De minister stelt dat zijn ministerie een meerwaarde ziet in een emissielabel. Het geeft namelijk inzicht in de emissies van de binnenvaart. ‘In de eerste plaats informatie voor scheepseigenaren zelf, maar ook voor andere stakeholders zoals overheden, havens en verladers’, schrijft Madlener. Via de CCR, waar Nederland momenteel voorzitter van is, wordt gekeken naar een internationale methodiek.
Gemiddeld label B
In het afgeschoten nationale plan was de bedoeling dat voor elk binnenvaartschip een emissielabel moest worden aangevraagd. Op een schaal van E tot A moest in 2030 het gemiddelde labelniveau B zijn, maar dat stuitte op juridisch bezwaren. Madlener heeft het in zijn brief aan de Kamer nu niet over een gemiddeld labelniveau, maar alleen over een emissielabel.
Het emissielabel zal in het Europese model indirect tot minder uitstoot moeten leiden, waar het nationaal een veel directere maatregel was. Het idee was immers schepen te verplichten hun labelniveau periodiek te verbeteren. Op Europees niveau wordt een emissielabel gezien als handig instrument voor bedrijven om een schonere transportkeuze te maken. Dankzij de Europese CSRD-richtlijn moeten bedrijven hun uitstoot rapporteren en deze op termijn verbeteren. Daar valt ook het vervoer van producten voor die bedrijven onder. Idee is dat bedrijven in de toekomst voor schonere opties kiezen, schepen met een beter emissielabel dus. ‘Nederland speelt een proactieve rol in dit internationale traject, mede gezien het grote aandeel van de Nederlandse vloot in de Europese binnenvaart’, legt Madlener uit.
Per tonkilometer
Branchevereniging Koninklijke Binnenvaart Nederland (KBN) verzette zich eerder niet tegen de komst van een nationaal emissielabel, maar stelde nadrukkelijk dat hierin de uitstoot per tonkilometer tot uitdrukking moet komen. In vergelijking met andere transportmodi heeft de binnenvaart immers maar een fractie van het motorvermogen nodig om een ton lading te vervoeren en heeft zodoende per definitie een milieuvoordeel. Wordt uitsluitend gekeken naar de uitstoot per kilowatt motorvermogen, dan is dat grote voordeel echter niet zichtbaar. In de brief schrijft Madlener dat het ministerie nog naar de meetmethodiek gaat kijken.