Balk Shipyard in 223 jaar van houten vissersscheepjes naar superjachten

Het verhaal van Balk Shipyard begint in 1798 als octrooi wordt aangevraagd voor de aanleg van een scheepshelling in Elburg. Het is de tijd dat er nog volop op de Zuiderzee wordt gevist. De eerste generatie uit de familie Balk begint dan ook met de bouw van houten vissersscheepjes. Anno nu bestaat het werk van Balk Shipyard grotendeels uit het refitten van superjachten en de bouw van aluminium casco’s voor superjachten. En één keer in de zoveel jaar bouwt de werf zelf een superjacht.

BRANDSTORY

Sijbrand Balk begon in 1798 Balk Shipyard in Elburg. (Foto’s Balk Shipyard)
Sijbrand Balk begon in 1798 Balk Shipyard in Elburg. (Foto’s Balk Shipyard)

CEO Daan Balk is de zevende generatie van de familie Balk die aan het roer van de scheepswerf staat. Volgens Balk gaat de geschiedenis van het familiebedrijf zelfs nog iets verder terug dan 1798. Naar 1765, toen Balk nog de naam van een timmerwerkplaats was. ‘Met de werf werd eind 1700 begonnen. We deden destijds vooral reparaties en onderhoud aan vissersscheepjes, we waren te klein voor tjalken. Na de Eerste Wereldoorlog werd besloten de Zuiderzee af te sluiten door middel van de Afsluitdijk en later ook nog grotendeels in te polderen. De vissers gingen er vanuit dat dit het einde betekende voor de visserij. Er was sprake van een negatieve tendens en de vissers investeerden niet meer in hun schepen. Mijn opa leefde hiervan, maar de haven werd afgesloten en het was klaar met de visserij.’

Hofleverancier

De vader van Daan Balk nam de werf na het verdwijnen van de visserij over en begon met de bouw van stalen roei- en motorbootjes. Maar de schepen werden steeds groter en de werf kon hierin niet meegroeien. ‘We zijn toen in het onderhoud blijven hangen. We deden onder meer veel onderhoud voor overheidsinstanties als Rijkswaterstaat en de KLPD. Nadat mijn vader in 1998 plotseling overleed, heb ik het bedrijf overgenomen. De werf had toen een negatief kapitaal en was zo goed als financieel failliet. Maar mijn vrouw en ik wilden het toch proberen en we hebben jaren hard gewerkt en geknokt. We waren zo blij toen onze bankrekening weer op nul stond. En het geluk bleef aan onze kant. We werden hofleverancier en de werf bleef groeien.’

Superjachten

Vanwege de schaalvergroting in de jachtbouw werd de werf snel te klein. De familie Balk probeerde een nieuwe plek in Elburg te krijgen, maar dat lukte niet. Toen in 2004 scheepswerf Metz failliet ging, verhuisde Balk Shipyard naar Urk. ‘We gingen van de lokale markt naar de particuliere markt en we bleven maar doorgroeien. Op ons hellingbedrijf doen we nog werk voor de visserij, de natte aannemers en de bruine vloot, maar ons werk bestaat nu voor 98% uit superjachten. Met een man of 50 vast personeel zijn we opnieuw de kleinste in de markt. Maar we hebben het naar onze zin.’

Een van de werkzaamheden van de werf is het bouwen van aluminium casco’s, onder meer voor Feadship, Heesen en Damen. In een van de hallen wordt nu gewerkt aan een aluminium casco voor een werf in de Verenigde Staten. Dit casco gaat volgend jaar op transport over zee. ‘Ook doen we veel refits aan superjachten, dat zijn grootschalige verbouwingen. Zo zijn we nu bezig met een jacht van 50 meter. Die gaat dan helemaal leeg en wordt doorgesneden en verlengd. Je begint dan eigenlijk met een heel nieuw casco. Je blaast een oud schip weer nieuw leven in. Nieuwbouw doen we maar eens in de zoveel jaar.’

Buitendijks

Omdat ook de superjachten steeds groter worden, gaat Balk Shipyard opnieuw verhuizen. Binnen vijf jaar moeten de eerste schepen van de nieuwe werf in de buitendijkse haven tussen Urk en de Ketelbrug rollen. ‘We kunnen dan weer groeien tot twee of drie zo groot’, besluit Daan Balk.

Het S.Y. Rossiya voor en na de refit.
Het S.Y. Rossiya voor en na de refit.

Lees ook:

Nieuw elan voor Scheepswerf Maasbracht

Monaco Yacht Show brengt vak en klanten weer bij elkaar

Balk Shipyard in 223 jaar van houten vissersscheepjes naar superjachten | Schuttevaer.nl

Balk Shipyard in 223 jaar van houten vissersscheepjes naar superjachten

Het verhaal van Balk Shipyard begint in 1798 als octrooi wordt aangevraagd voor de aanleg van een scheepshelling in Elburg. Het is de tijd dat er nog volop op de Zuiderzee wordt gevist. De eerste generatie uit de familie Balk begint dan ook met de bouw van houten vissersscheepjes. Anno nu bestaat het werk van Balk Shipyard grotendeels uit het refitten van superjachten en de bouw van aluminium casco’s voor superjachten. En één keer in de zoveel jaar bouwt de werf zelf een superjacht.

BRANDSTORY

Sijbrand Balk begon in 1798 Balk Shipyard in Elburg. (Foto’s Balk Shipyard)
Sijbrand Balk begon in 1798 Balk Shipyard in Elburg. (Foto’s Balk Shipyard)

CEO Daan Balk is de zevende generatie van de familie Balk die aan het roer van de scheepswerf staat. Volgens Balk gaat de geschiedenis van het familiebedrijf zelfs nog iets verder terug dan 1798. Naar 1765, toen Balk nog de naam van een timmerwerkplaats was. ‘Met de werf werd eind 1700 begonnen. We deden destijds vooral reparaties en onderhoud aan vissersscheepjes, we waren te klein voor tjalken. Na de Eerste Wereldoorlog werd besloten de Zuiderzee af te sluiten door middel van de Afsluitdijk en later ook nog grotendeels in te polderen. De vissers gingen er vanuit dat dit het einde betekende voor de visserij. Er was sprake van een negatieve tendens en de vissers investeerden niet meer in hun schepen. Mijn opa leefde hiervan, maar de haven werd afgesloten en het was klaar met de visserij.’

Hofleverancier

De vader van Daan Balk nam de werf na het verdwijnen van de visserij over en begon met de bouw van stalen roei- en motorbootjes. Maar de schepen werden steeds groter en de werf kon hierin niet meegroeien. ‘We zijn toen in het onderhoud blijven hangen. We deden onder meer veel onderhoud voor overheidsinstanties als Rijkswaterstaat en de KLPD. Nadat mijn vader in 1998 plotseling overleed, heb ik het bedrijf overgenomen. De werf had toen een negatief kapitaal en was zo goed als financieel failliet. Maar mijn vrouw en ik wilden het toch proberen en we hebben jaren hard gewerkt en geknokt. We waren zo blij toen onze bankrekening weer op nul stond. En het geluk bleef aan onze kant. We werden hofleverancier en de werf bleef groeien.’

Superjachten

Vanwege de schaalvergroting in de jachtbouw werd de werf snel te klein. De familie Balk probeerde een nieuwe plek in Elburg te krijgen, maar dat lukte niet. Toen in 2004 scheepswerf Metz failliet ging, verhuisde Balk Shipyard naar Urk. ‘We gingen van de lokale markt naar de particuliere markt en we bleven maar doorgroeien. Op ons hellingbedrijf doen we nog werk voor de visserij, de natte aannemers en de bruine vloot, maar ons werk bestaat nu voor 98% uit superjachten. Met een man of 50 vast personeel zijn we opnieuw de kleinste in de markt. Maar we hebben het naar onze zin.’

Een van de werkzaamheden van de werf is het bouwen van aluminium casco’s, onder meer voor Feadship, Heesen en Damen. In een van de hallen wordt nu gewerkt aan een aluminium casco voor een werf in de Verenigde Staten. Dit casco gaat volgend jaar op transport over zee. ‘Ook doen we veel refits aan superjachten, dat zijn grootschalige verbouwingen. Zo zijn we nu bezig met een jacht van 50 meter. Die gaat dan helemaal leeg en wordt doorgesneden en verlengd. Je begint dan eigenlijk met een heel nieuw casco. Je blaast een oud schip weer nieuw leven in. Nieuwbouw doen we maar eens in de zoveel jaar.’

Buitendijks

Omdat ook de superjachten steeds groter worden, gaat Balk Shipyard opnieuw verhuizen. Binnen vijf jaar moeten de eerste schepen van de nieuwe werf in de buitendijkse haven tussen Urk en de Ketelbrug rollen. ‘We kunnen dan weer groeien tot twee of drie zo groot’, besluit Daan Balk.

Het S.Y. Rossiya voor en na de refit.
Het S.Y. Rossiya voor en na de refit.

Lees ook:

Nieuw elan voor Scheepswerf Maasbracht

Monaco Yacht Show brengt vak en klanten weer bij elkaar