Binnen Bovag Energiesystemen en Revisie houden de aangesloten bedrijven zich bezig met diverse grote thema’s die spelen in de scheepvaart, de industrie en op het gebied van gasmotoren. ‘Dat zijn heel verschillende takken van sport die allemaal om hun eigen benadering vragen’, legt Voorwinde uit.
‘In de binnenvaart is verduurzaming zowel een must als een enorm complex verhaal. Om bijvoorbeeld een schip op waterstof te laten varen heb je aan boord heel veel ruimte nodig. En bestaande schepen ombouwen is onwaarschijnlijk kostbaar.’
Voorwinde pleit er niet voor dat er binnen dit complexe thema op maar één paard wordt gewed. ‘Alle initiatieven met waterstof, elektrificeren en methanol moeten gewoon doorgaan. Dat levert allerlei inzichten en ontwikkelingen op met het oog op de toekomst. Maar in de komende jaren echt stappen zetten met verduurzaming van de binnenvaart, dat kan alleen met duurzame biobrandstoffen.’
Alsnog met lege handen
Voorwinde geeft aan dat er voorlopig voldoende biomassa is om de biobrandstof FAME te maken die de binnenvaart kan inzetten om te vergroenen. ‘HVO zou overigens nog beter zijn, maar ook de luchtvaart moet verduurzamen en voor die sector is de overstap naar HVO de enige logische en betaalbare. Als wij nu dus met de binnenvaart voor HVO kiezen, staan we over een paar jaar waarschijnlijk alsnog met lege handen.’
Bovag adviseert schippers dan ook om aan de slag te gaan met FAME en zo de mogelijkheden te ontdekken.
De biobrandstof kwam in het recente verleden soms in slechte kwaliteit op de markt, met schade aan scheepsmotoren tot gevolg. Dat imagoprobleem zit de brandstof wel een beetje in de weg. Maar Voorwinde geeft aan dat daar steeds meer verandering in komt. Zo liet de VT Group tot grote tevredenheid een schip een jaar lang volledig op FAME varen en er zijn meer proeven gaande met deze brandstof. ‘Je moet er echt wel wat voor doen om het goed te laten werken, maar FAME is een prima brandstof en daarop varen kan gewoon heel goed’, onderstreept Voorwinde zijn boodschap.
Werk aan de winkel
Tegelijk geeft de branchemanager aan dat er heel veel werk aan de winkel is. ‘In de Green Deal Zeevaart, Binnenvaart en Havens is afgesproken dat we in 2030 40 tot 50% CO2-reductie willen realiseren ten opzichte van 2015. Anno 2024 staat de teller op 8% en dat komt deels door het kleiner worden van de vloot. Als we zo doorgaan zullen we de komende zes jaar niet tot 40%t CO2-reductie gaan komen.’
Vergroening staat bovendien niet op zichzelf, benadrukt Voorwinde. Andere sectoren werken er immers ook aan en bedrijven die vervoer inkopen moeten aan steeds meer duurzaamheidseisen voldoen. Een afwachtende houding kan de concurrentiepositie van de binnenvaart aantasten ten opzichte van bijvoorbeeld het wegvervoer. ‘Er zijn wat voorlopers die hard werken aan en investeren in verlaging van hun CO2-uitstoot. Maar de grote groep lijkt nog steeds te denken dat het zo’n vaart niet zal lopen. Ik maak me wel zorgen om die flegmatieke houding. Want als de wal het schip keert, zijn we echt te laat.’