Homer, dat hoog aan de muur van de bibliotheek hangt. Twee zeelui, bezig tussen overjagende wolken een zonnetje te schieten. Niks geen GPS. Niks geen management. Gewoon leven om te zeilen. Je droom verwezenlijken, hoe oud je ook bent wanneer je voor het eerst de voordeur van de EZS binnenstapt.