De visserij kreeg veel aandacht in het hoofdlijnenakkoord wat medio mei van dit jaar werd gepresenteerd. Dat symboliseerde zich nog het meest in de letter V – van visserij – die terugkeerde in de naam van het ministerie. In dat akkoord werd duidelijk gemaakt dat er alles aan gedaan werd om voor de vissers te vechten. Dat betekent ruimte voor de visserij op de Noordzee, een terugkeer van de pulsvisserij en een toekomst voor de garnalenvisserij. Dat is ook de strekking in het net gepresenteerde regeerprogramma. ‘Voedselwinning uit zee en grote wateren hoort bij Nederland. Vissers moeten in staat worden gesteld hun vloot aan te passen zodat deze klaar is voor de toekomst.’
Van het regeerprogramma wordt de visserijsector nog niet veel wijzer. De oplossingen zijn hetzelfde: terugkeer pulsvisserij (‘daarom zetten we stevig in op het wederom mogelijk maken van de puls’), ruimte op de Noordzee (‘daarbij hoort voldoende ruimte om te vissen in een Noordzee’) en er komt een toekomstvisie voor de garnalenvissers. Deze is al wel iets verder uitgewerkt: ‘Voor de garnalenvisserij wordt ingezet op een vrijwillige saneringsregeling in combinatie met een toekomstvisie voor hen die door willen. Deze toekomstvisie wordt in het eerste kwartaal van 2025 aan de Kamer verzonden’.
Welke financiƫle middelen er voor de visserij beschikbaar worden gesteld zal komende dinsdag, Prinsjesdag, blijken. In het regeerprogramma worden wel bedragen genoemd, maar die zijn voor het hele ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur.
Binnenvaart
Voor de binnenvaart zijn er ook enkele jaartallen gehangen aan de eerder aangekondigde plannen. In 2025 komt er een nieuwe beleidsagenda voor het goederenvervoer over de weg, spoor en water. In 2026 komt het hernieuwde programma Ruimte voor de Rivier ‘met maatregelen voor de korte en waar mogelijk lange termijn gericht op herstel van rivierbodems en ruimte voor hoge rivierafvoeren’. ‘Nederland moet zich beter voorbereiden op droge zomers, daarom wil het kabinet inzichtelijk maken waar waterbeschikbaarheid in warme zomers een probleem kan worden’, vult het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat daaraan toe op de website.
Opvallende nieuwe passage is die over de energietransitie van de scheepvaart. ‘Voor een eerlijke concurrentie zet het kabinet in op goede afspraken met andere landen over financiĆ«le maatregelen en verplichtingen. Nederlandse maritieme ondernemers kunnen nu alvast aan de slag, met subsidies vanuit met name het Klimaatfonds en het Nationaal Groeifonds.’ Het Nationaal Groeifonds is juist door dit kabinet op pauze gezet. In een van de voorlopig laatste rondes kreeg de maritieme sector een bijdrage waarmee het Maritiem Masterplan uitgevoerd kan worden. De minister van Economische Zaken, Dirk Beljaarts, zinspeelde al op een mogelijk vervolg van de regeling, schreef het FD eerder deze week.
Net als in het hoofdlijnenakkoord wordt er gewezen op de enorme instandhoudingsopgave van de Nederlandse infrastructuur. Welke middelen daar naar toe gaan zal komende dinsdag duidelijk worden.